De F-score uitgelegd | En twee aandelen die aan de criteria voldoen
Eind jaren negentig bedacht de Amerikaan Joseph Piotroski vanuit zijn vakgebied als hoogleraar financiële verslaggeving een boekhoudkundig raamwerk waarmee je onder goedkope aandelen echte koopjes kunt ontdekken. De meeste beleggers kopen laag gewaardeerde aandelen simpelweg omdat ze goedkoop zijn, maar dat kan verraderlijk zijn. Vaak is het zo dat als aandelen goedkoop zijn daar een fundamentele reden voor is.
Het is dus van groot belang om het verschil te kunnen zien tussen een echt koopje en een valkuil; vaak geeft de sterkte van de balans de doorslag. Met de F-score, het boekhoudkundig raamwerk van Piotroski, leg je de zwakke punten in de balans bloot. Het bijzondere van de F-score is dat je alle informatie terug kunt vinden in een enkel jaarverslag.
De F-score
Het boekhoudkundige raamwerk beoordeelt de financiële positie van een bedrijf op negen punten. De F-score is eigenlijk een drietrapsanalyse. De eerste vier punten beoordelen de winstgevendheid. De volgende drie lichten de veranderingen in de kapitaalstructuur door en de laatste twee punten evalueren de efficiënte bedrijfsvoering.
Voor elk criterium waaraan wordt voldaan, wordt één punt toegekend. Indien het bedrijf niet aan een criterium voldoet, worden er geen punten afgetrokken.
De F-score punt voor punt
Je begint met de winstgevendheid:
- Boekte de onderneming in de voorbije twaalf maanden winst?
- Was het resultaat (nettowinst) beter dan vorig jaar?
- Was de operationele kasstroom positief?
- Was die operationele kasstroom hoger dan de nettowinst?
dan met de kapitaalstructuur:
- Daalde of bleef het aantal uitstaande aandelen gelijk?
- Daalde de schuldratio (langlopende schulden/activa)?
- Verbeterde de ruime liquiditeit, meer bekend als de current ratio?
en tot slot de bedrijfsvoering:
- Is de brutowinstmarge gestegen (brutowinst/omzet)?
- Steeg ook de omloopsnelheid (omzet/activa)?
Als het antwoord op al deze vragen ja is, dan scoort het aandeel negen punten. Is het antwoord telkens neen, dan zijn het nul punten. Aandelen die een acht of negen scoren, zijn volgens Piotroski financieel gezond en beschikken over een ijzersterke balans. Aandelen met een F-score van twee of lager, daarvan is de balans zwak, en die zijn als belegging niet interessant, tenzij je op dalende beurskoersen speculeert.
Voorselectie
Strikt genomen, bestaat de F-score uit tien selectiecriteria. De eerste stap is immers de voorselectie op basis van de boekwaarde. Eigenlijk is het kengetal koers/boekwaarde het belangrijkste selectiecriterium van Piotroski. Alleen aandelen met een F-score van zeven of hoger en een koers/boekwaarde die tot het laagste kwintiel van de markt behoort, zijn een investering waard.
In dit artikel staat het boekhoudkundige raamwerk centraal, maar op de keper beschouwd, is de F-score een secundaire screening. Als je de werkwijze van Piotroski strikt volgt, dan begin je met de roskam van de boekwaarde en ga je verder met het bepalen van de F-score. Dit doe je dus enkel als de koers/boekwaarde deel uitmaakt van de onderste groep van 20%.
Minpunten
Het punt is wel dat je met de F-score nauwelijks koopwaardige aandelen opspoort. Momenteel telt de AEX slechts één fonds met de maximumscore en twee met acht punten. Van die drie is enkel de koers/boekwaarde van ArcelorMittal (F-score: 8) voldoende laag. Met de AMX erbij, stijgt het aantal fondsen met acht punten naar vijf en voegt Aperam zich bij de lijst van goedkope aandelen.
Een ander minpunt is dat F-scores statisch zijn. Dat is een logisch gevolg van de opzet van het raamwerk: jaarcijfers veranderen per definitie een keer per jaar. Wel kun je enige variabiliteit waarnemen bij het kengetal van koers en boekwaarde.
Elk aandeel reageert anders op de actualiteit en economische ontwikkelingen. Sommige aandelen dalen, andere stijgen of ze dalen harder dan andere of stijgen sneller. Hierdoor verandert ook de koers/boekwaarde en kan het gebeuren dat aandelen naar het laagste kwintiel zakken of juist van de lijst van goedkope aandelen verdwijnen.