De comeback (en aandelen) van de Magic Formula
In 2005 verscheen de eerste druk van The little book that beats the market. In deze bestseller laat Joel Greenblatt zien hoe je met zijn Magic Formula verbluffende rendementen kunt behalen. De auteur is niet de eerste de beste. Hij is de oprichter van Gotham Capital, een hedgefund met duizelingwekkende resultaten. In de tien jaar dat Greenblatt het fonds beheerde, behaalde de hoogleraar beleggingsleer een jaarrendement van 40,5% netto.
Terug naar de Magic Formula: in het kleine boekje schrijft Greenblatt dat iedereen zijn methode kan toepassen, maar tegelijkertijd waarschuwt hij ervoor dat de rendementen in de toekomst wellicht lager zullen uitvallen. Tussen 1988 en 2004 was zijn ludieke werkwijze goed voor een samengesteld gemiddelde van 30,8% en dit in een beursklimaat waarbij de S&P500 op jaarbasis met 12,4% steeg.
Eenvoudig van aard
Omdat de opzet van de Magic Formula eenvoudig van aard is, gingen veel beleggers ermee aan de slag. Al snel bleek dat de verbluffende rendementen van Greenblatt moeilijk te reproduceren waren, ook voor professionele beleggers. De moeilijkheidsgraad zat hem in de kerncijfers zoals het bedrijfsresultaat, de ondernemingswaarde, de netto-activa en het netto-werkkapitaal. Die gegevens liggen namelijk niet voor het oprapen, en ook de kwaliteit van de cijfers doet ertoe.
Greenblatt maakte voor zijn onderzoek dankbaar gebruik van Compustat, een op en top onderhouden financiële databank waartoe echter maar weinig beleggers toegang hebben. Beleggers werken in de praktijk met andere gegevens, tenzij ze voor een jaarabonnement $150.000 over hebben. Punt is, Compustat standaardiseert boekhoudkundige gegevens minutieus, terwijl Bloomberg, een veelgebruikte databank onder professionals ($2450 per maand) de voorkeur geeft aan gerapporteerde cijfers.
Professor Haugen, de ontdekker van het volatiliteitseffect, nam de proef op de som en wel met de duizend grootste Amerikaanse aandelen uit 1997-2002. Volgens het kleine boekje moet het jaarrendement uitkomen op 16,4%. Als de dataleverancier Bloomberg heet, daalt dat percentage naar 10%. Dit is weliswaar beter dan de 4,4% van de S&P500, maar illustreert wel dat beleggingsstrategieën afgestemd moeten zijn op de onderliggende databank. Bij de implementatie gaat anders veel rendement verloren.
Minder goed
Greenblatt pareerde die kritiek in 2010 met een herziene uitgave van het kleine boekje dat de titel The little book that still beats the market meekreeg. Als je het origineel in bezit hebt, dan is de bijgewerkte editie een overbodige luxe. De tekst is vrijwel identiek, alleen reiken de tijdreeksen in de tweede editie tot aan 2009. En inderdaad, de Magic Formula werkt nog steeds. Wel was het jaarrendement gedaald naar 23,8%. Dit als gevolg van de financiële crisis van 2007-2008, dat ook het gemiddelde van de S&P500 omlaag trok naar 9,6%.
Officiële cijfers zijn niet voorhanden, maar onderzoek van Quantalytica leert dat de rendementen van de Magic Formula in de jaren nadien moeite hadden het beursgemiddelde bij te benen. Er is sprake van een ondermaatse prestatie van 100 basispunten, zeg maar 1%. Het tijdvak 2010-2021 werd evenwel gekenmerkt door de suprematie van groeiaandelen, terwijl in de jaren ervoor het rendement van Value en Growth vrijwel gelijk opliep met de S&P500, met waarde-aandelen licht in het voordeel.
Comeback lonkt
Als de rentevrees aanhoudt en de sectorrotatie doorzet, hangen donkere wolken boven groeiaandelen. De grote vraag is nu of de oprukkende inflatie een tijdelijk fenomeen is of blijvend van aard. Voor beide scenario’s zijn er goede argumenten, maar als de rente verder blijft stijgen, krijgen groeiaandelen het zwaar te verduren, winnen waarde-aandelen aan belangstelling en lonkt de comeback van de Magic Formula.
Voor wie niet vertrouwd is met de werkwijze: bij de Magic Formula selecteert u aandelen op basis van het winstrendement en het rendement op geïnvesteerd kapitaal. Het winstrendement is een soort van omgekeerde koers-winstverhouding, waarbij het bedrijfsresultaat gedeeld wordt door de ondernemingswaarde, dat is de som van de marktkapitalisatie en de netto-schuld. Het rendement op geïnvesteerd kapitaal is het quotiënt van het bedrijfsresultaat en de som van de netto-activa en het netto-werkkapitaal. De aandelen die op beide criteria het beste scoren, worden voor een jaar aangekocht.
Tot slot, maar daarom niet minder belangrijk: een keur aan aandelen die daarmee bovendrijven.