Amerikaanse nutssector | AI verjaagt het rentespook
Nutsaandelen houden in theorie niet van een scherp stijgende lange rente. Een hogere rente is immers ongunstig voor bedrijven – zoals die in de nutssector – die met relatief veel schulden zijn gefinancierd. Ook wordt het doorgaans hoge dividendrendement van de nutssector iets minder interessant voor beleggers wanneer veiliger staatsobligaties ook een aantrekkelijk inkomen bieden.
Afgelopen jaar volgde de praktijk de theorie. De S&P500 Utilities Index daalde in 2023 met meer dan 10% en presteerde daarmee liefst 34 procentpunt slechter dan de S&P500 Index. Ook dit jaar is de lange rente in de VS al weer met meer dan zestig basispunten opgelopen maar nu zonder dat de nutssector daaronder lijdt.
Prima jaar
Sterker nog, nutsaandelen presteren dit jaar 2,5 procentpunt beter dan de S&P500 Index die met een koerswinst van een kleine 10% zelf ook een prima jaar doormaakt. Dit is een exclusief Amerikaans fenomeen. In Europa, waar de lange rente dit jaar eveneens is opgelopen, doet de nutssector (-3,7%) het juist duidelijk slechter dan de brede Stoxx Europe 600 Index (+7,8%).
Maar als de lange rente aan beide zijden van de Atlantische Oceaan is gestegen waarom presteert de Amerikaanse nutssector dit jaar dan zo goed en de Europese zo zwak? Het antwoord op die vraag vergt slechts twee woorden: kunstmatige intelligentie (AI).
Lees ook Mee omhoog met de brede markt
De ontwikkeling van AI die vooral in de VS plaatsvindt vraagt – naar verwachting – zo veel elektriciteit voor onder andere datacenters dat nutsbedrijven niet meer als saaie dividendaandelen maar als mede-winnaars van de AI-revolutie worden gezien.
Ongereguleerd
De winsten zijn echter niet gelijk verdeeld. Drie van de 31 aandelen tellende S&P500 Utilities Index, die dit jaar ruim 12% is gestegen, staan in 2024 op koerswinsten van meer dan 60%. Met een plus van 160% is Vistra de absolute uitblinker in de nutssector en blijft daarmee dit jaar zelfs AI-icoon Nvidia voor.
Vistra en die andere AI-nutswinnaars Constellation Energy, NRG Energy en in iets mindere mate NextEra hebben een groter segment ‘ongereguleerde’ activiteiten waardoor zij een groter deel van de door hun opgewekte stroom op de open markt verkopen in plaats van vooraf vastgelegde prijscontracten. Daardoor kunnen zij van de – verwacht – grote stijging van de vraag profiteren.
Enthousiasme
Het enthousiasme van beleggers over dit type nutsaandelen heeft parallellen met eerdere ontwikkelingen in de Europese nutssector. Als gevolg van de door de oorlog in Oekraïne gestegen aardgasprijzen liepen de stroomprijzen in Europa sterk op. Partijen die de stroom produceerden voor de ‘open markt’, zoals RWE en Engie, en hun aandeelhouders konden daarvan profiteren.
De meer gereguleerde en geïntegreerde nutsbedrijven als Enel hadden juist geen baat bij de hoge stroomprijzen. Dat zien we ook terug in de Amerikaanse nutssector waar een meer gereguleerd nutsaandeel als Consolidated Edison – onderdeel van de Hoogdividendportefeuille – dit jaar nog geen 2% in de plus staat.
Lees ook Waarom ze juist nu interessant zijn
Met de normalisering van de stroomprijzen in Europa kwamen ook de winst(verwachtingen) van Engie en RWE overigens weer terug op aarde. De vraag naar en prijs van elektriciteit zal vast bestendiger zijn in de VS, maar zoals de koersbewegingen dit jaar laten zien profiteert zeker niet ieder nutsbedrijf daar in gelijke mate van.