Allianz | Eén smetje op uitstekend kwartaal

De inkomsten van Allianz zijn in het tweede kwartaal met 6% toegenomen naar €39,6 mrd. Het bedrijfsresultaat ging met 7% omhoog naar €3,8 mrd en onderaan de streep steeg de nettowinst 19% naar €2,5 mrd. Die mooie cijfers waren bij de Duitse verzekeraar behalve aan de eigen operationele prestaties, meer te danken aan gunstige weersomstandigheden dan aan een goed beursklimaat. De schadedivisie moest €159 mln uitkeren als gevolg van natuurrampen, zoals hagelstormen in Duitsland en overstromingen in Italië. Dat is 66% minder dan de €461 mln van een jaar eerder en nog niet eens de helft van het langetermijngemiddelde. De verhouding tussen premie-inkomsten en schade-uitkeringen (combined ratio) verbeterde van 92,6% naar 92,2%. Het bedrijfsresultaat van de divisie veerde met 11% op naar €2,0 mrd.

Bij de divisie vermogensbeheer bleef het extern beheerd vermogen stabiel op €1,7 biljoen. Het effect van een kleine instroom (+2,7%) en een positief beleggingsrendement (+2,0%) werden volledig teniet gedaan door een ongunstig klimaat op valutamarkten. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar lag het extern beheerd vermogen als gevolg van de correctie op obligatiemarkten echter 10% lager. Dit komt tot uitdrukking in een daling van het bedrijfsresultaat met 9% naar €703 mln.

Net als in het eerste kwartaal sprong voornamelijk de levensdivisie eruit. In dit segment profiteert Allianz juist van de sterk gestegen obligatierentes. Vrijkomend vermogen wordt gemiddeld tegen een veel hoger rendement geïnvesteerd (4,7%) dan in 2022 (3,2%). De contante waarde van nieuw afgesloten verzekeringen steeg met 6% naar €1,1 mrd. Het bedrijfsresultaat van de levensdivisie ging met 23% omhoog naar €1,2 mrd.

Conclusie

De sterke kwartaalcijfers en goede vooruitzichten geven aanleiding om de verwachte winst per aandeel voor 2023 te verhogen naar €25. De waardering (k/w 9,0) heeft weinig opwaarts potentieel, zodat beleggers voor het rendement zijn aangewezen op dividend (5,4% rendement) en winstgroei (3 tot 5% op lange termijn). Dat vormt een goede basis onder het houdadvies.