Beurs en Economie | Sterken worden almaar sterker
Het cijferseizoen zit er in de VS bijna op. Meer dan 440 van de bedrijven uit de S&P500 Index hebben de kwartaalcijfers bekendgemaakt. Vooralsnog is dit een niet heel opmerkelijk, zij het wel iets beter dan gemiddeld kwartaal. Een kleine 80% van de 440 bedrijven boekte een (iets) hogere winst per aandeel dan analisten hadden verwacht.
Het gemiddelde over de afgelopen tien jaar is ruim 72%, blijkt uit de berekeningen van Standard & Poor’s-analist Howard Silverblatt. Bijna 16% kon de gemiddelde analistenverwachting over het afgelopen kwartaal daarentegen niet waarmaken. Ook dat is redelijk in lijn met het historisch gemiddelde, de afgelopen tien jaar bleef de winst van een op de vijf bedrijven uit de S&P500 Index achter bij de gemiddelde analistenprognose.
Op basis van bijna 88% van de cijferpublicaties kan Silverblatt een gemiddelde operationele winstmarge van 11,3% voor de S&P500-bedrijven berekenen. Dat is bijna zestig basispunten lager dan over het tweede kwartaal van 2023 maar ongeveer op hetzelfde niveau als het derde kwartaal van 2022. Ook dat lijkt allemaal niet zo bijzonder. Maar wie wat dieper (dan de S&P500 Index) in de winstgevendheid van het beursgenoteerde Amerikaanse bedrijfsleven duikt, ziet wel degelijk een opvallende trend. Een trend die volgens hoofdeconoom Berardino Palazzo van de Federal Reserve bovendien al veel langer aan de gang is. Palazzo onderzocht recent of de (netto)winstmarges van het Amerikaanse bedrijfsleven na de coronacrisis bovengemiddeld hoog waren.
Tegenstelling
Uit het onderzoek van de Fed-econoom blijkt dat de winstmarge van middelgrote en kleinere bedrijven in de VS nog onder hun pre-coronatrend liggen. Dit in tegenstelling tot de winstmarges van de grootste en grotere bedrijven, die geen last hebben van margedruk na de coronacrisis. Als er iets opmerkelijks te zien is aan de winstgevendheid van Amerikaanse bedrijven in de nasleep van de coronacrisis, aldus Palazzo, dan is het wel de aanhoudende zwakte in de winstmarges van kleinere bedrijven.
Al sinds 2010 loopt de winstmarge van de grootste en de middelgrote bedrijven steeds verder uit elkaar. In vergelijking tot het jaar 2010 is de winstmarge van middelgrote bedrijven volgens de Fed-econoom met bijna drie procentpunt gedaald, terwijl die van de grotere bedrijven juist met twee procentpunt is opgelopen. Uit data van Andrew Lapthorne, kwantitatief strateeg bij Société Générale, blijkt dat het aantal verliesgevende bedrijven in de Russell 2000 Index van Amerikaanse smallcaps in tien jaar bijna is verdubbeld tot meer dan 30%. Geen wonder dat de Russell 2000 Index de laatste jaren zo ver achterblijft bij zowel de S&P500 Index als de gelijk gewogen variant van de S&P500 Index (zie grafiek).
Financiële posities
In onder meer het gezaghebbende Amerikaanse beleggersmagazine Barron’s werden Amerikaanse smallcaps niettemin nu weer koopwaardig geacht. Wie een dergelijke stap overweegt doet er verstandig aan om – misschien nog wel meer dan anders – de financiële positie van deze smallcaps heel goed te beoordelen en de financieel zwakste ‘kleintjes’ te mijden. Zeker ook omdat volgens Lapthorne de ‘muur van herfinanciering’ van bestaande schulden en bankkredieten zo veel dichterbij is dan voor de bedrijven uit de S&P500. De afgelopen vier maanden zijn de koersen van smallcaps met de zwakste balanspositie niet voor niets al duidelijk achter gebleven bij de financieel meer solide smallcaps.