Een mijnbouwer met nieuw elan
Het Braziliaanse Vale is een bedrijf met een bewogen geschiedenis en de donkere hoofdstukken kunnen we niet negeren. In de afgelopen tien jaar vonden twee grote rampen plaats, die diepe littekens hebben achtergelaten. In 2015 brak de Fundão-dam in Mariana, een joint venture van Vale en BHP. De modderstromen die daarop volgden, verwoestten hele dorpen en eisten 19 levens. Vier jaar later herhaalde de tragedie zich met de Brumadinho-ramp, waarbij een andere dam van Vale bezweek. Dit keer waren de gevolgen nog gruwelijker: meer dan 270 mensen kwamen om en opnieuw zorgden modder en mijnbouwafval voor een desastreuze milieuschade.
De financiële gevolgen voor Vale waren gigantisch. Voor de Mariana-ramp werd uiteindelijk een schikking van maar liefst $30 mrd overeengekomen. De Brumadinho-ramp voegde daar een directe schadepost van $7 mrd aan toe. Opgeteld komt de totale financiële impact van beide rampen dus uit op meer dan $37 mrd.
Na deze rampen besloot Vale in 2020 tot een koerswijziging betreffende haar dammen. Het gaat hierbij niet om traditionele dammen die water tegenhouden, maar om afvaldammen, bedoeld om restproducten van mijnbouwprocessen op te slaan. Vale beheert een groot aantal van deze dammen in Brazilië, waarvan er dertig zijn gebouwd volgens de zogenaamde upstream-methode, een goedkope maar instabiele constructietechniek.
Om nieuwe drama’s te voorkomen, lanceerde Vale een ambitieus programma om alle upstream-dammen te elimineren. Tot nu toe zijn 16 dammen volledig verwijderd of zodanig aangepast dat ze geen enkel risico meer vormen. Daarnaast heeft het bedrijf de risiconiveaus van 17 andere dammen weten te verlagen, wat aangeeft dat deze structuren nu als aanzienlijk veiliger worden beschouwd. Deze maatregelen bewijzen dat Vale er echt veel aan gelegen is de veiligheid te verbeteren.
Dat de Brazilianen goed bezig zijn, laten ook de cijfers van verschillende ESG-beoordelingsbureau’s zien. Bij het bureau Sustainalytics geldt: hoe lager het aantal punten, hoe beter het betreffende aandeel het op het vlak van duurzaamheid doet. In 2018, het jaar voor de Brumadinho-ramp was die score 38,5. Na de ramp ging Vale naar 54,5, maar nu is de score met 29,4 flink aan het dalen. Een score onder de 30 houdt een gemiddeld ESG-risico in, tussen 30 en 40 betekent hoog risico en boven de 40 ernstig risico.
Hoogwaardig ijzererts
Vale heeft in het verleden regelmatig grote beloften gedaan die niet altijd werden waargemaakt, maar naast veiligheid is er ook op financieel gebied een omslag gaande. Het bedrijf produceert meerdere grondstoffen, maar ijzererts blijft met ongeveer 75% van de omzet met afstand de belangrijkste pijler. Voor 2024 werd een productie van 310 tot 320 miljoen ton voorspeld, maar tijdens de beleggerdag in december bleek dat dit vrijwel zeker uitkomt op 328 miljoen ton. Tegen 2030 zal de productie verder stijgen naar zo’n 360 miljoen ton.
Tegelijkertijd richt Vale zich steeds meer op hoogwaardige ijzerertsproducten zoals zogenoemde pellets en agglomeraten. Dit zijn procucten met een ijzergehalte van 65% of meer, wat ze aantrekkelijk maakt voor staalproducenten die hun CO2-uitstoot willen verminderen. Dit is belangrijk, omdat 98% van alle ijzererts wereldwijd wordt gebruikt voor staal. Ook speelt de overstap van aardgas naar waterstof in staalproductie een rol. Waterstof vereist hoogwaardige ijzererts met een ijzergehalte boven de 65%, omdat het dan efficiënter reageert met zuiverder erts. De waterstoftrend kan de wereldwijde vraag naar premium ijzererts dan ook flink doen stijgen, wat een bedrijf als Vale dat zich richt op hoogwaardige producten duidelijk in de kaart speelt.
Ook de overige 25% van Vale’s activiteiten laat een sterke groei zien, vooral in energietransitiemetalen zoals koper. De huidige koperproductie van het bedrijf bedraagt 350 kiloton, maar wordt naar verwachting tussen 2030 en 2035 verdubbeld. Deze gerichtheid op metalen die cruciaal zijn voor elektrische voertuigen en groene energie, versterkt Vale’s positie in de transitie naar een duurzame economie.
Snijden in de kosten
Daarnaast blijft Vale hard werken aan het verlagen van de kosten. De C1 Cash Cost, die de directe productiekosten van ijzererts weergeeft, zal dalen van $22 per ton in 2024 naar $18 tot $19,50 in 2030. Let op: dit is berekend in nominale termen, dus als je het achteraf reëel gaat uitrekenen met inflatie, dan kom je op een nog lagere waarde uit. Door automatisering, hogere productievolumes en efficiëntere mijnbouwlocaties weet Vale structureel te besparen. Tegelijkertijd streeft het bedrijf naar een ‘all-in cost’, de waarde inclusief indirecte kosten zoals afschrijvingen, van minder dan $50 per ton.
Om te illustreren hoe laag de kosten zijn: de huidige ijzerertsprijs ligt op $101,60 per ton. Zelfs een wereldwijde lockdown aan het begin van 2020 bracht de prijs niet lager dan $78,62. Over het afgelopen kwartaal rapporteerde Vale een nettowinst van $2,4 mrd, en het zou mij niet verbazen als de nettowinst over 2024 ergens rond de $9 mrd zou uitkomen. Met een beurswaarde van $40 mrd komt dat neer op een koers-winstverhouding van slechts 4,4, wat duidelijk maakt dat Vale niet alleen winstgevend is, maar ook sterk ondergewaardeerd.
Advies aandeel Vale op ‘kopen’
De twee grote concurrenten van Vale zijn Rio Tinto en BHP. Om deze drie te vergelijken, kijk ik graag naar de EV/ebitda-verhouding, want dit haalt afschrijvingen eruit en laat beter zien hoe deze bedrijven operationeel draaien. Over de afgelopen twee jaar is Rio 16% goedkoper geworden, BHP 21% en Vale 31%.
Ik denk dat dit puur komt doordat Brazilië op dit moment compleet uit de gratie ligt. De koers is in een jaar tijd gehalveerd en dit is voor mij het moment om zelf aandelen te kopen en Vale tot Tip van de Week te promoveren.
De auteur heeft een positie in het aandeel
Fondscode (ticker) | VALE |
Beurs | New York (ADR) |
Hoogste koers 12 mnd | $15,62 |
Laagste koers 12 mnd | $8,74 |
Beurswaarde | $40,2 mrd |
Koers-winstverhouding 2024 (t) | 4,4 |
Dividendrendement | 12,3 |