Dividendbetalers selecteren in Europa | Midsummer Dogs
Veruit de bekendste dividendstrategie is de Dogs of the Dow. De strategie verwierf bekendheid door het boek Beating the Dow, dat in 1991 uitkwam. In zijn bestseller laat Michael O’Higgins zien hoe beleggers de beurs op ludieke wijze kunnen kloppen. Hoewel hij niet de geestelijke vader is van de dividendstrategie, dat is John Slatter, bedacht hij wel Dogs of the Dow als naam.
De spelregels van de Dogs of the Dow:
- Rangschik op 31 december alle aandelen uit de Dow Jones op hun dividendrendement, dat aan de hand van het uitgekeerde dividend wordt berekend.
- Koop daarvan enkel de tien aandelen met het hoogste dividendrendement. Doe dat voor gelijke bedragen en houd de aandelen een jaar bij.
- Herhaal deze oefening bij elke jaarwisseling. Vervang enkel de aandelen die niet langer tot de top-10 behoren met het hoogste dividendrendement en verlies niet de weging van de andere aandelen uit het oog. Elk aandeel heeft een weging van 10%.
Als belegger weet je van tevoren op grond waarvan en op welke datum je de aandelenportefeuille moet herschikken. De mechanische aanpak van de Dogs of the Dow neemt de moeilijkste beleggingsbeslissing uit handen: wanneer verkopen? Ook professionele beleggers hebben veelal geen expliciete exit-strategie. De meeste aandelen worden verkocht na een stijging of daling van 50%.
Volgens O’Higgins harkte je met zijn beleggingsstrategie in de achttien jaar tot aan 1991 een totaalrendement van 1753% binnen. Dat is een jaargemiddelde van 16,6% en duidelijk beter dan 10,4%, het jaarrendement van de Dow Jones.
Dividendaandelen uit Europa
De theorie van de Dogs of the Dow kan je ook loslaten op Europese aandelen, mits het blue chips zijn. De basis van de dividendstrategie is de hoogte van het dividendrendement en de aanname dat de aandelen uit de index tot de allerbeste bedrijven van de wereld behoren. Een indexopname is geen garantie op eeuwig lidmaatschap, noch op succes.
Elk bedrijf maakt goede en slechte tijden mee en doorstaat af en toe periodes waarin de koers daalt. Zolang het dividend niet verlaagd wordt, zal het dividendrendement dan stijgen. Het hoge dividendrendement is een ludieke manier om goedkope aandelen op te sporen in de veronderstelling dat ze een inhaalslag zullen maken, waardoor een beter dan gemiddeld rendement lonkt.
De kracht van de dividendstrategie zit hem ook in de aard van het dividend. Europese aandelen betalen over het algemeen meer dividend, maar Amerikaanse aandelen doen dat vaak wel vier keer per jaar. Op Wall Street zijn kwartaaldividenden de norm, in Europa daarentegen wordt het dividend vaak in één keer uitgekeerd of halfjaarlijks.
Als bedrijven concessies doen aan hun dividendbeleid, ben je als belegger meestal al te laat met verkopen; bij Europese aandelen al helemaal. Wanneer de markt vermoedt dat het dividend in gevaar is, dan weegt dat op de koers van het aandeel. En naarmate de frequentie van de dividendbetalingen hoger is, moeten bedrijven eerder kleur bekennen. Ergo, de periode met aanhoudende koersdalingen is korter en de aandelenpositie loopt minder averij op.
Meestal maakt het niet uit wanneer je start, maar de theorie van de Dogs of the Dow stelt nadrukkelijk dat je aan het begin van een kalenderjaar je aandelen koopt. Als je de dividendstrategie toepast met Amerikaanse aandelen kun je eigenlijk op elk willekeurig moment beginnen, omwille van de kwartaaldividenden.
Dividenddogs in Europa
Lonk je naar Europese dividendaandelen, dan verdient het aanbeveling de strategie halverwege het jaar op te starten. In april en mei publiceren de meeste Europese bedrijven hun jaarcijfers. Kort daarna volgt de betaalbaarstelling van het (slot)dividend. Dan wordt ook duidelijk welke bedrijven verzaken of het dividend laten stijgen. Zo speel je als belegger korter op de bal en kom je minder snel voor voldongen feiten te staan.
Had je in de afgelopen 25 jaar bij elke jaarwisseling de theorie van de Dogs of Dow toegepast op de EuroStoxx50, dan realiseerde je een overrendement van 1,96%-punt. Was je startpunt telkens halverwege het jaar, dan stijgt het overrendement naar 2,93%-punt, ofwel een jaarrendement van 9,2%.