Spectaculaire obligatiemarkt | Net zo erg als de aandelenmarkt
Jeremy Grantham, mede-oprichter van vermogensbeheerder GMO, staat terecht bekend als een van de beste ‘bubbel-experts’ op de financiële markten. Vorig jaar januari waarschuwde de Brit dat de in 2009 gestarte bullmarkt zich tot een historische bubbel had ontwikkeld. Extreem hoge waarderingen, explosieve koersstijgingen, een stortvloed aan emissies en bijna hysterisch gedrag van sommige beleggers brachten Grantham tot deze conclusie. Begin dit jaar gooide de bekende belegger er nog een schepje bovenop en sprak hij van een inmiddels gevormde ‘superbubbel’.
Deze superbubbel zou zijn plaats in de geschiedenisboeken innemen naast de beruchte bubbels op de aandelenmarkt in de VS in 1929, in Japan in 1989 en de VS in 2000. De speculatieve gekte was gedurende het jaar na zijn eerdere waarschuwing immers alleen nog maar verder toegenomen. Grantham noemde onder meer de koersstijgingen van de ‘meme-aandelen’ Gamestop en AMC Entertainment, de opkomst van crypto-parodie dogecoin en de bizarre koersstijging van autoverhuurbedrijf Hertz na aankondiging van de aankoop van een ‘vloot’ Tesla’s als anekdotisch bewijsmateriaal daarvoor.
Hosannastemming
Zoals Grantham ook al meerdere malen heeft geschreven beperken superbubbels zich echter niet tot de aandelenmarkt. Ook de vastgoedmarkten in Japan in 1989 en in de VS in 2006 waren volkomen losgezongen van de economische realiteit. Zelfs de normaal gesproken – vermeend – meer rationele obligatiemarkt werd roekelozer. Bijna precies een jaar geleden besteedde ik in onze podcast Voorkennis aandacht aan de ‘hosannastemming’ op de obligatiemarkt aan de hand van enkele opvallende nieuw geplaatste leningen.
Zo kwam cryptobeurs Coinbase een jaar geleden met een zevenjarige en tienjarige lening van ieder $1 mrd naar de markt. Sinds de uitgifte is de koers van de zevenjarige lening met bijna 35% gedaald en staat de tienjarige 40% lager. De Coinbase-obligaties behoorden bij uitgifte al tot het meer risicovolle high yield-segment van de obligatiemarkt, waar dergelijke koersbewegingen misschien eerder voorkomen. In de podcast van een jaar geleden sprak ik echter ook mijn verbazing uit over de destijds net geplaatste lening van €700 mln van Eli Lilly. De Amerikaanse farmaceut valt met een credit rating van ‘A+’ stevig in het solide en doorgaans wat kalmere investment grade-segment.
De volgende domino
Mijn verbazing betrof de zeer lage coupon van slechts 1,375% voor een lening met een looptijd van veertig jaar. Een jaar later staat deze Eli Lilly-lening op een koersverlies van ruim 43%. Daar zijn geen bedrijfsspecifieke redenen voor. Eli Lilly ontwikkelt zich prima en het bedrijf heeft dan ook nog steeds dezelfde hoge credit rating. Ook steeg de koers van het aandeel de afgelopen twaalf maanden ruim 30%. Het is de combinatie van overwaardering – in de vorm van een extreem lage coupon bij de Eli Lilly-lening – en veel hogere inflatie en rente die enorm huisgehouden heeft op vooral de meer speculatieve segmenten van de financiële markten.
Met de gestegen rente is ook het adagium Tina – ‘there is no alternative’ voor (groei-)aandelen en langlopende obligaties – uit beeld verdwenen, aldus Morgan Stanley-strateeg Andrew Sheets. Kortlopende Amerikaanse staatobligaties bieden nu een effectief rendement van 3,9% en zijn daarmee een alternatief voor (dollar)beleggers die even uit de aandelenmarkt willen stappen, stelt Sheets. Een wel begrijpelijk sentiment.
Want hoewel er al harde klappen zijn gevallen – onderbroken door een bearmarktrally tussen medio juni en medio augustus – vormen dalende marges een volgende domino die kan omvallen in Granthams scenario van een imploderende superbubbel. Dat scenario leek begin dit jaar nog zo onwaarschijnlijk, maar dreigt nu steeds meer werkelijkheid te worden.