Verhaal van de Week | Volop kansen met duurzame obligaties
Als belegger krijg je steeds meer mogelijkheden om in duurzaam opzicht het verschil te maken. Er is volop keuze uit strategieën die alleen beleggen in de meest duurzame bedrijven, of juist in ondernemingen die met slimme oplossingen en technologieën groene verandering in een stroomversnelling brengen. Een van de grootste duurzame groeimarkten in de beleggingswereld is opvallend genoeg te vinden in de obligatie- in plaats van de aandelenwereld. In de eerste helft van dit jaar werden maar liefst 1758 duurzame obligaties geplaatst met een totale waarde van $568 mrd. Om dat in perspectief te plaatsen: de totale waarde van nieuwe leningen is dit jaar ongeveer even groot als de omvang van de Nederlandse economie. De obligatie-uitgifte zit bovendien stevig in de lift, want in heel 2018 werd er nog voor $169,2 mrd aan duurzame obligaties uitgegeven.
Het bekendste en grootste onderdeel van deze markt zijn green bonds, waarvan de eerste in 2007 werd geplaatst door de Europese Investeringsbank. In de eerste helft van het jaar zijn er 935 van dit soort obligaties uitgeschreven met een totale opbrengst van $351 mrd. Een belangrijk kenmerk van een green bond – die kan worden uitgegeven door bedrijven, overheden en supranationale organisaties – is dat de opbrengst alleen gebruikt mag worden voor het financieren van klimaat- of milieuprojecten. Aanvankelijk vloeide dit geld voornamelijk naar de aanleg van windmolen- en zonneparken en naar de verduurzaming van gebouwen, spoorwegen en andere infrastructuur.
Bekijk ook het dossier Duurzaam Beleggen
Sinds 2020 is het aandeel van overige projecten op het vlak van onder meer water, landgebruik en afvalverwerking toegenomen van 15 tot 25% van de green bond-markt. Met name bedrijven zijn soms heel inventief bij de selectie van projecten voor dit soort leningen. Het Spaanse Telefónica heeft bijvoorbeeld een green bond geplaatst om geld op te halen voor het vervangen van koperen telecomlijnen door glasvezel. De klimaatimpact daarvan is groter dan je misschien zou denken. Het energieverbruik van het nieuwe netwerk ligt namelijk maar liefst 85% lager.
Obligaties met milieu- en maatschappelijke doelen
De markt voor duurzame obligaties kenmerkt zich behalve door een hoge groei zeker ook door een toenemende verscheidenheid. In dit opzicht trekken onder meer sustainability-linked bonds de aandacht. Het onderscheidende kenmerk van dit soort leningen is dat de couponrente gekoppeld is aan het behalen van specifieke duurzame doelen. In 2019 had het Italiaanse Enel de primeur met de uitgifte van een dergelijke lening. Het energiebedrijf zou rentekorting krijgen als het aandeel duurzame energie in 2021 uitgroeide tot minstens 55% van de totale capaciteit. Sindsdien zijn er steeds meer van dit soort leningen geplaatst, waarmee bedrijven een hele waaier aan activiteiten financieren. De Braziliaanse papierfabrikant Suzano heeft bijvoorbeeld een sustainability-linked bond uitgeschreven waarbij de rente gekoppeld was aan het verlagen van de CO2-uitstoot.
Bedrijven kunnen de doelstellingen bij een obligatie-uitgifte behalve aan milieudoelen ook koppelen aan maatschappelijke doelen. In dat geval wordt een lening ook wel een social bond genoemd. Een goed voorbeeld is de lening die het Zwitserse Novartis heeft uitgeschreven. De rentevergoeding gaat met een kwart procent omhoog als het de farmaceut niet lukt om de afzet van medicijnen tegen malaria en lepra in opkomende landen in de periode tot 2025 met 200% te laten groeien. Hoewel er een grote vraag is naar sustainability-linked en social bonds, komt er de afgelopen tijd ook steeds meer kritiek op dit soort leningen. In veel gevallen is het rentevoordeel namelijk zo klein dat bedrijven het in financieel opzicht nauwelijks voelen als ze een duurzame doelstelling niet halen. Ook spreekt er in de ogen van grote vermogensbeheerders vaak onvoldoende ambitie uit de voorwaarden die ondernemingen zichzelf opleggen. De ontwikkeling van duidelijke standaarden voor sustainability-linked en social bonds kan de groei in dit segment dan ook nog verder aanwakkeren. Dat gebeurde dit jaar overigens al voor green bonds in Europa. Partijen die zich committeren aan deze zogeheten European Green Bonds Standard, gaan ermee akkoord dat een externe partij beoordeelt of de opbrengst op de juiste wijze wordt besteed. Ook de financiële en duurzame rapportage wordt onder de loep genomen, terwijl de uitgevende onderneming ook een duidelijk plan moet hebben om de CO2-uitstoot te verlagen.
Greenium: een groene premie
Een betere regulering is van groot belang om greenwashing tegen te gaan en om ervoor te zorgen dat de groei van de markt voor duurzame obligaties ook in de toekomst doorzet. De afgelopen jaren was die groei er voornamelijk aan te danken dat het zowel heel aantrekkelijk is voor bedrijven en overheden om dit soort leningen uit te geven, als voor beleggers om deze te kopen. Voor die eerstgenoemde groep is het van belang dat duurzame obligaties gebruikelijk worden verhandeld tegen een kleine premie in vergelijking met normale leningen. Hierdoor liggen de rentelasten voor bedrijven iets lager.
Bij green bonds is deze zogeheten greenium meestal 2 tot 5 basispunten. In sommige sectoren kan dat echter beduidend meer zijn. Dat geldt met name voor obligaties van bedrijven uit sectoren waar nog niet veel van dit soort leningen worden uitgegeven, zoals fabrikanten van consumentengoederen. Veel beleggers willen het liefst de portefeuille zo breed mogelijk spreiden. Ze zijn dan ook bereid om een premie te betalen voor leningen van bedrijven in sectoren waar het leningaanbod schaars is. In bedrijfstakken waarvan de activiteiten zich goed door green bonds laten financieren – zoals banken, vastgoedconcerns en nutsondernemingen – is de greenium relatief laag.
Aan de andere kant is het voor beleggers vaak aantrekkelijker om te investeren in duurzame obligaties dan in normale leningen. Met name in de professionele wereld is er veel aandacht voor het superieure risicoprofiel. Duurzame obligaties worden namelijk vooral uitgegeven door ondernemingen die op een bewuste wijze met milieu en maatschappij omspringen. Dit soort bedrijven is beter voorbereid op de toekomst dan concurrenten die hiervoor minder aandacht hebben. Een voorbeeld is een efficiënter gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Als een bedrijf minder hard geraakt wordt door schommelende grondstofprijzen, neemt de kans toe dat het de financiële verplichtingen kan nakomen. Daar komt bij dat institutionele beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeraars de dienst uitmaken op deze markt. Met name in Europa hebben deze partijen vaak een duurzaam beleid uitgestippeld, zodat in de beleggingsportefeuille veel plaats is voor green bonds.
Beleggen in groene obligaties
Er komen ook steeds meer instrumenten op de markt waarbij particulieren positie kunnen kiezen op de markt voor duurzame obligaties. De meeste brokers bieden inmiddels een handjevol fondsen en ETF’s aan die zich focussen op green bonds of de duurzame obligaties in bredere zin. De afgelopen jaren hebben beleggers daar echter weinig plezier aan beleefd. Dat heeft alles te maken met de forse rentestijging in 2021 en vooral 2022. Hierdoor hebben de meeste ETF’s en actieve fondsen circa 20% van hun waarde verloren.
Voor beleggers die verwachten dat de lange rente de komende tijd niet snel oploopt en die op zoek zijn naar een duurzame invulling van het obligatiesegment van hun portefeuille, is de iShares € Green Bond UCITS ETF (ISIN: IE00BMDBMN04) een goede keuze. Een belangrijk kenmerk van deze ETF is dat de lopende kosten van 0,2% beduidend lager liggen dan de 0,5 tot 0,7% die in dit segment gebruikelijk is voor actief beheerde fondsen. iShares heeft de ETF op 25 maart 2021 geïntroduceerd en binnen de nieuwe duurzame beleggingswetgeving SFDR valt het in de zogeheten artikel 9-categorie. Dat is het segment donkergroene producten, waarbij duurzaam en financieel rendement hand in hand gaan.
De portefeuille bestaat uit ruim 500 green bonds, die zijn uitgegeven door Europese landen en supranationale instellingen. De gemiddeld gewogen yield to maturity komt op 3,7% en de duratie is momenteel 7,3 jaar. Hierdoor is de koers overigens redelijk gevoelig voor de schommelingen van de lange rente op Europese kapitaalmarkten. De ETF heeft een fysieke structuur, wat betekent dat er rechtstreeks belegd wordt in alle obligaties zonder dat daarvoor gebruikgemaakt wordt van derivaten. De rente-inkomsten worden elk halfjaar doorgeschoven naar beleggers. Overigens is het een kwestie van tijd voordat ook particuliere beleggers in dit segment meer te kiezen krijgen. De ontwikkelingspijplijn van ETF’s en fondsen is goed gevuld, dankzij de combinatie van een hoge marktgroei en een toenemende duurzame focus bij vermogensbeheerders en bedrijven.