Make Healthcare great again!
Met een jaarlijks gemiddeld rendement van 14% was de technologiesector de best presterende van de elf sectorindices van de S&P500 Index in de jaren 1989-2024. Met een eveneens fraaie 11,3% volgt de sector Gezondheidszorg als nummer twee, berekende indexaanbieder S&P Global.
In 2023 eindigde Gezondheidszorg echter op plek zeven en afgelopen jaar zelfs op de tiende plaats in de S&P500 Index. Politieke onrust in de VS, druk op medicijnprijzen, lagere uitgaven aan klinische testen, voorraadafbouw van laboratoriummaterialen en tegenvallende economische groei in China waren daar de belangrijkste redenen voor.
Problemen zijn bekend
Deze problemen zijn inmiddels wel bekend en al redelijk in de waarderingen verwerkt. Bovendien is op sommige deelterreinen enig herstel te zien, zo bleek bijvoorbeeld uit de toelichting op de jaarcijfers van life sciences-groep Thermo Fisher Scientific.
Lees ook Farmacieaandelen | Enorme klapper voor de een, zorgen voor de ander
De atypisch zwakke rendementen trekken de aandacht en collega Karel Mercx wees beleggers enkele weken geleden in onze podcast ook al op kansen in de Amerikaanse gezondheidszorgsector.
Hoe beleg ik in de Amerikaanse gezondheidssector?
Vier koopwaardige ETF’s
Beleggen in die sector kan prima via in Nederland verkrijgbare brede sector-ETF’s. De ETF-alternatieven hebben een soortgelijke samenstelling. De subsectoren Farma en Biotech hebben een gezamenlijke weging van zo’n 46%, met als belangrijkste aandelen Eli Lilly, Johnson & Johnson en AbbVie.
Medische Apparatuur – waar onder meer Abbott Laboratories, Intuitive Surgical en Boston Scientific onder vallen – weegt voor 23% mee. Medische Zorg & Services is met een weging van bijna 21% ook een grote subsector met als bekendste bedrijven UnitedHealth, Cigna en McKesson. Life Science Tools, met Thermo Fisher Scientific en Danaher als meest prominente vertegenwoordigers, weegt voor zo’n 10% mee.
Lees ook Isotopentechnologie | Sterke positie in medisch groeisegment
De iShares US Medical Devices UCITS ETF is als enige geheel gericht op één specifieke subsector, medische apparatuur. Deze ETF telt 48 aandelen waarvan de top vijf – Abbott Laboratories, Intuitive Surgical, Boston Scientific, Stryker en Medtronic – een weging heeft van meer dan 64%. Ook is het beheerd vermogen in vergelijking tot dat van de brede sector-ETF’s wat aan de lage kant.
| Naam | ISIN | AuM | TER | Dividend |
| iShares S&P 500 Health Care Sector ETF | IE00B43HR379 | $2,30 mrd | 0,15% | Herbeleggend |
| SPDR S&P U.S. Health Care Select Sector ETF | IE00BWBXM617 | $365 mln | 0,15% | Herbeleggend |
| Xtrackers MSCI USA Health Care ETF | IE00BCHWNW54 | $654 mln | 0,12% | Uitkerend |
| iShares US Medical Devices ETF | IE00BMX0DF60 | $229 mln | 0,25% | Herbeleggend |
De vijf grootste posities in al deze ETF’s zijn precies gelijk – Novo Nordisk, AstraZeneca, Roche, Novartis en Sanofi – en hebben een gezamenlijke weging van meer dan 60%. Ook de top 5-posities van de ETF’s op de Amerikaanse gezondheidszorgsector wijken niet van elkaar af: Eli Lilly, UnitedHealth, Johnson & Johnson, AbbVie en Abbott. Het verschil is echter dat de Amerikaanse top 5 een duidelijk lagere weging heeft van ongeveer 39% en ook niet exclusief uit farma-aandelen bestaat.
Stryker is een overnamemachine in de zorg
Naast de brede ETF’s bieden ook individuele Amerikaanse healthcare-aandelen zeker nog kansen. Wij hebben koopadviezen op onder meer de medicijndistributeurs Cencora en McKesson, Thermo Fisher Scientific en Abbott Laboratories. Ik wil echter nog drie andere interessante, nieuwe, aandelen introduceren, te beginnen met de grootste, Stryker.
Lees ook Hoop gloort in 2025 voor biotechsector ondanks zwakke cijfers
Met een beurswaarde van zo’n $150 mrd en een jaaromzet van $22,6 mrd is Stryker een breed gespreide partij in de markt voor medische instrumenten/apparatuur en orthopedische producten. Het productaanbod van het bedrijf loopt uiteen van onder meer camera’s voor endoscopie, infuussystemen, softwaresystemen om operaties voor te bereiden en uit te voeren en chirurgische robotarmen tot implantaten voor heup, knie en schouder.
Stryker is een echte overnamemachine, die in de afgelopen tien jaar meer dan vijftig acquisities heeft gedaan. De laatste daarvan was Inari Medical dat afgelopen maand voor $4,9 mrd werd aangekocht. Inari maakt medische instrumenten om bloedproppen die door het lichaam ‘zwerven’ te verwijderen. Een markt die alleen al in de VS, volgens Stryker, een omvang van $6 mrd heeft.
Lees ook Biotech-aandeel | Fraaie groeier met veel (meer) potentie
Dit jaar rekenen de Amerikanen op een autonome omzetgroei van 8-9%. Een niveau dat vijf of tien jaar geleden bovengemiddeld zou zijn, maar nu het ‘nieuwe normaal’ lijkt te worden. Dat is volgens topman Kevin Lobo het gevolg van de strategie om de blootstelling aan sneller groeiende marktsegmenten te vergroten.
De enige keerzijde van het succes van de stabiele groeier Stryker is de opgelopen waardering. Op basis van de voor dit jaar verwachte (aangepaste) winst per aandeel van $13,45-13,70 komt de koers-winstverhouding op 29. Wel heeft Stryker nu al vijftien jaar het dividend verhoogd – de laatste verhoging was 5% tot $0,84 per kwartaal – en kan de winst de komende jaren nog met gemiddeld 10% groeien.
Quest is minder sterk gewaardeerd
Stryker heeft dus een stevige waardering, maar dat geldt minder voor Quest Diagnostics. Quest is een van de grootste aanbieders van een breed assortiment aan laboratoriumtesten, uiteenlopend van oncologietesten tot testen op de ziekte van Alzheimer maar ook eenvoudiger testen.
Dokterspraktijken, ziekenhuizen en individuele patiënten zijn de belangrijkste klanten van het bedrijf. Ziekenhuizen en klinieken besteden in toenemende mate de diagnostische testen uit, een trend die Quest in de kaart speelt. De uitgevoerde testen – en alles wat daarmee te maken heeft – worden betaald door zorgverzekeraars, nationale en regionale overheden en instellingen zoals Medicare en Medicaid.
Daarom heeft Quest ook te maken met overheidsregulering zoals de Protecting Access to Medicare Act. In deze wet is een daling van de vergoedingen die commerciële testbedrijven aan Medicare in rekening kunnen brengen vastgelegd. Invoering van deze wet is echter wederom doorgeschoven, naar 2026, en dat is gunstig voor Quest, ook al omdat de kortingen mogelijk worden aangepast.
Net als Stryker groeit de testaanbieder ook flink door overnames. Afgelopen jaar kwam vier procentpunt van de omzetgroei van 7% voor rekening van overnames. Dit jaar dragen acquisities zo’n zes procentpunt van de verwachte omzetgroei van ruim 9% bij.
Quest moet in 2025 zo’n $9,70 per aandeel kunnen verdienen. Ook daaraan is de bijdrage van acquisities weer groot maar die wordt aan de andere kant wat gedempt door de oplopende rentelasten op de schuld die ook is opgelopen. De overnamehonger van Quest is na een zeer actief 2024 voor dit jaar wel grotendeels gestild. Op een koers-winstverhouding van 16,8 en een dividendrendement van bijna 2% (laatste verhoging 6,7%) is het naar mijn verwachting stabiele groeiende Quest een aantrekkelijk aandeel in onrustige beurstijden. De grootste concurrent van Quest, Labcorp, is overigens een prima alternatief.
Integer Holdings als speculatieve tip
Integer Holdings is in beurswaarde gemeten de kleinste en meest speculatieve/risicovolle van de drie tips. Het bedrijf is een alternatieve manier om blootstelling te krijgen aan succesvolle bedrijven als Boston Scientific, Abbott Laboraties en Medtronic. Dat zijn namelijk de grootste klanten van Integer, opgeteld goed voor 45% van de omzet.
Lees ook Consumentenaandelen | Reckitt in het spoor van Abbott hard onderuit
Integer maakt onderdelen van of volledige medische apparatuur en instrumenten; van prototype tot volledig eindproduct. De Amerikanen zijn actief in de segmenten cardiovasculair (stents, katheters), hartritme (pacemakers, defibrillatoren) en chirurgie & orthopedie (instrumenten voor onder meer heup- en knie-operaties).
Op 20 februari publiceert het bedrijf de jaarcijfers en die moeten een omzetgroei van 10-11% tot $1,71 mrd laten zien, waarvan zeven tot acht procentpunt uit autonome groei bestaat. Integer rekent daarnaast op een 14-18% hogere winst per aandeel van ongeveer $5,30. Op de middellange termijn willen de Amerikanen jaarlijks twee procentpunt sneller groeien dan de markt. De operationele winstgroei moet bovendien dubbel zo hoog zijn als de omzetgroei.
Het stevige importtariefbeleid van president Trump is een risico voor Integer, waarvan een kwart van de medewerkers in Mexico actief is. Ook is het succes van het bedrijf niet aan beleggers voorbij gegaan. De afgelopen twaalf maanden is de koers met 33% opgelopen waardoor de k/w voor 2025 op bijna 23 ligt.
Ondanks de recente politieke onrust en de matige prestaties in de afgelopen twee jaar blijft de Amerikaanse gezondheidszorg een aantrekkelijke sector, zowel voor ETF- als aandelenbeleggers, maar enig geduld is wel vereist.
| Naam | Ticker | Beurs | Beurswaarde | Wpa ’24* | Wpa ’25 (t)* | Dpa ’24* | K/w ’25 | Div. rend. ’24 | Schuldratio ’24 |
| Stryker | SYK | New York | $152,2 mrd | $12,19 | $13,60 | $3,36 | 29,1 | 0,8% | 1,6 |
| Quest Diagnostics | DGX | New York | $14,0 mrd | $8,93 | $9,70 | $3,20 | 17,0 | 1,9% | 3,6 |
| Integer Holdings | ITGR | New York | $4,8 mrd | $5,30 (t) | $6,05 | – | 23,6 | – | 2,7 |
| *Aangepast |
Deze twee groepen zijn weer verder onderverdeeld in tien subsectoren. Daarmee wordt het hele spectrum van de Amerikaanse gezondheidszorg afgedekt; van medicijnfabrikanten tot leveranciers van diagnostische apparatuur, van medische klinieken tot medicijndistributeurs en van medische instrumenten tot ziekenhuisbedden.
Verder lezen?
Stephen Hendriks
Stephen Hendriks (1970) werkt sinds 1998 voor Beleggers Belangen. Na een studie Economie met specialisaties Macro-Economie en Financiering wilde hij de beleggerswereld in. Zijn keuze viel op Beleggers Belangen, een platform waar hij in volledige onafhankelijkheid zijn analyses zou kunnen schrijven. Stephen begon als redacteur, en is sinds 2001 adjunct-hoofdredacteur. Hij richt zich bij Beleggers Belangen vooral op assetallocatie en beleggingsstrategie. Zijn kennis op deze terreinen zet hij niet alleen in bij het beheer van verschillende portefeuilles, maar ook bij de door hem opgezette rubriek Beurs & Economie. Stephen is beheerder van de Hoogdividendportefeuille, de Pensioenportefeuille en beheert samen met Karel Mercx de Defensieve portefeuille. Ook maakt hij deel uit van het team dat de ETF-portefeuille beheert. Daarnaast schrijft hij sinds eind jaren ’90 over de sectoren Farmacie en Nutsbedrijven en is hij specialist op het terrein van bedrijfsobligaties. Zijn boekenkast is gevuld met alles wat maar met beleggen te maken heeft, van de klassiekers tot financieel-historische en kwantitatieve werken.