Beleggen in obligaties via fondsen of leningen?
Obligaties kunnen van toegevoegde waarde zijn om de stabiliteit en spreiding in een beleggingsportefeuille te vergroten. In dit artikel bekijken we twee manieren om in obligaties te beleggen. Dit kan via individuele obligatieleningen en met beleggingsfondsen.
Obligatieleningen
Individuele obligatieleningen bieden de belegger een aantal voordelen. Het eerste pluspunt is dat je zelf kan bepalen in welke leningen je investeert. Dit betekent dat je obligaties kunt selecteren die aansluiten bij de eigen persoonlijke voorkeuren en risicotolerantie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de keuze voor een uitgevende instelling met bepaalde kredietwaardigheid of aan de resterende looptijd van de lening. Een ander voordeel is dat individuele obligaties vaak een vast rendement bieden, waardoor je een voorspelbaar inkomen kunt genereren als je ze aanhoudt tot de einddatum.
De koers van een obligatielening beweegt gedurende zijn looptijd in spiegelbeeld met wijzigende rentestanden. Maar als een land of bedrijf gewoon zijn couponrente en aflossing betaalt, zoals overeengekomen, en de belegger wil de lening in bezit houden tot de aflosdatum, dan is een negatieve tussentijdse koersbeweging niet zo’n probleem. In dat geval realiseert een belegger uiteindelijk ongeveer het jaarlijks effectief rendement waarvan op het moment van aankoop sprake was.
Er zijn echter ook minpunten. Op de eerste plaats kunnen obligatieleningen om uiteenlopende redenen soms minder goed verhandelbaar zijn, wat de transactiekosten vergroot of wat het (tijdelijk) zelfs onmogelijk maakt om in- of uit te stappen. Bijvoorbeeld omdat een lening in vaste handen zit of omdat het sentiment op de financiële markten plotseling vermindert.
Een nog belangrijker nadeel is dat je als belegger in individuele obligaties het risico loopt dat de uitgever van de obligatie in financiële problemen komt. Als de uitgevende instelling niet in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen, kan dit leiden tot verlies van kapitaal, wat een zeer negatieve impact heeft op het resultaat van de portefeuille.
Obligatiefondsen
Obligatiebeleggingsfondsen ondervangen de belangrijkste minpunten van individuele regels. Zo zijn ze meestal dagelijks verhandelbaar en bieden ze (indirect) veel spreiding. De fondsen zijn immers belegd in een groot aantal obligaties van uiteenlopende uitgevende instellingen. Als er een lening niet wordt terugbetaald, werkt dat slechts zeer beperkt door in het fonds en dus in het resultaat van de obligatiebelegger. De diversificatie zorgt daarmee voor een beperkter risico en potentieel hogere (bruto)rendementen.
Beleggingsfondsen kunnen wel extra kosten met zich meebrengen, zoals beheerskosten, wat invloed heeft op het uiteindelijke rendement dat je behaalt. Ook volgen fondsmanagers vaak in meer (passieve fondsen) of mindere (actieve fondsen) mate het marktgemiddelde. Dat betekent onder andere dat de looptijd van de leningen niet korter wordt en dat rentebewegingen doorwerken in de koersontwikkeling van het fonds. Het te behalen rendement is op voorhand dan ook moeilijker te voorspellen.
Eigen doelstellingen
De keuze om in individuele obligatieleningen en/of obligatiefondsen te beleggen hangt vooral af van de eigen wensen en doelstellingen. Een portefeuille van individuele obligatieleningen kan bijvoorbeeld geschikt zijn als er voor een periode van enkele jaren een bepaalde kasstroombehoefte is waar de obligatiebelegging voor dient. Dan is het echter cruciaal dat het risico op wanbetaling zo laag mogelijk is, wat vraagt om een inrichting met obligaties van kwalitatief (zeer) sterke uitgevende instellingen.
Voor obligatiebeleggingen met een hoger risicoprofiel is het belangrijk om de risico’s te verminderen door veel spreiding aan te brengen, wat meestal het eenvoudigst te realiseren is door een fondsbelegging. Zeker voor risicovollere obligatiesoorten zoals opkomende landen en high yield-bedrijven. Maar in veel gevallen geldt dit ook voor kredietwaardige bedrijfsobligaties. Veel van deze zogenoemde investment grade-bedrijfsobligaties zijn tegenwoordig namelijk slechts te koop vanaf minimaal €100.000, wat het vaak lastig maakt om dan een voldoende gespreide portefeuille op te bouwen.
Ellen Engelhart heeft geen belangen in de beschreven obligatietitels. Kijk voor meer informatie op www.vanlanschot.nl/disclaimer/beleggingsinformatie.