De rollen van inkomensfucties zijn volledig omgedraaid
Begin deze week hield Philip Lane, hoofdeconoom van de Europese Centrale Bank (ECB), een toespraak in Londen. Daarin maakte hij duidelijk wat iedereen eigenlijk al wel wist: het extreem stimulerende monetaire beleid van de ECB heeft forse invloed gehad op de daling van de lange rente in de eurozone. Lane’s belangrijkste bijdrage aan het intrappen van deze open deur bestond uit een kwantificering van het effect van het ECB-beleid.
Het stimulerende beleid van de centrale banken – de ECB was bepaald niet de enige – heeft het karakter van verschillende vermogenscategorieën flink veranderd. Obligaties voorzagen beleggers tien jaar geleden nog van een keurig en bovendien veilig inkomen. Dat wordt duidelijk uit de grafiek waarin het effectief rendement op tienjarige Duitse staatsobligaties en het dividendrendement op de MSCI Europe Index zijn afgebeeld. Tien jaar geleden boden de Duitse staatsleningen beleggers nog een inkomen van meer dan 3%. Dat inkomen was ook te behalen met de MSCI Europe Index, maar dan wel tegen meer risico. Aandelen zijn immers een risicovollere vermogenscategorie dan staatsobligaties.
Miezerig
Over de afgelopen tien jaar is het dividendrendement van de MSCI Europe Index op peil gebleven. Het effectief rendement op Duitse tienjaarsleningen is echter volledig ingestort. Inkomen bieden deze leningen nu helemaal niet meer.
Niet alleen veilige staatsobligaties zijn hun inkomensfunctie grotendeel kwijt geraakt. Ook solide bedrijfsobligaties hebben beleggers – zeker ook in vergelijking tot aandelen – op dit vlak nauwelijks meer iets te bieden. Het Italiaanse nutsbedrijf Enel is daar een duidelijk voorbeeld van. In juni 2007 gaf Enel, dat deel uitmaakt van onze Hoogdividendportefeuille, een twintigjarige obligatie uit met een coupon van 5,625%. De koers van deze lening is de afgelopen jaren gestegen tot 138, waardoor het effectief rendement tot een miezerige 0,5% is terug gevallen. Het aandeel Enel biedt daarentegen een aantrekkelijk dividendrendement van 4,6%.
Inkomensfunctie voor beleggers
Als gevolg van deze ontwikkelingen zijn beleggers anders tegen verschillende vermogenscategorieën aan gaan kijken, stelt Société Générale. Aandelen hebben nu de inkomensfunctie van staatsobligaties (deels) overgenomen. Dat zorgt binnen de aandelenmarkten ook weer voor verschillen. Zo heeft Société Générale een duidelijke voorkeur voor aandelen met een grote beurswaarde en een aantrekkelijk dividendrendement. Deze ‘large caps’ zijn financieel meer solide en daarmee beter in staat de inkomensfunctie uit te oefenen. Slechts 4% van de bedrijven uit S&P500 Index valt bij de kredietbeoordelaars in het risicovolle ‘highyieldsegment’. Van de index van kleinere bedrijven – de Russell2000 – heeft maar liefst 25% het highyield-etiket. Dat geeft minder zekerheid bij beleggers die aandelen als obligatievervangers zien.
Onrust
Het is volkomen begrijpelijk dat beleggers inkomen zoeken in aandelen. Niet voor niets voor zijn wij vorig jaar precies om die reden de Hoogdividendportefeuille gestart. Inkomen uit aandelen verwerven gaat echter wel met meer onrust gepaard dan het ontvangen van inkomen uit ‘saaie’ staatsobligaties.
In de Hoogdividendportefeuille is bijvoorbeeld Randstad opgenomen. Na bijna anderhalf jaar hebben we €403 aan dividend ontvangen. Uitgedrukt in de aankoopwaarde bedraagt het dividendinkomen van Randstad daarmee maar liefst 8,2%. Maar in de tijd dat we dat inkomen opbouwden, heeft het aandeel wel een wilde rit gemaakt. Tussen eind augustus 2018 en begin januari daalde Randstad ruim 32%. Ook dat hoort bij het ‘nieuwe’ inkomensbeleggen.