Europa is dood, lang leve Europa!
De coronacrisis heeft Europa hard getroffen, zowel op gezondheidsgebied als economisch gezien. De pandemie bracht meer dan 300.000 sterfgevallen met zich mee en zal ertoe leiden dat het bbp in 2020 naar verwachting met 8,3% krimpt, wat ongekend is in vredestijd. Bovendien is de gezondheidscrisis veranderd in een existentiële crisis. Dat komt door het onvermogen van veel lidstaten om de crisis op een collectieve en eensgezinde manier aan te pakken. In plaats daarvan hebben ze hun grenzen met andere Europese landen tijdelijk gesloten. Daarmee zijn deze landen afgeweken van een van de grondbeginselen van de Europese Unie: het vrije verkeer van personen in het Schengengebied.
Vaak is het echter zo dat als alles piept en kraakt in zijn voegen, de EU er juist in slaagt om zijn zwakheden om te buigen en vooruitgang te boeken op de lange en kronkelige weg van grotere politieke en economische integratie. Zo heeft de staatsschuldencrisis van 2011-2013 geleid tot grote vooruitgang op het gebied van een bankenunie en de oprichting van het Europees Stabiliteitsmechanisme. Geconfronteerd met de coronacrisis werden de leiders zich ervan bewust dat ze sneller moesten handelen. Daarom stemde de Raad van de Europese Unie eind juli in met de oprichting van het herstelfonds Next Generation EU, met een budget van €750 mrd. Hoewel de omvang van dit herstelfonds afgezet tegen de enorme uitdagingen van de Unie relatief bescheiden lijkt, is het toch een grote stap vooruit. Zowel voor wat betreft de financiering, als de wijze waarop het geld verspreid over de lidstaten zal worden ingezet.
Solidariteit
De Europese Commissie, die het herstelfonds zal aansturen, heeft namelijk de mogelijkheid om supranationale schulden uit te geven. Deze worden door de lidstaten gegarandeerd en worden deels afgelost met behulp van nieuwe bronnen van inkomsten. Het herstelfonds is gebaseerd op het solidariteitsbeginsel. Dat betekent dat degenen die de grootste bijdragen leveren, niet het meeste zullen ontvangen. Deze opzet zorgt voor belangrijke vooruitgang op het gebied van begrotingsintegratie.
De Europese Commissie wil 30% van het EU-herstelfonds en de meerjarenbegroting besteden aan de energietransitie. Daarmee kan Europa zijn leidende positie op het gebied van hernieuwbare energie versterken en zijn doel bereiken om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55% te verminderen.
Europese aandelen
Voor beleggers zijn deze ontwikkelingen bijzonder belangrijk. Ze bepalen immers mede welke plaats beleggers moeten geven aan Europa en het thema ’waarde’ in hun aandelenportefeuilles. Het afgelopen decennium is de wereldwijde aandelenmarkt gedomineerd door de Verenigde Staten en door aandelen met een hoge winstgroei en bovengemiddelde waardering. Het is voorbarig om alles in te zetten op een ommezwaai van deze snel groeiende aandelen naar laag gewaardeerde aandelen. Europese zwaargewichten in het waardesegment van de aandelenmarkt, zoals banken en energiebedrijven, blijven waarschijnlijk onder druk staan. Toch kan Europa het komende decennium beter presteren dan de VS, onder meer dankzij de versterking van de Europese instituten en de voorsprong van Europa in de energietransitie. In de komende tien tot vijftien jaar kunnen Europese aandelen een jaarlijks gemiddeld rendement van 5,2% behalen, tegen 2,7% voor de Amerikaanse aandelen. Bovendien lijkt ’groen’ het nieuwe tech te worden en dat spreekt in het voordeel van Europa. Reden genoeg voor ons om in 2021 geleidelijk de weging van Europese aandelen in onze portefeuilles te verhogen.