Vijf lessen van de pandemie
Een eerste belangrijke les van de crisis is dat niemand weet hoe het zit of hoe het gaat lopen. Elk nieuwsartikel, elk twitterbericht, elke persoonlijke mening kan potentieel van invloed zijn op de beurskoersen. Als belegger zou je daarom in feite overal van op de hoogte moeten zijn, zelfs als het om zaken gaat waar je geen enkel verstand van hebt. Maar hoe minder iedereen weet over een onderwerp, hoe meer de meningen uiteenlopen en hoe groter de volatiliteit. Dat gold zeker in het begin van de coronapandemie. Zelfs toen de lockdowns al gaande waren, was er nog veel onduidelijkheid over hoe het virus zich verspreidde en hoe dodelijk het was. Dit zorgde voor grote onzekerheid en daarmee voor grote volatiliteit op de beurzen.
Les twee: het meest voor de hand liggende werkt beter en langduriger dan verwacht. Welke beleggers deden het goed aan het begin van de crisis? Dat waren beleggers die aandelen van vliegtuigmaatschappijen en oliebedrijven meden en digitale winnaars kochten. Welke beleggers staan er goed voor nu we door de komst van vaccins het einde van de pandemie zien naderen? Juist, diezelfde beleggers! In maart was de koers van Zoom Video, een platform voor videoconferenties en online-vergaderingen, 100% gestegen sinds het begin van de pandemie. Inmiddels is dat +500%. Het tegenovergestelde effect kon je zien bij Air France-KLM. In maart daalde de koers met 57%. In december staat het aandeel nog altijd meer dan 50% in de min.
Een derde les van de crisis is dat een aantrekkelijke waardering geen bescherming biedt. Een goede balans biedt die wel. Ook managementteams hebben in tijden van crisis vaak geen idee wat er allemaal gebeurt, dus verlagen ze veiligheidshalve de verwachtingen of geven ze zelfs helemaal geen prognoses meer. Kijk daarom enkel naar de balans tot er meer zekerheid is over de cijfers. Weinig schuld en de mogelijkheid tot herfinancieren zijn belangrijker dan een aantrekkelijke waardering.
Les vier: overheden en centrale banken grijpen steeds eerder en krachtiger in. In 2008 was er nog grote terughoudendheid bij het optuigen van stimuleringsprogramma’s voor de economie, terwijl er dit jaar direct werd ingegrepen. Overheden en centrale banken hebben nimmer vertoonde steunpakketten gelanceerd. Vanaf nu zal daarom bij elke crisis direct naar overheden en centrale banken worden gekeken voor economische steun.
Een vijfde belangrijke les is dat aandelen de bodem bereiken ver voordat de cijfers van bedrijven en de economie als geheel verbetering laten zien. De beurs bereikte de bodem in maart, terwijl de economie nog maanden daarna verslechterde. Daardoor was gedurende de zomer het mantra van economen en beursgoeroes: ‘de beurs is losgekoppeld van de economie’. In werkelijkheid kijkt de beurs altijd vooruit en anticipeerde deze correct op de verbeteringen in de economie. Dat zagen we ook bij eerdere crises.
Trends
Nu de eerste vaccinaties hebben plaatsgevonden, komt (eindelijk) het einde van de pandemie in zicht. Dit betekent dat beleggers naar de heropening van de economie gaan kijken. Hierbij voorzie ik enkele belangrijke trends.
Zo is er een redelijke kans dat er in de periode van medio 2021 tot medio 2023 de sterkste vraag ooit zal zijn naar alles wat niet meer kon tijdens de pandemie. Mensen willen weer reizen, uit eten gaan en winkelen. Geheel in stijl heeft de beurs in december alvast een voorsprong genomen op deze trend. Is alles dan al ingeprijsd? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat het meest voor de hand liggende vaak beter en langer werkt dan verwacht…
Aan de andere kant zal de aanbodzijde van de economie na de crisis totaal anders zijn. De concurrentie in categorieën als e-commerce is enorm toegenomen. In andere categorieën, zoals food services, zal vanwege faillissementen echter nauwelijks concurrentie overblijven. Als de vraag weer normaliseert na de pandemie, zal de extra concurrentie in sommige sectoren leiden tot prijsdruk, terwijl in sectoren waarin de concurrentie is afgenomen de prijsdruk juist wegvalt. In laatstgenoemde sectoren zullen naar verwachting voor beleggers goede rendementen te behalen zijn.
Faillissementen zijn niet de enige schadeposten van de pandemie. Ook de noodzaak tot snelle groei leidt bij sommige bedrijven tot pijn. Zo zien we de eerste tekenen dat de snelle uitrol van de digitale economie wellicht voorbij is gegaan aan cybersecurity. Dit moet na de pandemie worden opgelost. Maar ook categorieën waar we teveel van mensen hebben gevraagd, zoals de zorg, zullen investeringen eisen.
Beleggers zullen nog vaak terugdenken aan coronajaar 2020. Dankzij de vaccins lijkt het ergste nu achter de rug. En als het herstel in dit jaar enige indicatie biedt voor de beurzen in 2021, wordt het een allesbehalve saai jaar.\
Martijn Kleinbussink is fondsbeheerder bij Kempen Capital Management.