Meer gelijkheid voor een hoger rendement
De commotie rondom de omstreden anti-homowet die de Hongaarse premier Viktor Orbán doorvoerde, bereikte zelfs het EK voetbal. De Europese voetbalbond UEFA, die het liefst zo weinig mogelijk te maken wil hebben met politieke statements, verbood eerst nog het verlichten van de Münchense Allianz Arena in regenboogkleuren tijdens de wedstrijd tussen Duitsland en Hongarije, maar deed later wel de concessie dat toeschouwers bij andere wedstrijden regenboogvlaggen mochten meenemen in de fanzones.
In de financiële wereld komt er ook steeds meer aandacht voor dergelijke gelijkheidskwesties, maar daar gaat het vaker om gendergerelateerde zaken. Zo wordt regelmatig de vraag gesteld of mannen dan wel vrouwen een hoger beleggingsrendement halen. In plaats daarvan is het veel interessanter om gender te koppelen aan bedrijven waarin je al dan niet zou moeten beleggen.
Meer gelijkheid
De laatste jaren wordt er veel onderzoek gedaan naar het genderbeleid van bedrijven. Een van de partijen die daarin voorop lopen, is het in 2016 door Diana van Maasdijk opgerichte Equileap. Het Gender Equality Global Report van dit bureau, met daarin de honderd beursgenoteerde ondernemingen met het beste genderbeleid, krijgt elk jaar meer media-aandacht. Het Zwitserse UBS heeft in 2018 zelfs een ETF ontwikkeld op basis van een met Equileap-data samengestelde index.
Aanvankelijk bleef deze ETF het beursgemiddelde ruim voor. Begin dit jaar wijdde de Britse zakenkrant Financial Times echter een groot artikel aan de teleurstellende prestaties van genderfondsen en -ETF’s. Volgens de FT bleven deze instrumenten door zwakke prestaties in 2020 achter bij vergelijkbare regio- en wereldindices.
Goede verklaring
In hetzelfde artikel geeft Van Maasdijk een goede verklaring voor het zwakke beursjaar. De sterke prestaties van de grote beursindices waren in 2020 voornamelijk te danken aan een handjevol technologieaandelen. Omdat het leven zich opeens veel meer in de digitale wereld afspeelde, groeide de omzet van Amazon, Apple, Facebook, Netflix en Google-moederbedrijf Alphabet razendsnel. Door de koersstijgingen na de virusuitbraak waren deze FAANG-aandelen op een gegeven moment goed voor een vijfde van de totale S&P500-beurswaarde.
Van Maasdijk benadrukt dat in genderindices alle aandelen even zwaar meewegen. Bij beursindices als de S&P500 en MSCI World Index bepaalt marktwaarde het gewicht. Als de prestaties worden afgezet tegen zogeheten gelijkgewogen regio- en wereldindices presteren genderstrategieën juist relatief goed.
Focus verschuift
Dat is geen verrassing. De Harvard Business Review publiceerde al eens een onderzoek naar de impact van diversiteit op de rendementen van venture capital-bedrijven. Bij ondernemingen die 10% meer vrouwelijke partners aannamen, nam het gemiddelde jaarrendement met 1,5 procentpunt toe. Bovendien lag het aantal investeringen dat met winst werd afgesloten maar liefst een derde hoger.
Er is ook een andere reden waarom beleggers meer aandacht moeten hebben voor genderdiversiteit in de portefeuille. Momenteel staat klimaatverandering volop in de schijnwerpers van duurzame beleggers. De focus verschuift echter geleidelijk naar andere factoren, zoals gendergelijkheid. Daar sorteren grote investeerders, zoals de Noorse en Japanse staatsfondsen, al op voor.
Het kan dan ook geen kwaad om eens te kijken welke bedrijven goed scoren in het Gender Equality Global Report. Op het Beursplein zijn dat bijvoorbeeld Unilever, DSM en ASR.