Obligaties | De val van de deposito- en de geldmarktrente
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in juni en september de beleidsrente verlaagd. Het depositotarief, dat banken ontvangen voor het stallen van geld bij de ECB, staat nu op 3,5%. Gezien de zeer matige economische groei en afnemende inflatie verwachten de meeste marktpartijen dat de ECB dit tarief het komende halfjaar terugbrengt tot circa 2%. De (verwachte) lagere ECB-beleidstarieven hebben vooral zijn weerslag op rentestanden van kortlopende instrumenten zoals deposito’s, geldmarktleningen en obligaties die binnenkort worden terugbetaald.
Lagere rente bij herbelegging
De gedaalde rentestanden worden meestal pas zichtbaar op het moment dat een deposito of obligatielening afloopt. De vrijval kan dan namelijk (vaak) niet meer herbelegd worden tegen vergelijkbare rentevoorwaarden. Spaarders en beleggers, die hun gelden voor korte tijd wegzetten in obligatieleningen en deposito’s, ontvingen de afgelopen jaren namelijk aantrekkelijke rentepercentages. Dit was te danken aan de vele renteverhogingen die de ECB sinds 2022 doorvoerde. De korte marktrentes gingen hierdoor mee omhoog en waren vaak zelfs hoger dan de langetermijnrentes, wat behoorlijk uitzonderlijk is.
Bekijk ook het dossier Beleggen in obligaties | Alle tips & artikelen op rij
Nu de ECB begonnen is met renteverlagingen, dalen vooral deze (zeer) kortlopende marktrentes. In de grafiek is bijvoorbeeld te zien dat een Duitse lening met een looptijd van 12 maanden nog maar een effectieve rentevergoeding geeft van 2,5%. Eind juni was dit nog 3,0% en een jaar geleden zelfs 3,8%. Voor het driemaands interbancaire tarief (euribor) zien we een vergelijkbare ontwikkeling. En met nog meer ECB-verlagingen in het verschiet zullen deze zeer kortlopende rentes waarschijnlijk nog verder omlaag gaan.
Ook beleggers in geldmarktfondsen hebben hiermee te maken. Een veel gebruikte graadmeter voor dit soort fondsen is de interbancaire dagrente. Deze is nu circa 3,4%, wat logischerwijs dicht bij het officiële ECB-tarief van 3,5% is. Maar als de ECB de beleidstarieven terugschroeft richting 2%, zal ook deze dagrente naar dit niveau bewegen. Dit betekent een dalend effectief rendement voor beleggers, wat tot uiting komt in de koersontwikkeling van het fonds.
De fondsmanagers moeten immers continu nieuwe leningen opnemen of doorrollen, omdat de ‘oude’ zeer kortlopende deposito’s of leningen in het fonds aflopen. Dit gebeurt dan tegen steeds lagere rentestanden. Het is dus niet zo dat beleggers die nu instappen in een geldmarktfonds het indicatieve effectieve rendement van 3,4% ‘vastklikken’.
Toegevoegde waarde
Kortlopende obligaties en spaarproducten zijn door de gedaalde marktrentes weliswaar minder interessant dan eerder in 2024 en 2023, maar wij verwachten dat deze zeer kortlopende rentes de komende maanden nog verder afnemen.
Ondanks de dalende rentestanden blijven spaar- en obligatieproducten wat ons betreft van toegevoegde waarde in een beleggingsportefeuille, vooral gezien hun potentieel om stabiliteit te bieden in economisch moeilijke tijden. Obligaties en geldmarktinstrumenten presteren ook vaak relatief goed bij geopolitieke onrust of verhoogde volatiliteit op de aandelenmarkten en geven daarmee tegenwicht aan risicovollere beleggingen.
Tot slot moeten beleggers weliswaar weer wennen aan de lagere rentestanden, maar uit eerdere jaren weten we inmiddels ook dat zowel beleidstarieven van de centrale bank als marktrentes nog veel lager (en zelfs negatief) kunnen zijn. Wat dat betreft zijn de huidige korte marktrentes zo gek nog niet.
Ellen Engelhart heeft geen belangen in de beschreven obligatietitels. Kijk voor meer informatie op www.vanlanschotkempen.com/disclaimer/beleggingsinformatie.