Beter Beleggen | Neerlands meest en minst liquide aandelen
De gemiddelde aanhoudperiode verschilt per aandeel. Beleggers die hoofdaandelen kopen, doen gemiddeld hun stukken na twee jaar en twee maanden van de hand. Bij midkapfondsen is dat na drie jaar en voor de small-caps bijna vier jaar.
Beursgenoteerde bedrijven hebben baat bij een stabiel aandeelhouderschap. Dat helpt hen bij het realiseren van hun lange-termijndoelen. Anderzijds hebben zij beleggers met losse handen nodig: bij een te dunne handel blijven de grote beleggers weg en lijden de aandelen een marginaal bestaan.
Om de verhandelbaarheid van een aandeel te bepalen, vermenigvuldigt u het aantal verhandelde stukken met de koers. Door uit te gaan van het gemiddelde handelsvolume kan een vermogensbeheerder de theoretisch benodigde tijd uitrekenen om een bepaalde positie op of af te bouwen.
Een transactie van vier dagen
Stel dat u voor een bedrag van €100.000 aan aandelen van de Amsterdamse grondstoffenhandelaar Acomo wilt kopen. Bij een gemiddelde transactievolume van €623 per minuut, doet u daar in theorie 2 uur 40 minuten over; bij €1 mln zelfs 4 dagen. Bij de Eindhovense chipmachinefabrikant ASML daarentegen worden transacties van een ton in een luttele 6 seconden geklaard! Per minuut gaat er €1.005.043 om.
Lees ook Hoogtestages op de aandelenbeurs
In markten en omstandigheden waar vraag en aanbod goed op elkaar aansluiten is liquiditeit, jargon voor verhandelbaarheid, zelden een probleem. Het is heel wat anders als er sprake is van een dunne handel. Wanneer er weinig kopers zijn, is de kans groot dat u in een dalende markt genoegen moet nemen met een lagere verkoopprijs omdat u uw stukken niet aan de straatstenen kwijtraakt.
Aandelen met een lage verhandelbaarheid kampen met hoge spreads, jargon voor het verschil tussen bied- en laatprijs. De spread (de facto het verschil tussen de hoogste koers die een koper bereid is te betalen en de laagste koers die een verkoper ervoor wilt hebben) is doorgaans bij illiquide aandelen groter dan bij aandelen met veel vraag en aanbod.
Nadelen minder liquide aandelen
Naast de grotere spreads beschikken illiquide aandelen doorgaans ook over de onhebbelijke eigenschap dat ze volatieler zijn dan aandelen met een hoge verhandelbaarheid. Tot dusver bewegen in 2024 de koersen van de hoofdfondsen blijkens de standaarddeviatie gemiddeld met 1,5% en fluctueren de aandelen van de small-caps gemiddeld met 2%.
Er kleven niet alleen nadelen aan illiquide aandelen. Het feit dat kopers liefst zo weinig mogelijk betalen, speelt in turbulente tijden verkopers indirect in de kaart. Volatiele markten kunnen u het gevoel geven dat er direct ingegrepen moet worden, maar in periodes van grote onrust is de animo onder kopers vaak zo klein dat u uw aandelen niet kwijtraakt.
Onnodig verlies
Overhaaste paniekverkopen leiden vaak tot onnodig verlies, ook als u erin slaagde uw aandelen alsnog te verkopen. Als u tijdens een correctie uw aandelen van de hand doet, is de kans groot dat u het daaropvolgende herstel misloopt. Bij een gebrek aan stalen zenuwen wacht men vaak te lang op het goede moment om weer in te stappen.
Lees ook Assetallocatie | Aandelen zijn nog altijd niet duur
De nadelen van illiquide aandelen ten spijt, op termijn realiseren zij een hoger rendement dan aandelen die vlot verhandeld kunnen worden. Het overrendement, de zogeheten liquiditeitspremie, schommelt rond de anderhalf procentpunt.
Dat op kleinere aandelen meestal een liquiditeitspremie zit, betekent zeker niet dat het een verkapte size-factor is. Het size-effect schrijft voor dat de aandelen van kleine beursgenoteerde bedrijven in regel beter renderen dan die van multinationals.