Wel of geen recessie, de gevolgen en vier mogelijke handelingen
De eerste vijf maanden van het jaar zijn vrij dramatisch geweest voor de beurs. De hoge inflatie heeft de angst voor een recessie aangewakkerd. Ik wil daarom drie vragen behandelen: of er een recessie komt, wat de economische gevolgen daarvan kunnen zijn en ten slotte: wat kunnen/moeten beleggers doen en laten?
Geen recessie
De hamvraag voor beleggers is: komt er een recessie? Die vraag is helaas niet met zekerheid te beantwoorden. Een belangrijke recessie-indicator in de VS is het verschil tussen de rente van kortlopende staatsleningen en langlopende staatsobligaties. Als de korte rente boven de lange uitkomt (de ‘inverted yield curve’ in het Engels), is dat een behoorlijk betrouwbaar teken dat een recessie binnen één tot anderhalf jaar zal beginnen. De Amerikaanse tweejaarsrente stond in april kort boven de tienjaarsrente, een recessieteken dus.
Deze maatstaf wordt door beursanalisten veel gebruikt; in de academische wereld wordt meer gekeken naar het verschil tussen de driemaandsrente en de tienjaarsrente. Meestal geven beide maatstaven dezelfde waarschuwing, maar nu niet . De ene maatstaf zegt recessie, de ander niet.
The Federal Reserve Board of San Francisco heeft deze discrepantie recent behandeld in een publicatie (Economic Letter). De conclusie van deze publicatie is dat de driemaands/tienjaars een meer betrouwbare maatstaf is. Dat leidt weer tot de constatering dat de kans op een recessie binnen afzienbare tijd niet groot is. Als dat inderdaad het geval is, zou dat natuurlijk goed nieuws zijn voor beleggers. Een reden voor hoop dus.
Een ander punt om te onthouden is dat niet elke flinke beursdaling een inleiding is voor een recessie. 2018 bijvoorbeeld was een bewogen beursjaar, met twee correcties van meer dan 10%, en een daarvan was op een haar na -20%. Maar een recessie volgde pas begin 2020. Het gaat wel erg ver om te beweren dat beleggers dat in 2018 al hadden zien aankomen, al dan niet onderbewust. Bovendien werd 2019 een bijzonder goed beursjaar. Beleggers kunnen dus overdrijven, en doen dat regelmatig.
Wel een recessie
Een heel aantal economische maatstaven staat op onrustbarende niveaus (zoals de inflatie en het consumentenvertrouwen). Het is zeker niet uit te sluiten dat het genoemde tweejaars/tienjaars-signaal het wél bij het rechte eind heeft. Beleggers doen er daarom verstandig aan om rekening te houden met de situatie dat er toch een recessie komt. Daarvoor is het handig om te bekijken wat een recessie in het verleden voor de beurzen betekende.
Met die gedachte heb ik recessies in de VS bestudeerd. Dat is omdat er meer data beschikbaar zijn voor de VS dan voor de EU (de Eurostoxx is bijvoorbeeld nog niet zo oud) en een enkel Europees land is voor de wereldmarkt niet belangrijk genoeg. Daar komt bij dat Europese recessies tot op heden van minder belang zijn geweest voor de beurskoersen (zie kader en tabel onderaan artikel).
Koersdalingen tijdens recessie
Een recessie is slecht nieuws voor aandelenmarkten. In de tabel staan de negen Amerikaanse recessies sinds 1960. In elk van die gevallen daalde de S&P 500-index met meer dan 10%. In vijf van de negen gevallen was de daling meer dan 30% van de voorgaande piek tot de bodem. Wat ook opvalt is dat de koersdaling in de S&P lang duurt: gemiddeld genomen 428 dagen, ruim een jaar dus. Vaak werd de daling ingezet ruim vóór het begin van de daadwerkelijke recessie. Gemiddeld genomen 160 dagen eerder.
In drie gevallen werd de beurs ‘verrast’ door een recessie, oftewel de daling werd pas ingezet nadat de recessie al begonnen was. Deze drie gevallen zijn de drie kortste recessies, waarbij het koersverlies relatief binnen de perken bleef. Hoe de toekomst er ook uitziet, de huidige situatie lijkt niet op zo’n korte recessie-scenario, gegeven de inmiddels maandenlange daling op de beurzen zonder recessie in de VS.
De andere zes recessies duurden beduidend langer, het scenario waar beleggers nu bang voor lijken te zijn. Zo’n lange recessie zou geen goed nieuws zijn. De gemiddelde daling in die gevallen was vanaf de piek 37,9%. Vanaf de piek op 3 januari dit jaar (4796,56 punten) zou precies zo’n gemiddelde daling betekenen dat de S&P uitkomt op 2976,75 punten. Die bodem zou dan pas volgend jaar gezet worden: volgens de gemiddelde duur van deze (lange) koersdalingen (577 dagen) bereikt de S&P in augustus 2023 pas het dieptepunt.
Uiteraard zijn gemiddelden maar gemiddelden: de realiteit zal er anders uitzien. Maar wat wel duidelijk wordt, is dat met een Amerikaanse recessie de verdere koersdaling waarschijnlijk fors zal zijn, en nog een hele tijd (vele maanden tot meer dan een jaar) zal duren.
Wat de doen met de portefeuille
Een recessie (in de VS) is dus mogelijk, maar in het begin van het artikel heb ik al aangegeven dat er ook redenen zijn voor twijfel. Dat maakt het lastig om beslissingen over de aandelenportefeuille te nemen. Inzetten op één scenario is riskant. Hoe dit probleem aan te pakken hangt vooral af van hoeveel risico een belegger kan en wil nemen. Hieronder bespreek ik een aantal algemene mogelijkheden. Ik ga niet in op specifieke aandelen, dat zou te ver gaan in deze context.
- Liquideren (niet doen!)
Als er een (lange) Amerikaanse recessie komt, met de bijbehorende schade op de aandelenmarkten, zou je kunnen denken dat alle aandelen verkocht moeten worden, om op of rond de bodem weer te gaan kopen. Maar daar zitten een paar haken en ogen aan: als die grote daling er al komt, is het helemaal niet zeker dat beleggers in staat zijn om de bodem te bepalen. De kans op een goede timing is niet groot, perfectie is al helemaal een kwestie van geluk. Dan is er ook nog de kwestie van hoeveel verder het nog kan en zal zakken. Als de beurzen, mét een recessie, vanaf hier niet heel veel verder omlaag gaan, dan is het waarschijnlijk niet de moeite en transactiekosten waard. Een ander probleem van alles verkopen is dat als er geen recessie komt, en de beurzen weer herstellen, er behoorlijk hoger weer ingestapt moet worden.
Ik ben geen voorstander van het timen van de markten (proberen te kopen op de bodem en verkopen op de top). Dat lukt maar weinigen structureel foutloos, als het al iemand lukt. Niet voor niets is de wijsheid: beleggen doe je voor de lange termijn. Ik raad dus af om nu de aandelenportefeuille overboord te kieperen in de hoop op de bodem terug te kopen. Een recessie in de VS is zeker mogelijk, maar daarna volgen ongetwijfeld ook weer mooie jaren.
- Niets/weinig doen
Voor beleggers met een lange horizon en een goed doordachte portefeuille, is helemaal niets doen, of misschien wat tactische aanpassingen doorvoeren, een prima oplossing. Na moeilijke jaren volgen vaak heel goede. Wie gewoon blijft zitten, profiteert volledig van dat herstel. Een voorbeeld van een tactische aanpassing is om heel riskante aandelen in te ruilen voor wat minder gevoelige aandelen.
- Gedeelte cash
Beleggers die financieel of emotioneel minder goed tegen neergaande markten kunnen, hoeven ook zeker niet alles te verkopen. Maar, naast tactische aanpassingen, kunnen zij het risico eenvoudig verlagen door een beperkt deel van de aandelen van de hand te doen. De cash kan dan in veiligere beleggingen (geen aandelen) worden gestoken, of gewoon een tijdje op de bank staan. Als de markten verder onderuit gaan, levert dat mooie munitie voor koopjes op. En als de markten vanaf nu juist herstellen, dan doet het gedeelte aandelen dat is aangehouden daaraan mee.
Hoeveel cash hangt vooral af van hoeveel risico draaglijk is, financieel en emotioneel. Bijvoorbeeld 10 of 15% voor wie tegen een stootje kan, en (veel) meer voor mensen die nu al niet kunnen slapen van de beurs. Een optimaal rendement gaat zo’n strategie niet opleveren, maar desastreus zal het ook nooit worden.
- Bescherming kopen
Een variant is om de aandelenportefeuille intact te houden, maar om beschermingsconstructies met putopties te kopen. Voor langetermijnbeleggers zou zo’n beschermingsconstructie niet nodig moeten zijn. Die is namelijk niet goedkoop, afhankelijk van hoeveel bescherming gekocht wordt (hoe meer, hoe duurder). Die kosten hinderen het rendement. Verder is enige (of liever behoorlijke) kennis van opties een vereiste. Optietip 272 van vorige week is een voorbeeld van zo’n beschermingsconstructie.
In de tabel staan verschillende recessieperioden, waarbij steeds is aangegeven of de EU in recessie zat in die periode (ja of nee), en voor de VS hetzelfde. Daarachter staan de rendementen van de S&P 500 en Eurostoxx 50 over die hele recessieperiode. Die rendementen zijn op maandbasis (steeds slotkoersen van de eerste dag van de maand), omdat de recessiedata op maandbasis worden bijgehouden.
Een Amerikaanse recessie betekende tot op heden meestal dalende aandelenmarkten, in de VS én de EU. Er zijn enkele gevallen waarbij de schade beperkt bleef, maar dan alleen gemeten op maandbasis. Op basis van dagelijkse koersen van een piek tot bodem zal het negatiever uitpakken. Als de EU in een recessie zit, maar de VS niet, stijgen de beurzen over het algemeen wel. Het gemiddelde rendement (op maandbasis) in die perioden was +25,4%. Als die trend zich doorzet, dan zou een eventuele recessie in de EU binnenkort geen groot probleem voor beleggers hoeven te zijn als de VS een recessie weet te vermijden. Een recessie voor beide zou wel slecht nieuws zijn.