ETF-portefeuille | Grote verschillen bij de dividend-ETF’s
De ETF-portefeuille staat op een verlies van zo’n 12%. Beleggers zijn steeds meer van mening dat de VS een ‘harde landing’ zal maken, oftewel dat het land in een recessie terecht zal komen door de sterke renteverhogingen, die weer een gevolg zijn van de hoge inflatie. Een recessie in de VS is voor de beurzen belangrijk omdat dit de grootste economie ter wereld is, en op de beurs is die positie nog sterker.
De Amerikaanse beurs is goed voor iets meer dan 40% van de totale aandelenmarkt (in waarde gemeten). Dat is ongeveer vier maal zo groot als de EU, en ook vier keer zo groot als China. Dus als VS de recessiedans weet te ontspringen, scheelt dat een slok op een borrel voor de grote aandelenindices. Uiteraard geldt het omgekeerde ook, en dat is wat nu gevreesd wordt.
Dollareffect
Door de snelle renteverhoging in de VS is de Amerikaanse dollar sterk in waarde gestegen, ook tegenover de euro. Dat is de verklaring dat er één ETF in de portefeuille op een plus staat, de SPDR S&P US Dividend Aristocrats ETF. De Amerikaanse variant van deze ETF, natuurlijk in dollar genoteerd, staat op een verlies van iets meer dan 10%. Omdat we in Nederland nu eenmaal de euro gebruiken, gebruiken we voor de portefeuille ook waardes in euro. Dat komt nu gunstig uit voor ETF’s met Amerikaanse aandelen. Andersom geldt het natuurlijk ook: als de dollar in waarde zou dalen, dan zou het rendement van de Amerikaanse ETF’s gerekend in euro lager uitkomen.
Winnaar
Dat de Amerikaanse dividend-ETF het relatief goed doet, is op zich niet zo verbazingwekkend. Het wordt al duidelijk als wordt gekeken naar het gewicht van een sector die hard onderuit is gegaan dit jaar: technologie. Maar 3,1% van de portefeuille van de Amerikaanse Dividend Aristocrats zit in technologie-aandelen. Deze sector heeft in grote indices een veel grotere weging, in de S&P500-index is het bijvoorbeeld meer dan een kwart. Naast het (bijna) ontbreken van technologie, is er nog het effect van beleggers die veilige havens zoeken. In onzekere tijden zoeken beleggers stabielere beleggingen. Aandelen met een regelmatig dividend worden gezien als veiliger.
Verliezers
Vanwege dit veilige-haveneffect is het wel opvallend dat de SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats ETF het juist relatief slecht doet. Deze ETF staat op een verlies van ongeveer 23% sinds 1 januari, terwijl de Europese Stoxx60-index op een verlies staat van ‘maar’ 17%. Dat komt vooral door de energieproblemen in Europa. In deze dividend-ETF zitten vrij veel nutsbedrijven (12,9%), waarvan een aantal het moeilijk hebben door de hoge prijzen die ze moeten betalen voor energie. Ook aandelen van bedrijven die veel gas of andere dure grondstoffen nodig hebben voor hun productie doen het slecht. Het aandeel BASF bijvoorbeeld is zo’n 35% kwijtgeraakt dit jaar. En ook het Nederlandse Vopak staat op forse verliezen. Dividendaandelen zijn dus niet altijd zaligmakend.
De grootste verliezer in de portefeuille is de EasyETF FTSE EPRA Eurozone ETF. Een belangrijke factor is de stijgende rente in Europa. Bij een hogere rente wordt financiering duurder voor vastgoedbedrijven. En er is ook een disconteringseffect: toekomstige huuropbrengsten zijn nu minder waard als een hogere rente wordt gebruikt om de huidige waarde van die toekomstige bedragen uit te rekenen. Daarnaast spelen nog allerlei lokale problemen, zoals de wens om huren vast te leggen in Duitsland en de veranderende belastingstatus in Nederland.
Een ETF die last heeft van zowel de hogere rente als de duurdere dollar is de iShares JPMorgan $ EM Bond ETF. Volgens een rapport van de Financial Stability Board is 80% van de schulden in opkomende markten genoteerd in buitenlandse valuta’s, meestal de Amerikaanse dollar. Een hogere waarde van die dollar betekent dus een hogere schuldenlast, gemeten in de lokale valuta. De hoge dollar is dus slecht nieuws voor deze landen. Tegelijkertijd betekent een hogere rente een lagere waarde voor uitstaande obligaties.
Verkopen?
De magere resultaten van de genoemde ETF’s zijn geen reden om deze posities te sluiten (verkopen). Alle landen, bedrijven en sectoren krijgen met enige regelmaat te maken met economische tegenwind. Dat is op zich geen reden om daar niet in te beleggen, of om te verkopen bij die tegenwind. Slechte tijden worden als het goed is gevolgd door goede jaren. Het is moeilijk te timen wanneer die betere tijden weer aanbreken voor de aandelen die het niet goed doen. Bovendien is een voordeel van ETF’s dat er veel spreiding is. Schade voor de hele portefeuille als enkele bedrijven ten onder zouden gaan door de problemen blijft zo erg beperkt.
Bijkopen?
Aan de koopkant is er op dit moment ook geen reden om de trekker over te halen. Hoewel verstokte bulls en bears waarschijnlijk vol overtuiging zijn over wat de markt gaat doen, is het niet te zeggen waar aandelenmarkten over drie of zes maanden staan. De beurs zou tegen die tijd een stuk hoger kunnen staan dan nu. In dat geval zou je willen dat je op de huidige koersen had bijgekocht. Maar je weet nu absoluut niet zeker of zo’n stijging er wel komt. En als die er komt, zullen de meeste ETF’s in de portefeuille daarvan profiteren. Het is aan de andere kant mogelijk dat de beurzen over enige tijd juist veel lager staan. In die situatie zorgt een aardige cashpositie voor munitie om tegen erg lage prijzen aankopen te doen. Als zo’n kans zich voordoet, dan kan er flink ingeslagen worden. Daarvoor zouden indices eerst nog met ongeveer 10% verder moeten dalen.
Lange termijn
De ETF-portefeuille is gericht op het op de lange termijn opbouwen van een vermogen. Een lange adem hebben is daarbij belangrijk. De huidige moeilijke tijd is vervelend, maar voor de portefeuille niet dodelijk. Het is een kwestie van uitzitten, en wachten op de betere tijden.