Beurs en Economie | Hoop op spoedige renteverlagingen neemt weer af
Het nieuwe jaar is niet helemaal begonnen zoals de meer optimistische beleggingsstrategen hadden verwacht. De belangrijke aandelenindices staan na de eerste handelsdagen zo’n 2% in de min en de lange rente is in de VS en in de eurozone al met tien tot vijftien basispunten opgelopen.
De ‘gouden’ combinatie in die optimistische marktprognoses bestaat uit dalende inflatie die centrale banken de mogelijkheid geeft tot het doorvoeren van renteverlagingen én een verdere stijging van de bedrijfswinsten.
Tegenvaller renteverlaging en ‘reverse Goldilocks’
De publicatie van de notulen van het rentebepalende orgaan van de Federal Reserve afgelopen week gooide al het eerste koude water over dit droomscenario. In tegenstelling tot wat werd verwacht – of gehoopt – gaven de notulen helemaal geen indicatie over een eerste renteverlaging in maart. Volgens Deutsche Bank-strateeg Jim Reid daalde de kans op een renteverlaging van 25 basispunten in maart daarop tot – een nog steeds opmerkelijk hoge – 69%, wel het laagste niveau sinds de Fed-bijeenkomst in december.
Ook het hogere aantal nieuwe banen in de VS en toch nog redelijk hoge inflatiecijfers in de eurozone zorgen voor een minder positief beeld bij beleggers over het rentebeleid van centrale banken op de korte termijn. Wel waren de data van de inkoopmanagersindex van de dienstensector in de VS dan weer veel minder sterk dan verwacht.
HSBC noemt dit ‘reverse Goldilocks’, een situatie waarin de koersen van zowel aandelen als staatsobligaties onder druk staan, precies omdat per saldo meevallende economische activiteit centrale banken weerhoudt van het versneld doorvoeren van renteverlagingen.
Onwaarschijnlijk
Maar zelfs zonder deze tegenvallers was de combinatie van dalende inflatie, snelle en stevige renteverlagingen en stijgende bedrijfswinsten al onwaarschijnlijk, stelt Andrew Lapthorne van Société Générale terecht. Lapthorne komt tot deze conclusie op basis van data vanaf 1973. In de periode 1973-2023 zijn renteverlagingen van de Federal Reserve namelijk altijd samen gegaan met afnemende winstgroei van de bedrijven uit de MSCI World Index.
Een ‘vlekkeloze groeivertraging’, waarin de rente daalt omdat de inflatie naar de doelstellingen van centrale banken beweegt, in combinatie met een dubbelcijferige winstgroei die niet wordt gehinderd door de negatieve effecten op de bedrijfsbalansen van de eerdere rentestijging, heeft Lapthorne nooit eerder gezien.
Optimisme aan start van nieuwjaar
Dat heeft de meer optimistische strategen, wederom, niet van stijgende winstverwachtingen voor de bedrijven uit de S&P500-index weerhouden. Volgens S&P Global-analist Howard Silverblatt ligt de gemiddelde winsttaxatie voor de S&P500-bedrijven voor heel 2024 nu op $242,45. Dat is ruim 13% hoger dan de voor 2023 verwachte winst per aandeel.
Optimisme overheerst echter altijd aan het begin van het jaar. Sinds ik de data van Silverblatt volg, gaan analisten ieder jaar uit van stijgende winsten. Eind 2022 bijvoorbeeld lag de gemiddelde winsttaxatie voor 2023 op $222,17, maar de afgelopen maanden is deze prognose tot $213,84 teruggebracht. Ook voor 2022 werd een winststijging – van zo’n 9% – voorzien, maar het eindresultaat was een winstdaling van ruim 5%.
De winsttaxaties en koersdoelen van strategen voor belangrijke indices laten in de regel jaar op jaar een prettig geleidelijke stijging zien. De werkelijkheid, zoals blijkt uit de winstdata uit de grafiek, is aanmerkelijk minder gepolijst.