Schroders | Inflatievrees ongegrond
De uitbraak van het coronavirus heeft overheden en centrale banken tot enorme steunmaatregelen gedwongen. Zowel de kwantitatieve verruiming van centrale banken als de begrotingstekorten zijn groter dan tijdens de grote financiële crisis in 2008/’09, stelt vermogensbeheerder Schroders.
Geen inflatievrees bij Schroders
Dergelijk extreem stimulerend beleid wakkert de inflatievrees aan, maar niet bij Schroders. Het beleid kan namelijk niet los worden gezien van de grotere economische krimp in vergelijking tot de financiële crisis. Overheden betalen de salarissen voor bedrijven die anders failliet zouden gaan. Bedrijven hebben meer obligaties uitgegeven om verlies aan cashflow te compenseren of vaste kosten te dekken.
Lockdown
Kwantitatieve verruiming, begrotingstekorten en bedrijfsobligaties hebben volgens Schroders consumenten en bedrijven dan ook niet aangezet tot extra uitgaven. En dus is ook de inflatie er niet door aangewakkerd. Een ander gevolg van de virusuitbraak is dat bedrijven hun toeleveranciers dichter bij huis willen brengen, ook al leidt dat misschien tot hogere kosten. Hierdoor zouden de prijzen kunnen stijgen, maar ook dat ziet de vermogensbeheerder niet zo snel gebeuren. Bedrijven en consumenten zijn immers nog voorzichtig, waardoor hogere kosten niet zomaar doorberekend kunnen worden. Bovendien staan de kostenverlagende technologische ontwikkelingen bepaald niet stil en ook die leiden eerder tot lagere dan hogere inflatie.
Vooralsnog heeft de virusuitbraak vooral een deflatoire invloed op de economie. De olieprijs is ingestort en de detailhandel probeert zijn tijdens de lockdown opgebouwde voorraden tegen flink lagere prijzen weg te zetten, aldus Schroders.