Franse aandelen | Eerst schieten, dan vragen
Dat de uitslag van de verkiezing van het Europees parlement in veel landen een ruk naar rechts opleverde, was niet zo verrassend. Maar dat de Franse president Macron na de voor zijn partij zeer slecht verlopen Europese verkiezing direct een nationale parlementsverkiezing aankondigde, kwam wel degelijk onverwacht.
Vrees
Naast de stijging van de Franse lange rente, die de toch niet al te florissante Franse overheidsfinanciën geen goed doet, is er vrees voor negatieve maatregelen van een nieuwe Franse regering gericht op specifieke sectoren zoals Banken, Nuts en Infrastructuur. Dit zijn sectoren, zo stelt UBS terecht, die in het verleden vaker zijn getroffen door ‘politieke interventies’.
De sectorsamenstelling van de tien grootste verliezers in de Franse CAC40 Index sinds 6 juni – de dag van de Europese verkiezingen – onderstreept het punt van de bank (zie grafiek).
Mogelijke rigoureuze veranderingen
De mogelijk grote winst van het Rassemblement National van Marine Le Pen kan het Franse regeringsbeleid op verschillende punten rigoureus veranderen. Bezorgde beleggers doken dan ook in eerdere manifesten van deze beweging en in uitspraken van partijleider Le Pen.
UBS verwees bijvoorbeeld naar een radio-interview uit 2021 waarin Le Pen aangaf de bouw van windparken te zullen stoppen en bestaande parken te zullen afbreken als zij de presidentsverkiezingen (van 2022) zou winnen.
Manifest
Ook het manifest 22 maatregelen voor 2022 van het Rassemblement National werd weer opgediept. Punt 6 van dit manifest – destijds niet heel erg serieus genomen – kwam nu als een schok voor Vinci en Eiffage, de twee grootste exploitanten van Franse tolwegen.
Het punt kreeg slechts één regel in het manifest, maar ‘(her)nationalisatie van de tolwegen en een verlaging van de toltarieven van 15%’ zorgde nu niettemin voor dubbelcijferige dalingen van de koersen van Vinci en Eiffage.
Overdreven
Deze koersreactie is wel wat overdreven, stelt J.P. Morgan. De concessiecontracten die de tolwegexploitanten met de Franse overheid hebben afgesloten zijn ‘robuust’ en hebben de tolwegexploitanten ook in het verleden al beschermd tegen de grillen van de overheid. Deze contracten kunnen immers niet zo maar eenzijdig worden aangepast.
Bedrijven verzetten dan ook hevig tegen dergelijke aanpassingen. De door de regering Macron voorgestelde extra omzetbelasting op lange afstands-infrastructuur – zoals tolwegen – wordt aangevochten door de tolwegexploitanten. Bovendien zou de Franse overheid bij een eventuele nationalisatie de tolwegexploitanten moeten compenseren voor de waarde van de resterende looptijd van de contracten die nog meerdere jaren beslaat.
Bijzonder kostbaar
UBS voegt daar nog terecht aan toe dat de belangrijkste Franse tolwegconcessies een gezamenlijke schuld van zo’n €23 mrd hebben. Dat maakt nationalisatie een bijzonder kostbare operatie die de Franse staatsfinanciën er eigenlijk niet bij kunnen hebben. Het lijkt er dus op dat beleggers voor de ‘eerst schieten, dan vragen’-aanpak hebben gekozen.
Tegelijkertijd is het helemaal niet zo vreemd of onverstandig dat beleggers risico’s van potentieel grote beleidswijzigingen – zoals op het gebied van duurzaamheid, industriebeleid en defensie – proberen in te schatten en in te prijzen. Dat heb ik zelf ook gedaan. Ik houd naar aanleiding daarvan voorlopig mijn privépositie in het afgestrafte Eiffage vast en pas ook mijn koopadvies voor Vinci nog niet aan.