Mijnbouwers | Hedge tegen nieuwe inflatiegolf
BHP Group hanteert een gebroken boekjaar, waarin de zes maanden tot eind december de eerste helft van het boekjaar 2024 vormen. De halfjaarcijfers zagen er op het eerste gezicht niet goed uit met een daling van de nettowinst met 86% naar $927 mln. Die forse daling was voor een groot deel toe te schrijven aan twee uitzonderlijke kostenposten.
De eerste was een afboeking van $2,5 mrd op de waarde van de nikkelactiva. Die kwam er nadat de nikkelprijs vorig jaar met 80% was gedaald. Daarnaast nam BHP een extra provisie van $3,5 mrd voor kosten verbonden aan de Samarco-dambreuk in Brazilië, die slachtoffers maakte en voor aanzienlijke milieuschade zorgde. Hoewel dat ongeluk al van 2015 dateert, heeft BHP nog steeds geen duidelijk zicht op de kosten. In januari veroordeelde een Braziliaanse rechtbank BHP en toenmalige mede-eigenaar Vale tot een schadevergoeding van 47,6 mrd real (omgerekend $9,5 mrd). Beide bedrijven gaan in beroep tegen deze beslissing. BHP heeft inclusief deze nieuwe provisie al $6,5 mrd opzijgezet voor het Samarco-dossier.
Zonder deze uitzonderlijke elementen zien de cijfers er een stuk beter uit. Zo klom de onderliggende bedrijfswinst (ebitda) met 5% naar $13,9 mrd en de omzet dikte met 6% aan tot $27,3 mrd. Daarbij kon BHP profiteren van hogere prijzen voor ijzererts, koper en steenkool. Alleen de inkomsten uit nikkel daalden, maar dat is veruit de kleinste divisie.
BHP wedt op meerdere paarden
BHP haalt zijn inkomsten vooral uit de ontginning en verkoop van ijzererts, koper, steenkool en binnenkort ook meststof. Een van de belangrijkste uitbreidingen de komende jaren is het potassiumproject Jansen in Canada (zie ook kader). Potassium of kaliumcarbonaat is naast natrium en fosfor een veelgebruikte meststof. De eerste fase van het project wordt eind 2026 operationeel en zal op jaarbasis 4,4 miljoen ton opleveren. Intussen werd al de tweede fase goedgekeurd, wat een bijkomende investering van $4,9 mrd zal vergen en de capaciteit zal uitbreiden naar 8,5 miljoen ton per jaar.
De ijzerertsactiva (West Australian Iron Ore of WAIO) leveren jaarlijks 305 miljoen ton op en BHP wil de productie de komende jaren uitbreiden naar 330 miljoen ton. BHP is een van de weinige grote mijnbouwers die nog inzetten op steenkool, al werden de afgelopen tijd voor $4,1 mrd aan steenkoolactiva verkocht. Wat nu nog overblijft, is voor 85% steenkool van hoge kwaliteit met een lage uitstoot bij verbranding. Die activa zijn verzameld in de BHP Mistubishi Alliance (BMA) in Australië. Ongeveer 40% van alle steenkool komt in India terecht, waar het wordt gebruikt voor de productie van staal. Een aanhoudende groei van de vraag is gegarandeerd want India wil de huidige staalproductie tegen 2030 hebben verdubbeld.
De netto schuld van BHP Group bedroeg eind vorig jaar $13,3 mrd. Daar tegenover stond in kalenderjaar 2023 een vrije kasstroom van $9,1 mrd. Het halfjaardividend daalt van $0,90 naar $0,72 per aandeel, maar ligt wel boven de verwachte $0,69. De geplande uitkering komt overeen met 56% van de onderliggende winst en is een indicatie dat het management voldoende vertrouwen behoudt in de toekomstige winstontwikkeling.
Rio blijft inzetten op ijzererts
Rio Tinto realiseerde over het boekjaar 2023, dat samenvalt met het kalenderjaar, een onderliggende nettowinst van $11,8 mrd of 12% minder dan een jaar eerder. De ebitda daalde met 9% naar $23,9 mrd door lagere prijzen voor aluminium, koper, lithium en diamant. De schade bleef beperkt dankzij ijzererts dat voor meer dan 80% van de ebitda instaat. De ijzerertsprijs steeg, wat voor de afdeling in combinatie met hogere volumes een toename van de ebitda met 7% opleverde.
De mijnbouwer zet nog steeds volop in op ijzererts met de bouw van het Simandou-project, een van de grootste nog niet ontgonnen ijzerertsafzettingen in het West-Afrikaanse Guinee. De ijzerertsproductie steeg in 2023 met vijf miljoen ton en zal dit jaar met eenzelfde hoeveelheid toenemen. Bij Oyu Tolgoi wordt de koperproductie verder uitgebreid. De mijn in Mongolië moet vanaf 2028 jaarlijks 500 miljoen ton koper opleveren.
Volgens Rio Tinto ligt de piek van de kostenstijgingen achter ons. Het bedrijf heeft maatregelen genomen om de afhankelijkheid van de stroomkosten te beperken via overeenkomsten om de komende 25 jaar 80% van de stroom af te nemen van een windmolenpark en 100% van de stroomproductie van een zonne-energiepark, beide in Australië. Dit is met name belangrijk voor de energie-intensieve activiteiten als het smelten en verwerken van aluminium.
In lijn met de ontwikkeling van de onderliggende winst daalde ook het jaardividend met 12% naar $4,35. De mijnbouwer keert daarmee 60% van de onderliggende winst uit, evenveel als een jaar eerder. Eind vorig jaar bedroeg de netto schuld $4,2 mrd. Dat is heel laag in verhouding tot de vrije kasstroom, die vorig jaar op $7,1 mrd lag.
Ceo Jakob Stausholm ziet de vraag naar koper en aluminium dit jaar weer aantrekken. In nikkel en kobalt wordt voorlopig niet geïnvesteerd omdat LFP-batterijen (lithium-ijzerfosfaat) momenteel meer in trek zijn dan de klassieke NMC-batterijen (nikkel, mangaan en kobalt). Het lithiumproject Rincon in Argentinië wordt eind dit jaar operationeel en Rio Tinto hoopt ook nog op een oplossing voor het lithiumproject Jadar in Servië, waar eerder de noodzakelijke vergunningen werden geweigerd.
Rio Tinto naar ‘kopen’, BHP op ‘houden’
De logistieke flessenhalzen na de pandemie zijn intussen weggewerkt, maar dit betekent niet dat alle problemen aan de aanbodzijde zijn verdwenen. Een gebrek aan investeringen in nieuwe productiecapaciteit, kosteninflatie (lonen en energie) en lagere productwaarden zijn structurele problemen. Mijnbouwers kunnen hun marges uitbreiden zolang de prijsstijgingen hoger liggen dan de toename van de kosten. Een recessiescenario waarbij de grondstoffenprijzen dalen kan het scenario met hogere marges in de weg zitten, maar daar gaan we vooralsnog niet van uit.
BHP Group is van de twee aandelen gediversificeerder wat grondstoffen betreft en dat is alvast in theorie een voordeel. Meststof is een interessante aanvulling van het gamma, maar steenkool blijft vanuit de ESG-hoek onder vuur liggen. Rio Tinto is afhankelijker van ijzererts, waar het echter wel heel hoge marges op haalt. De waardering (zie tabel) is bij beide aandelen aanvaardbaar, maar Rio Tinto is goedkoper, heeft een lagere netto schuld en ondanks de dividendverlaging ook een hoger dividendrendement. Voor het aandeel Rio Tinto trek ik het advies op naar ‘kopen’ en dat aandeel blijft dus ook de sectorfavoriet. Het aandeel BHP Group blijft op ‘houden’ staan.
BHP Group | Rio Tinto | |
K/w 2024 | 10,3 | 8,5 |
EV/ebitda 2024 | 5,6 | 4,5 |
EV/omzet 2024 | 2,9 | 2,1 |
Dividendrendement (%) | 5,3 | 6,9 |