De voordeligste brokers van 2025: welke past bij uw beleggingsstijl?
Uit een recent onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten kan worden opgemaakt dat circa een kwart van de 8,4 miljoen huishoudens in Nederland beleggingen heeft. Dat komt neer op 2,1 miljoen en betekent een toename van 200.000 huishoudens ten opzichte van 2021. 70% van de ondervraagden gaf daarbij aan zelf te beleggen (‘execution only’) en daarvoor is een effectenrekening noodzakelijk.
Om abonnees van Beleggers Belangen te helpen bij het maken van een keuze voor een geschikte partij voor de opbouw en/of het aanhouden van een beleggingsportefeuille, vergelijken we dit jaar zeven brokers op de Nederlandse markt op het gebied van kosten, handelsmogelijkheden, service en gebruiksgemak. In het eerste deel van dit onderzoek duiken we specifiek op de kosten. In ons volgende nummer volgt een uitgebreid artikel over de handelsmogelijkheden, service en het gebruiksgemak. Een week later sluiten we het onderzoek af met een analyse van de betrouwbaarheid en de veiligheid van de brokers.
Aan welke criteria moet een broker voldoen?
De zeven partijen voldoen alle aan twee harde criteria die we hebben opgesteld om te kunnen deelnemen aan ons onderzoek dit jaar. De brokers dienen onder toezicht te staan van de Autoriteit Financiële Markten en daarnaast bindend aangesloten te zijn bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Dit is een toegankelijke partij voor particulieren die kan worden ingeschakeld bij een geschil met een broker, waardoor een stap naar de rechter bij een conflict mogelijk kan worden vermeden.
Lees ook BiB | Broker plukt de vruchten van gunstig beursklimaat
Dit betekent dat we partijen als Mexem (Cyprus) en Trade Republic (Duitsland) niet hebben meegenomen in het onderzoek. Laatstgenoemde aanbieder is sinds 2021 actief in Nederland en biedt scherpe tarieven aan, wat mogelijk is door middel van het bedrijfsmodel. Trade Republic ontvangt een vergoeding voor de orders die het verstuurt van klanten naar alternatieve beurzen.
Welke werkwijzes zijn toegestaan in Nederland?
Dit zogenaamde ‘payment for order flow’ (PFOF) is in Nederland echter verboden. In Duitsland is deze werkwijze nog wel toegestaan, maar vanaf 30 juni 2026 komt hier verandering in. Dan wordt PFOF in de EU verboden, hetgeen in de praktijk betekent dat de brokers die gebruik maken van PFOF een gedeelte van hun inkomsten zullen verliezen en dus waarschijnlijk hogere transactiekosten zullen gaan vragen aan hun klanten.
Oftewel: de markt voor brokers blijft ook de komende jaren volop in beweging. De laatste jaren zagen we meerdere overnames in het brokerlandschap en ook in de komende jaren zijn deze niet uit te sluiten. Hierdoor volgt soms (ongewenst) automatisch een overstap naar een andere partij.
Hoe verhouden brokers zich tot elkaar op kostengebied?
Voor het onderzoek naar de kosten zijn we, net als bij eerdere edities van ons brokeronderzoek, uitgegaan van drie verschillende portefeuilles. Bij de Portefeuille Nederland en de Portefeuille Internationaal zijn de kosten berekend alsof we alle posities in één keer hebben aangeschaft en vervolgens een jaar hebben vastgehouden.
In de praktijk kan het soms qua transactiekosten voordeliger zijn om een portefeuille meer gespreid over de tijd op te bouwen. Bijvoorbeeld bij Saxo, dat in 2024 nieuwe tarieven lanceerde. Deze broker hanteert een service fee van 0,01% over de portefeuillewaarde per maand, met een maximum van €40. Het in rekening gebrachte bedrag kan echter de maand daaropvolgend ook worden ingezet als transactiekostentegoed.
Lees ook Activistische beleggers | Investeerders roeren zich weer
Daarmee kan een klant van Saxo Bank in de praktijk kosten besparen door zijn of haar transacties te spreiden. In ons onderzoek hebben we daarmee geen rekening gehouden. Voor de portefeuille Periodiek Beleggen, waarmee maandelijks periodiek wordt belegd in de iShares Core MSCI World UCITS ETF, hebben we een schatting gemaakt van de totale kosten op jaarbasis. De omvang van deze portefeuille is het kleinst met €10.000. De kosten die we vergelijken zijn de transactiekosten (bij de aanschaf van de aandelen en ETF’s op de hoofdbeurs), kosten voor verwerking van de dividenduitkeringen en servicekosten.
Niet elke broker brengt servicekosten in rekening. Brokers waarbij dit wel speelt, vragen vaak een vast bedrag en/of vast percentage van de beleggingsportefeuille. Voor de kostenberekening van DeGiro zijn ook aansluitkosten meegenomen van €2,50 die deze aanbieder in rekening brengt per beurs per jaar. Deze zijn niet van toepassing bij Euronext Amsterdam en Brussel. De andere aanbieders rekenen geen aansluitkosten. Belangrijk om te vermelden is dat 1 januari 2025 de peildatum is voor de kostenvergelijking. Tariefswijzigingen na deze datum zijn niet meegenomen in ons onderzoek. Daarnaast moet u er rekening mee houden dat inactiviteitskosten en valutaconversiekosten voor aandelen die zijn genoteerd in andere valuta’s dan de euro niet zijn meegenomen.
Periodiek beleggen
De eerste portefeuille die we hebben doorgerekend is de portefeuille waarmee periodiek wordt belegd (zie de tabel op de vorige pagina). Dit is een passieve beleggingsstrategie die met name populair is onder jongeren. De nadruk ligt op de lange adem, wereldwijde spreiding en lage kosten.
Een belegger kan deze strategie in de praktijk brengen door bijvoorbeeld elke maand een vast bedrag te steken in de iShares CORE MSCI World UCITS ETF (IWDA). In ons voorbeeld vergelijken we de kosten van twaalf transacties op jaarbasis van IWDA ETF’s. De ordergrootte per transactie bedraagt in ons onderzoek €312,48, omdat de ETF op de peildatum tegen €104,16 noteerde.
Beleggers bij DeGiro en Saxo zijn het voordeligst uit. De totale kosten voor deze portefeuille kwamen bij beide spelers uit op €12, oftewel 0,12%. DeGiro brengt €1 aan handlingkosten in rekening per transactie op deze ETF wanneer periodiek wordt belegd en vraagt geen beheer- en/of servicekosten. Saxo brengt op haar beurt geen transactiekosten in rekening bij deze periodieke belegging, enkel een service fee van 0,01% per maand over de waarde van de portefeuille.
Op plek drie vinden we ABN Amro, met €20 (0,20%). Deze bank brengt noch voor beleggingsfondsen noch voor ETF’s transactiekosten in rekening. De service fee per jaar bedraagt 0,20% per jaar, berekend over de waarde van de portefeuille. Bij Rabobank zijn de kosten voor deze portefeuille met een bedrag van €85,87 (0,86%) het hoogst. De broker rekent in dit geval €5 + 0,05% van de transactiewaarde per order aan kosten. De service fee bedraagt 0,06% over de portefeuillewaarde per kwartaal, met een minimum van €5.
Portefeuille NL
De tweede portefeuille is er een met enkel Nederlandse aandelen, die qua samenstelling gelijk is aan Portefeuille NL van Beleggers Belangen. De voorbeeldportefeuille had op 1 januari 2025 een omvang van €39.030.
De portefeuille bestaat uit vijftien Nederlandse aandelen en een cashbedrag van €4585. Net als bij onze voorbeeldportefeuille Periodiek Beleggen is DeGiro het goedkoopst. De totale kosten bedragen €45, oftewel 0,12% van de portefeuillewaarde. Deze broker vraagt voor Nederlandse aandelen een vaste commissie van €2 per transactie plus €1 aan handlingkosten.
Op plek twee vinden we Easybroker met €45,76 (0,12%) aan kosten. Deze partij brengt geen servicekosten in rekening, enkel transactiekosten. Voor Nederlandse aandelen gaat het om 0,08% van de transactiewaarde per order met een minimum van €3 per transactie. Op plek drie vinden we Saxo met €76,13 (0,20%). Daarna volgt Lynx.
Doordat deze broker een minimum van €6 per transactie voor Nederlandse aandelen in rekening brengt en geen servicekosten rekent, komt het totale kostenplaatje uit op €90. (0,23%). Net als bij de Portefeuille Periodiek Beleggen zijn beleggers het duurst uit bij de Rabobank met €174,89. (0,45%). Een positieve ontwikkeling die opvalt ten opzichte van voorgaande onderzoeken, is dat inmiddels geen enkele broker meer kosten in rekening brengt voor het ontvangen van dividenden.
Portefeuille Internationaal
De derde portefeuille die we hebben doorgerekend is het omvangrijkst. De totale waarde van deze Portefeuille Internationaal bedraagt €100.000. Er zitten vijftien Amerikaanse, vier Franse, vier Duitse en twee Nederlandse aandelen in.
Om de portefeuille op te bouwen leidt dit tot 25 transacties van €4000. Easybroker blijkt het voordeligst. De totale kosten voor deze portefeuille bedragen €75,86, oftewel 0,08% van de waarde van de portefeuille. Op de tweede plek vinden we DeGiro met €82,70 (0,08%). Naast transactiekosten brengt deze aanbieder voor deze portefeuille €7,50 aan aansluitkosten in rekening.
Op plek drie volgt Lynx met €133,11 (0,13%). Bij Saxo (0,20%), ABN Amro (0,38%) en ING (0,39%) vallen de kosten aanzienlijk hoger uit. Rabobank brengt wederom de hoogste kosten in rekening: €453,00 oftewel 0,45%. Bij de Portefeuille Internationaal is het tot slot goed om te weten dat het voor Amerikaanse aandelen bij sommige aanbieders gebruikelijk is om een bedrag per aandeel te betalen. In die gevallen hebben we 50 aandelen per transactie gehanteerd.
Conclusie
Welk type belegger u bent, maakt nogal uit voor de kosten per broker. Als u veel handelt, zullen de kosten per transactie voor u van belang zijn. Handelt u (erg) weinig dan worden transactiekosten minder belangrijk en weegt juist de hoogte van de service fee zwaarder.
Na alles te hebben doorgerekend voor de drie portefeuilles in ons onderzoek, komt DeGiro met €139,70 in totaal dit jaar als voordeligste uit de bus. Het verschil met de nummer twee Easybroker (€157,62) bedraagt in totaal €17,92. Op plek drie vinden we Saxo (€288,13). DeGiro en Saxo zijn het goedkoopst bij de portefeuille Periodiek Beleggen. EasyBroker komt het voordeligst uit de bus bij Portefeuille Internationaal. Bij Portefeuille NL blijkt DeGiro wederom net het goedkoopst te zijn.