Nieuwe schuldencrisis in de maak
De snelheid waarmee de rente in de eerste helft van 2022 omhoogschoot en de verliezen op de kapitaalmarkt, riepen vergelijkingen op met obligatierampjaar 1994. De afgelopen weken kon de vastrentende wereld echter weer wat op adem komen. En eind vorige week kwam er zelfs wat goed nieuws, toen bekend werd dat Griekenland de schuldencrisis overwon en eindelijk het financiële strafbankje verlaat. Het land heeft zijn begroting en financiën sinds de crisis van twaalf jaar geleden voldoende op orde gekregen om de controle over de eigen schatkist terug te krijgen.
Achter die opsteker gaan echter behoorlijk wat donkere wolken schuil. Een heel grote groep landen zit in zulke grote financiële problemen, dat het gevaar van een nieuwe schuldencrisis snel toeneemt.
Een nieuwe schuldencrisis op komst?
Rusland trok de aandacht door in juni voor het eerst sinds een eeuw een buitenlandse schuld niet af te lossen. De wanbetaling heeft natuurlijk alles te maken met de sancties vanwege de oorlog in Oekraïne. Maar Rusland is niet het enige land dat in gebreke blijft. Sri Lanka betaalt bijvoorbeeld sinds het voorjaar geen rente meer over de buitenlandse schuld van ruim $50 mrd. En in april kondigde de Libanese vice-premier Saadeh al-Shami aan dat zijn land failliet was.
In navolging van nieuws vanuit de Wereldbank waarschuwen financiële nieuwsdiensten Bloomberg en Reuters dat de lijst wanbetalers langer zal worden. De economieën van veel opkomende landen worden hard geraakt door de stevig opgelopen voedsel- en brandstofprijzen.
Kwetsbare fase
Deze problemen komen op een moment waarop de landen zich herstellen van de pandemie. De stijgende rente en de oplopende risicopremie – de zogeheten spread – maakt het een stuk duurder om aflopende schulden te herfinancieren. Bovendien hebben opkomende landen veel leningen uitgegeven in dollars.
Door de flinke stijging van de Amerikaanse munt zijn de kosten voor rentebetalingen en aflossingen in lokale valuta’s flink opgelopen. Onder meer Argentinië, Egypte, Kenia, Pakistan, Tunesië en El Salvador kunnen binnen enkele kwartalen of jaren in betalingsproblemen komen.
Van schuldencrisis naar het IMF
Zodra dat gebeurt, zijn de ogen gericht op het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Deze organisatie is vaak het laatste vangnet voor landen met een schuldencrisis. Maar Griekenland kan erover meepraten dat het IMF geen misselijke eisen stelt bij het verstrekken van noodkrediet. Een schuldherstructurering doet vooral pijn in getroffen landen, maar ook op obligatiemarkten.
Institutionele beleggers en andere partijen hebben volgens Bloomberg een positie van $237 mrd in leningen van probleemlanden. Daarnaast kan een schuldcrisis ook de internationale verhoudingen op scherp zetten.
China als extra risicofactor
Meer dan veertig landen hebben een schuld aan China die groter is dan 10% van het bbp. Dit onderstreept de toegenomen politieke en financiële macht van het land. Het maakt het vinden van een schuldoplossing mogelijk ook een stuk lastiger. China maakte er de afgelopen jaren namelijk een gewoonte van om op eigen houtje met landen te onderhandelen over probleemleningen. Aan de andere kant zal met name de Verenigde Staten niet staan te trappelen om bij te dragen aan schuldoplossingen waar vooral China van profiteert.
Voor beleggers zijn de belangrijkste lessen dat de onrust op internationale obligatiemarkten de komende kwartalen weer kan oplaaien en vooral dat dit niet het moment is om – zoals in het lage-renteklimaat van de afgelopen jaren – op zoek naar wat meer rendement ervoor te kiezen om wat extra risico te nemen met obligaties van opkomende landen.