Beurs en Economie | De echte klap moet nog komen
Een van de meer opvallende koersbewegingen van de afgelopen weken was de daling van de korte en lange rente. Over een iets langere termijn bekeken ziet het beeld er echter heel anders uit. Sinds eind 2021 is de Duitse vijfjaarsrente namelijk gestegen van -0,5% tot 2,6%. Over dezelfde periode liep de Amerikaanse vijfjaarsrente op van 1,26 naar 4,58%. Die gestegen rente is slecht nieuws voor (de financieringslasten van) bedrijven en dan natuurlijk vooral voor kwalitatief mindere bedrijven met relatief hoge schulden. Deze bedrijven zijn terug te vinden in de high-yieldindices van risicovolle bedrijfsobligaties.
Sinds eind 2021 lopen de financieringslasten van deze ‘high-yieldbedrijven’ dan ook op. De gemiddelde coupon van de Bloomberg Euro High Yield Index is sinds eind 2021 gestegen van 3,5 naar 4,1%. Ook emittenten van dollar-high-yieldleningen betalen een hogere coupon, deze is opgelopen van 5,4% eind 2021 tot ruim 6% nu. Dat zijn duidelijke stijgingen. Maar dus lang niet zo stevig als die van de vijfjaarsrente in de VS en de eurozone, de rentevoet die het beste aansluit bij gemiddelde looptijd van de high-yieldmarkt. Voor het euroblok van de Bloomberg-index ligt de gemiddelde looptijd namelijk op 3,6 jaar, voor het dollarblok op 4,9 jaar. Kennelijk werkt de sterk gestegen vijfjaarsrente in de VS en de eurozone niet zo sterk door in de high-yieldmarkt. Waarom is dat?
Mager aanbod
Het logische antwoord op die vraag is dat er enige tijd overheen gaat voordat afgeloste leningen met een lage coupon in de high-yieldindices worden vervangen door nieuwe leningen, die als gevolg van de gestegen rente met een hogere coupon worden uitgegeven. Bedrijven die dit jaar naar de dollar-high-yieldmarkt komen betalen wel degelijk een stevige coupon van zo’n 8,4%, zo berekende Société Générale. In 2021 bedroeg de coupon bij uitgifte nog slechts 5,2%.
Dat de gemiddelde coupon in de high-yieldmarkt desondanks slechts gestaag oploopt, heeft volgens Société Générale te maken met het opvallend lage aanbod van nieuwe leningen. Zowel in dit als vorig jaar. Daardoor wegen leningen die in 2020 zijn uitgegeven nu nog steeds zwaarder in de ICE BofA US High Yield Index dan de in 2022 en 2023 uitgegeven leningen bij elkaar opgeteld. De in 2021 uitgegeven leningen zijn zelfs nog goed voor een aandeel van meer dan 30% in deze index, aldus de bank.
In het euroblok is de situatie niet anders, zo laat een analyse van de Markit iBoxx Euro Liquid High Yield Index zien. Van de 614 leningen uit deze index stammen er 118 uit 2022 en 2023. Dat is slechts 19%. Uitgedrukt in de nominale waarde is het aandeel van de jaren 2022 en 2023 in deze Markit-index nog iets lager, een kleine 17%. Ook in het eurosegment ligt het emissievolume van high-yieldleningen over 2022 en 2023 op een veel lager niveau dan de jaren daarvoor (zie grafiek).
Het jaar is nog niet voorbij en Société Générale verwacht dat het emissievolume nog tot €50 mrd kan oplopen. Maar dat is nog wel flink onder de oorspronkelijke verwachting van €60 mrd. Ook in het eurosegment van de high-yieldmarkt valt de uitgifte van nieuwe leningen dus tegen. Dat leidt tot de onvermijdelijke conclusie dat voor veel (herfinancierende) bedrijven in de high-yieldmarkt de grootste klap van de gestegen rente nog moet komen.