Advieswijzigingen financials | Verzekeraars zwakker dan banken
Een belangrijk verschil met toen is echter dat de huidige crisis een externe oorzaak heeft in plaats van een opstapeling van schulden in de sector zelf. Daar komt bij dat de banksector er nu beter voorstaat. Door strengere regelgeving is de kapitaalbuffer veel groter dan in 2008, zodat ABN Amro en ING meer vermogen hebben om kredietstroppen te incasseren. Die kredietstroppen gaan er absoluut komen, maar de rekening van de economische schade komt niet volledig bij de banken te liggen. Het kabinet heeft al aangekondigd dat het bedrijven waar mogelijk gaat helpen om faillissementen te voorkomen. Bovendien maakt de Europese Investingsbank €40 mrd vrij voor kredietverstrekking aan het mkb.
Onderdeel van deze special naar aanleiding de beurskrach zijn ook:
Volop ruimte voor herstel
Hoewel ABN Amro en ING een rampzalig 2020 doormaken, zijn de vooruitzichten voor de lange termijn beduidend minder slecht dan de recente correctie doet vermoeden. Als de economie zich herstelt, kan de winst in 2022/2023 in de buurt komen bij die van 2019. De lat ligt niet heel hoog. En als banken dat halen, ligt er volop ruimte om de buffer (verder) te herstellen en dividend uit te keren. De grote verzekeraars worden op een andere wijze geraakt door de corona-uitbraak, maar de directe impact laat zich lastig voorspellen. Hoewel ook de claims bij ziektekostenverzekeringen stijgen door de uitbraak, zit de pijn vooral in het bedrijfssegment. Veel ondernemingen gaan proberen de economische schade als gevolg van het coronavirus te verhalen op de verzekeraars. Hoewel het zeer twijfelachtig is of dat lukt, leidt die stroom aan claims tot groeiende onzekerheid.
Winstdalingen op de loer
De indirecte impact als gevolg van de beursonrust is echter veel groter. De flinke daling van de lange rente maakt het onmogelijk om tegen aantrekkelijke voorwaarden garantieproducten aan te bieden, zoals levensverzekeringen. Dat raakt vooral Aegon. Het bedrijf leunt sterk op de VS, waar de rente relatief snel daalde. De beursonrust neemt ook een flinke hap uit de Solvency II-ratio. Alleen al de koersdaling slaat een gat van circa 15 procentpunt in deze kapitaalbuffer. Door de rentedaling komt daar mogelijk nog een klap van 15 procentpunt bovenop. Ook in dit opzicht oogt Aegon het meest kwetsbaar. Op concernniveau was de Solvency II eind 2019 een gezonde 201%. Maar bij de Nederlandse divisie was dat 171% en in het Verenigd Koninkrijk slechts 157%. Als de marktomstandigheden verder verslechteren, neemt de kans toe dat het bedrijf nieuw kapitaal moet ophalen. Ondanks de koersdaling van bijna 60% in de afgelopen weken, blijft het verkoopadvies voor Aegon dan ook van kracht. Ook bij ASR en NN Group liggen winstdalingen op de loer. Het advies voor deze twee aandelen wordt verlaagd naar ‘houden’.