Belastingdruk voor Amerikaanse bedrijven kan flink toenemen

Op 10 september vindt het eerste debat plaats tussen Donald Trump en Kamala Harris in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van begin november. De discussie spitst zich dan op economisch vlak ongetwijfeld vooral toe op zaken zoals inflatie en importheffingen. In theorie kunnen de belastingplannen van beide kandidaten echter veel meer invloed hebben op het Amerikaanse bedrijfsleven.

Trump heeft tijdens zijn bewind de belasting die bedrijven betalen over hun winst verlaagd van 35% naar 21%. Dat was een minder grote schok dan het op het eerste gezicht lijkt. In de praktijk betaalden veel ondernemingen door allerlei uitzonderingsregels al een beduidend lager tarief. Bovendien bracht het de Amerikaanse vennootschapsbelasting meer op niveau met dat van andere westerse landen (zie grafiek).

Belastingtarief: 15% of 28%

Trump is echter van plan om het tarief verder te verlagen tot 15% als hij president wordt. Aan de andere kant wil Harris als onderdeel van het economisch programma het tarief juist opschroeven naar 28%. Naar schatting komt de totale winst van alle bedrijven uit de S&P 500 Index het lopende jaar uit op ongeveer $2.000 mrd. Afhankelijk van de uitslag op 3 november, kan de komende vier jaar telkens circa $260 mrd naar de overheid stromen of juist bij de ondernemingen zelf in kas blijven.

Overigens wijst het verleden uit dat een belastingverhoging niet per se een slechte zaak hoeft te zijn voor beleggers. Fondshuis Fidelity heeft de reactie van de S&P500 in kaart gebracht op alle belastingverhogingen van bedrijfs-, inkomsten- en beleggingswinsten sinds 1950. Slechts één keer zijn de koersen in de twee jaar na de tariefswijziging gedaald.

Per saldo lag het rendement echter beduidend hoger dan het jaargemiddelde in deze periode. Volgens Fidelity komt dat doordat belastingverhogingen vaak gepaard gaan met oplopende overheidsuitgaven, die een stimulerende werking hebben op de economie. Het grote belastinggevaar ligt veel meer in de wijze waarop de volgende president met internationale belastingmaatregelen omspringt.

Techbedrijven in het vizier

In 2021 hebben ruim 140 landen afspraken gemaakt voor een eerlijkere belasting van bedrijfswinsten. Om te voorkomen dat grote ondernemingen gebruikmaken van belastingparadijzen, wordt 15% van de winst belast in het land waar het geld verdiend is.

De Verenigde Staten werken vooralsnog echter niet mee aan de internationale belastingplannen. Trump heeft zelfs aangekondigd dat hij er een dikke streep door zal zetten. Verschillende landen maken daarom plannen om de inkomsten van multinationals binnen hun landsgrenzen te belasten. Daarbij worden vooral de grote techbedrijven in het vizier genomen.

Nog geen twee maanden geleden heeft Canada bijvoorbeeld de digital services tax in werking gesteld. Als onderdeel van deze maatregel die al in 2022 was ontwikkeld, moeten grote ondernemingen 3% van de winst afdragen op bepaalde online inkomsten. Nieuw-Zeeland is voornemens om eind dit jaar een vergelijkbare heffing in te voeren. Als meer landen dit voorbeeld volgen, kan de belastingdruk voor grote techbedrijven zoals Amazon, Alphabet en Meta behoorlijk oplopen.

Voor beleggers wordt het dan ook spannender om te kijken hoe de volgende president omspringt met internationale belastingafspraken, dan om af te wachten of de vennootschapsbelasting volgend jaar stevig stijgt of daalt.