Ebusco | Groeiaandeel met een hoog ESG-gehalte
Ebusco, fabrikant van elektrische bussen, bestaat nu tien jaar. De onderneming heeft in deze periode flink aan de weg getimmerd en zette in oktober 2021 met een beursgang opnieuw een belangrijke stap. De tocht naar succes is er een van de lange adem. In 2012 toonde Ebusco al haar eerste elektrische bus op de grootste autoshow van Duitsland, de IAA. Het model 1.0 had een actieradius van 200 kilometer en een Europese goedkeuring om 70 passagiers te vervoeren. Dat klinkt interessant voor die tijd, maar jammer genoeg voor Ebusco waren grote klanten niet echt overtuigd. Naast een gebrek aan bereik was namelijk ook het prijskaartje nog te hoog. De Ebusco 1.0 was twee keer zo duur vergeleken met een dieselvariant.
Toch wist Ebusco wel een aantal kleine orders in de wacht te slepen, waardoor de 1.0 uiteindelijk de weg op ging in Finland en Noorwegen. Toen het verminderen van de CO2-uitstoot een steeds belangrijker thema werd, volgden ook aanvragen uit andere landen om de bus te mogen testen. Uit de feedback van die proeven werd duidelijk waaraan de toekomstige Ebusco minimaal moest voldoen. De opvolger zou moeten beschikken over een actieradius van 300 in plaats van 200 kilometer en het aantal passagiers moest worden opgeschaald van 70 naar 90. Daarmee zou een Ebusco-bus eenzelfde kostenniveau bereiken als een dieselbus, gemeten in Total Cost of Ownership (TCO). Dit is een maatstaf voor de totale kosten over de levensduur van een bus, dus de aanschafwaarde plus de kosten voor stroom of diesel en voor het onderhoud.
Dankzij verbeteringen op het gebied van batterijtechnologie en door middel van het gebruik van lichtere materialen bracht Ebusco in 2014 een bus op de markt die aan deze criteria voldeed, de Ebusco 2.0. Sindsdien is het bedrijf continu door blijven ontwikkelen met als resultaat een 2.2-variant en recent de lancering van de Ebusco 3.0.
Wat deze laatste bus met name interessant maakt, is dat deze grotendeels is gemaakt van composiet. Hierdoor is de nieuwe bus 30% lichter geworden. Dit is een enorme doorbraak, omdat naast het feit dat de actieradius is toegenomen, ook het energieverbruik van de bus aanzienlijk is gedaald. De Ebusco 3.0 kan inmiddels 575 kilometer rijden zonder te laden en vergeleken met de 2.2 en de modellen die de concurrentie op de weg heeft, ligt het energieverbruik 30 tot 40% lager. In het totale kostenplaatje over de levensduur van een elektrische bus maakt dit een aanzienlijk verschil. Naast dit competitieve voordeel biedt Ebusco ook nog eens oplaadsystemen aan en kan het de bussen onderhouden voor de opdrachtgevers. Dit totaalpakket moet Ebusco helpen om toekomstige opdrachten te verwerven.
Gang van zaken
Alvorens we vooruitkijken is een blik in de achteruitkijkspiegel verstandig. 2021 was qua resultaten namelijk een teleurstellend jaar voor Ebusco. Doordat tijdens de coronacrisis veel aanbestedingen in het openbaar vervoer werden uitgesteld, daalde de omzet van €100 mln in 2020 naar €24,3 mln in 2021 en bleef er onder aan de streep een nettoverlies over van €26,8 mln. Een jaar eerder boekte het bedrijf nog een nettowinst van €16,7 mln.
Een verklaring voor het forse verlies was dat het management vol bleef inzetten op het uitbreiden van de productiecapaciteit, met onder andere de oplevering van een nieuwe fabriek in Deurne. De gedachte hierachter was dat na de coronacrisis het aantal aanbestedingen flink zou kunnen toenemen. Hierin kreeg Ebusco gelijk, want het aantal openstaande tenders is in korte tijd van circa 300 tijdens de coronacrisis opgelopen naar 3000 in 2022. Een belangrijke opdracht wist Ebusco dit jaar in ieder geval alvast binnen te slepen. Er werd een raamovereenkomst gesloten met Deutsche Bahn, de grootste openbaarvervoermaatschappij van Duitsland, voor de levering van 800 bussen. Het orderboek is daardoor opgelopen naar ruim 1200 exemplaren. Circa 285 van die bussen zullen in 2022 worden geleverd.
Kanttekening bij het omvangrijke orderboek is dat het niet alleen om vaste orders gaat. Voor een groot deel moet Ebusco maar afwachten of de opdrachtgever de optie zal lichten. De kans hierop lijkt groot, want de transitie naar elektrisch busvervoer staat overal bovenaan de agenda. De huidige vloot van meer dan 350 Ebusco-bussen die al in Europa rondrijdt, zal op korte termijn dan ook zeker verdubbelen.
Productiecapaciteit
Om te kunnen voldoen aan de toekomstige vraag naar de Ebusco 3.0, zet het bedrijf flink in op uitbreiding van de productiecapaciteit. Voorloper 2.2 waarvan zal op termijn uit de productie worden gehaald; de huidige capaciteit ligt op 1000 bussen per jaar en die worden in China geassembleerd door partner Waichai. De 3.0 zal enkel uit eigen fabrieken worden geleverd. Eind 2022 zullen er naar verwachting alvast twee bussen per werkdag van de band rollen in Deurne, waarmee de productiecapaciteit in Nederland verdubbelt van 250 naar 500 bussen op jaarbasis. In Frankrijk dient een tweede Europese productiefaciliteit te worden opgezet met eveneens een jaarcapaciteit van 500 bussen. De komende jaren moeten soortgelijke productiefaciliteiten worden opgericht in Polen, Australië en de VS. Hiervoor is relatief weinig kapitaal nodig. De fabrieken in Frankrijk, Polen en Australië vergen naar verwachting een investering van circa €11 mln.
Advies Ebusco
Met de Ebusco 3.0, waarmee het bedrijf over een competitief voordeel beschikt, zou het erin moeten slagen om marktaandeel te winnen in Europa de komende jaren. De gewonnen tender bij Deutsche Bahn ondersteunt de kans van slagen. Met een marktaandeel van slechts 4,1% in 2021 valt er nog behoorlijk wat terrein te winnen. Het Poolse Solaris is met een marktaandeel van 11,9% vooralsnog de leider, maar de vraag is voor hoe lang. BYD-ADL en Mercedes volgen met respectievelijk 11,4% en 10,1% inmiddels op de voet.
Mij beperkend tot Ebusco reken ik voor de komende jaren op flinke omzetgroei en winstgroei. Bij een geschatte k/w 2023 van 29 lijkt het aandeel niet goedkoop; die waardering kan echter snel afnemen. Tegen 2025/2026 zou in een positief scenario de wpa zomaar eens kunnen oplopen richting de €5. Zover is het nog lang niet en in de tussentijd kunnen er een hoop tegenvallers zijn. Toch zijn er voldoende punten om enthousiast over te zijn. Ebusco lijkt met de nieuwe bus te beschikken over een sterk competitief voordeel en ook financieel staat het bedrijf er goed voor. De kaspositie van €208 mln eind 2021 biedt voldoende mogelijkheden om te investeren in productiecapaciteit. Daarnaast staat er een oprichter aan het roer die tevens grootaandeelhouder is met 35,4% van de aandelen en dat is naar mijn mening vaak een plus.
Tegelijkertijd is bij het koopadvies ook wat voorzichtigheid geboden. Het huidige orderboek geeft namelijk nog niet 100% garantie dat alle orders ook uiteindelijk worden omgezet in verkopen. Doordat Ebusco daarnaast ook nog moet werken aan een trackrecord waarmee wordt aangetoond dat het de productie succesvol kan opschalen, raad ik momenteel aan niet meer dan 3% te alloceren.