Hoogdividend | Vijf wijzigingen voor het gewenste inkomen
Hoe houdbaar is in de coronacrisis het dividend voor onze dividendportefeuilles, vroegen wij ons begin april af. Het antwoord op die vraag luidt voor onze Hoogdividendportefeuille: verrassend goed, maar niet volledig. Het inkomensdoel van €4300 over ons tweede boekjaar – dat liep van eind juni 2019 tot en met eind juni 2020 – hebben we nét niet gehaald. Dat kwam door de dividendverlagingen van Royal Dutch Shell en Orange.
In april hadden we vooral twijfels over de houdbaarheid van het dividend van vier aandelen: BASF, Bouygues, Klépierre en Orange. Van dit viertal is de situatie van Bouygues het meest duidelijk. De onderneming zou over 2019 een regulier dividend van €1,70 en een speciaal dividend van €0,90 uitkeren. Die uitkeringen werden begin april echter opgeschort. Eind juli maakte Bouygues bekend dat het reguliere dividend over 2019 van €1,70 per aandeel in september alsnog wordt uitgekeerd.
Orange maakte bij de halfjaarcijfers bekend in december een interimdividend van €0,30 per aandeel uit te willen keren. Dat is gelijk aan het interimdividend van het jaar daarvoor. Als gevolg van de coronacrisis halveerde het telecomconcern echter het slotdividend tot €0,20, waardoor er over 2019 niet meer dan €0,50 is uitgekeerd. Tijdens de recente presentatie van de halfjaarcijfers liet Orange weten dat het nog altijd de doelstelling is om een dividend van €0,70 per aandeel uit te keren. Een beslissing daarover wordt tussen de publicatie van de derde- en vierdekwartaalcijfers genomen. Vooralsnog gaan we ook voor 2020 uit van €0,50.
Afscheid van drie aandelen
BASF verraste eind juni met de uitkering van het dividend over 2019, maar een herhaling van een dergelijke aangename verrassing is onwaarschijnlijk. Volgens Credit Suisse wordt de jaarlijkse dividendbetaling van zo’n €3 mrd de komende jaren niet meer gedekt door de free cashflow (operationele cashflow minus investeringsuitgaven). De bank gaat dan ook, net als wij, uit van een dividendverlaging. Om deze reden hebben we besloten om BASF uit de Hoogdividendportefeuille te verwijderen.
Datzelfde lot treft Klépierre. Het vastgoedconcern keerde tot onze aangename verrassing begin juli het slotdividend over 2019 uit, van €1,10 per aandeel, maar de halfjaarcijfers lieten zien hoe lastig Klépierre het heeft. De operationele cashflow halveerde tot €272 mln als gevolg van toenemende achterstallige huurbetalingen. Klépierre kan voor heel 2020 nog steeds geen verwachting afgeven voor de winst per aandeel en het dividend. Dat valt het vastgoedconcern niet te verwijten, maar in onze optiek is het dividend van €2,20 per aandeel niet langer houdbaar.
Ook nemen we afscheid van Royal Dutch Shell. In april gingen wij er nog van uit dat Shell voor een jaarlijks dividendinkomen van zo’n €280 zou zorgen. Na de zware dividendverlaging zakt het dividendinkomen van Shell voor onze portefeuille echter naar ongeveer €98. Het dividendrendement van Shell bedraagt nu zo’n 4,2%. Dat is niet slecht, maar wel duidelijk lager dan dat van de andere olieconcerns in onze portefeuille (zie kader).
Het dividendrendement van Chevron is bijna 6% en dat van Total bijna 8%, aanmerkelijk hoger dan de 4,2% van Shell. Bovendien hebben we meer vertrouwen in de houdbaarheid van het dividendbeleid van Chevron en Total. Chevron heeft veruit de sterkste balans onder de oliemajors en maakte slim gebruik van de lage olieprijs door Noble Energy voor $13 mrd over te nemen. Total liet bij de presentatie van de halfjaarcijfers weten dat het dividend bij een Brent-olieprijs van $40 (de huidige prijs is bijna $45) zeker houdbaar is.
Nieuwe aandelen in portefeuille
Met de verkoop van BASF, Klépierre en Royal Dutch Shell (en €580 aan cash) hebben we ruim €8400 beschikbaar voor nieuwe aankopen. We hebben besloten dit bedrag gelijkelijk te verdelen over twee nieuwe posities: Aperam en BAE Systems. We kopen beide aandelen aan op basis van de slotkoersen van dinsdag 11 augustus.
Aperam lijkt geen typisch dividendaandeel. De sector roestvrij staal waarin het bedrijf actief is, is immers nogal cyclisch en de halfjaarcijfers van Aperam onderstrepen dat: de nettowinst daalde met 39% tot €50 mln en de operationele cashflow viel bijna 29% terug tot €120 mln.
Belangrijker is echter dat de verhouding tussen nettoschuld en ebitda van Aperam eind juni op 0,4 lag. Deze verhouding is een cruciale factor in het dividendbeleid van de staalproducent. Mocht de nettoschuld/ebitda-verhouding boven de 1 komen, dan zal Aperam zijn ‘dividendbeleid herzien’. Volgens de roestvrij-staalproducent bereikt de schuldratio dit kwartaal de hoogste stand van dit jaar, maar we verwachten zeker niet dat deze in de buurt komt van de 1. Aperam heeft zich bij de presentatie van de halfjaarcijfers dan ook opnieuw gecommitteerd aan een dividend van €1,75 per aandeel. Dat levert op een koers van ongeveer €25,35 een aantrekkelijk dividendrendement van 6,9% op. Een voordeel is ook dat Aperam per kwartaal uitkeert.
Het dividend is in onze optiek houdbaar, ook al kan de operationele cash flow dit jaar met wel 37% dalen, tot zo’n €250 mln. Dat is echter gezien de aard van de activiteiten van Aperam in deze uitzonderlijke corona-omstandigheden nog alleszins redelijk. Het is bovendien ook voldoende om zowel de verlaagde investeringen (€100 mln) als de dividendbetaling (€140 mln) mee te financieren.
In de sector Financials hebben we gekeken naar Metlife, Prudential Financial en Swiss Re. Met een weging van 16,5% is de sector echter al voldoende vertegenwoordigd in de portefeuille. Dat geldt ook voor de sector Gezondheidszorg, die een weging van 19% heeft. In deze sector zien we wel Gilead en AbbVie als mogelijke alternatieven voor onze posities in Pfizer, Roche en Sanofi. Ook chemiebedrijven LyondellBasell en Solvay, nutsbedrijf Iberdrola en cateraar Sodexo staan op onze watchlist, net als Amerikaanse dividendaristocraten als 3M, AT&T, Leggett & Platt en Walgreens. Verder zou een voedingsaandeel als Danone een nieuwe sector aan de portefeuille toevoegen en houden we techbedrijven als Broadcom en Siltronic in de gaten.
Oude bekende
Naast Aperam is BAE Systems onze tweede aankoop. De defensiespecialist maakte in het eerste jaar al deel uit van de Hoogdividendportefeuille. Eind juni 2019 besloten we het aandeel te verkopen als gevolg van de onzekerheid over de uitkomst van de Britse parlementsverkiezingen eind 2019, het uitblijven van nieuwe vergunningen voor de wapenexport naar Saoedi-Arabië en mogelijke bezuinigingen op de Britse defensie-uitgaven.
Een jaar later staat BAE Systems er in meerdere opzichten veel beter voor. De winst van de Conservatieve partij in de Britse verkiezingen geeft BAE Systems meer zekerheid over de groei van de Britse defensie-uitgaven. Daarnaast heeft het defensieconcern begin dit jaar in één klap het tekort in het pensioenfonds gereduceerd van £1,9 mrd tot zo’n £900 mln. Daardoor liep wel de nettoschuld op van £743 mln eind 2019 tot £2,04 mrd eind juni. Daar komt mogelijk nog £1,5 mrd bij van de strategisch goede overname van de militaire GPS-activiteiten van Collins Aerospace. We gaan echter uit van een ebitda van £2,1-2,4 mrd voor dit jaar, waardoor de verhouding tussen nettoschuld en ebitda rond een acceptabele 1,5-1,7 komt.
Ook waren de eind juli gepubliceerde halfjaarcijfers in meerdere opzichten bemoedigend. De orderportefeuille, omzet, winst en cashflow waren boven verwachting. BAE Systems durfde bovendien een concrete omzet- en winstprognose voor het lopende jaar af te geven. De Britten verwachten een omzetgroei van zo’n 2% en een daling van de winst per aandeel van ongeveer 5% over 2020.
Het vertrouwen in de financiële kracht van het bedrijf werd bevestigd door het dividendbeleid. In september wordt het opgeschorte slotdividend van 13,8 pence per aandeel alsnog betaald (het aandeel ging hiervoor eind vorige week ex-dividend). Eind november betaalt BAE Systems daarnaast ook weer een interimdividend van 9,4 pence over de eerste helft van 2020. Voor heel 2020 gaan we uit van een dividend van zeker 23,2 pence. Bij een koers van 527 pence biedt het aandeel een dividendrendement van bijna 4,4%.
Goed nieuws
Aperam moet €290 aan het inkomen van de Hoogdividendportefeuille gaan bijdragen, en BAE Systems zo’n €187. Naast deze nieuwkomers hebben ook verschillende bedrijven die al langer in de portefeuille zitten de afgelopen weken mededelingen over het dividend gedaan. Die waren positief. Zoals gezegd heeft Bouygues besloten het reguliere dividend over 2019 alsnog uit te keren. Wat Bouygues met het dividend over 2020 van plan is, wordt mogelijk duidelijk bij de presentatie van de halfjaarcijfers op 27 augustus. In ‘ons boekjaar’ zijn we in ieder geval verzekerd van een dividendinkomen van €229,50 en misschien het dubbele als het Franse concern zijn dividendbeleid voortzet.
Goed nieuws was er ook van NN Group. De verzekeraar betaalt op 2 september niet alleen een interimdividend van €0,86 over de 2020, maar ook het uitgestelde slotdividend van €1,40 over 2019 uit. Dat betekent dat we in ons boekjaar 2020/21 zeker ruim €323 aan dividend van NN Group ontvangen, maar waarschijnlijk meer als de verzekeraar ook weer een slotdividend over 2020 uitkeert.
Verder verraste Ahold Delhaize met een stijging van het interimdividend met maar liefst 67% tot €0,50 per aandeel. In onze prognose zijn we uitgegaan van een dividend van €0,79 over heel 2020 maar dat wordt waarschijnlijk €0,85-0,95. Daarmee komt de dividendbijdrage van Ahold Delhaize op zeker €236.
In ons wekelijkse portefeuille-overzicht houden we voor de Hoogdividendportefeuille bij hoeveel dividend we dit boekjaar hebben ontvangen en hoeveel we nog verwachten op basis van onze prognoses. Na de doorgevoerde mutaties en het recente dividendnieuws gaan we voor dit jaar uit van een dividendinkomen van de Hoogdividendportefeuille van zeker €4600. Als Bouygues en NN Group ook over 2020 hun dividendbeleid handhaven, kan het inkomen oplopen tot bijna €5000. Daar zouden we buitengewoon tevreden mee zijn.