Brokeronderzoek | Kosten zelf beleggen lopen flink uiteen
De uitbraak van het coronavirus en de daarmee gepaard gaande daling van de aandelenbeurzen zorgde dat er begin dit jaar een stormloop kwam op effectenrekeningen. Vele koopjesjagers roken na jaren van koersstijgingen hun kans om op een lager niveau in te stappen, maar veel banken en brokers konden de toestroom aan nieuwe klanten niet aan en bij verschillende aanbieders ontstonden dan ook lange wachttijden. De toestroom was dermate groot dat een enkele broker zelfs tijdelijk een klantenstop invoerde.
Net als vorig jaar, was er ook dit jaar weer overnamenieuws. DeGiro kwam in handen van het Duitse Flatex, dat eveneens actief is op de Nederlandse markt. Doordat zowel DeGiro als Flatex onder eigen naam op de peildatum van ons onderzoek klanten bedienden, worden ze afzonderlijk meegenomen in ons brokeronderzoek.
Ook dit jaar viel er weer een broker af. Ditmaal gaat het om TradersOnly. Deze partij werd in 2019 overgenomen door Lynx en inmiddels is het voor nieuwe klanten niet meer mogelijk om bij TradersOnly een effectenrekening te openen; nieuwe klanten worden doorverwezen naar Lynx.
De lege plek wordt opgevuld door Mexem, een relatief nieuwe speler op de Nederlandse markt. Net als Lynx en TradersOnly maakt deze aanbieder gebruik van het platform van Interactive Brokers. Met scherpe tarieven verwacht de nieuwe broker in Nederland marktaandeel te winnen.
Doordat we na alle verschuivingen per saldo weer op negen verschillende brokers uitkomen, vergelijken we in ons Brokeronderzoek evenveel partijen als in 2019, namelijk negen.
Negen brokers, drie portefeuilles
Voor het onderzoek naar de kosten van de verschillende aanbieders gingen we uit van drie portefeuilles. Bij de Nederlandse portefeuille en de Internationale portefeuille zijn de kosten berekend alsof we alle posities in één keer hebben aangeschaft en vervolgens een jaar hebben vastgehouden. Bij de portefeuille Periodiek beleggen hebben we een schatting gemaakt van de totale kosten op jaarbasis voor een maandelijkse wereldwijde belegging in de iShares MSCI World UCITS ETF, waarbij de grootte van de portefeuille €5000 bedraagt.
De kosten die zijn meegenomen voor alle drie de portefeuilles bestaan uit transactiekosten (bij de aankoop van de aandelen en ETF’s), kosten voor verwerking van dividenduitkeringen en servicekosten. Indien van toepassing bestaan deze servicekosten uit een vast bedrag en/of vast percentage van de beleggingsportefeuille.
Voor de kostenberekening bij DeGiro zijn ook aansluitkosten meegenomen van €2,50 die deze aanbieder in rekening brengt per beurs per jaar. Deze aansluitkosten zijn niet van toepassing bij Euronext Amsterdam en Brussel. De andere aanbieders rekenen geen aansluitkosten. Niet meegenomen in het onderzoek zijn inactiviteitskosten, valuta conversiekosten voor aandelen genoteerd in Amerikaanse dollars en eventuele overige beurs- en regulatiekosten. Belangrijk om te vermelden is dat 1 oktober 2020 de peildatum is voor de kosten. Tariefswijzigingen na deze datum hebben we niet meegenomen in het onderzoek.
Portefeuille Periodiek beleggen
De eerste portefeuille die we doorrekenen is de portefeuille waarmee periodiek wordt belegd. Eenmaal per maand (op de eerste beursdag van de maand) werd de onder lezers van Beleggers Belangen geliefde iShares Core MSCI World UCITS ETF (IWDA) aangeschaft. In de praktijk gaat het om twaalf transacties op jaarbasis van vijf IWDA-ETF’s. De ordergrootte bedraagt in ons onderzoek €275,65 omdat de ETF op de peildatum op €55,13 noteerde.
DeGiro en Flatex komen bij deze portefeuille het beste uit de bus. De totale kosten komen bij deze brokers uit op €0, oftewel 0% van de waarde van de portefeuille Periodiek beleggen. Op de derde plaatst volgt Binck met €9,00 (0,18%) dat voor periodiek beleggen via een Binck Fundcoach-rekening enkel servicekosten in rekening brengt en geen transactiekosten. Op plek vier vinden we Mexem. Deze broker brengt voor het periodiek beleggen wel transactiekosten in rekening, maar geen servicekosten. De totale kosten bedragen €21,60 (0,43%). Daarna volgt ING met €32,00 (0,64%). Deze bank brengt net als Binck, DeGiro en Flatex geen transactiekosten in rekening, maar wel servicekosten van €20 per jaar plus 0,24% over het belegde vermogen. Bij ABN Amro (€71,65 of 1,4%), Lynx (€72,00 of 1,4%) en Rabobank (€81,65 of 1,6%) liggen de kosten een stuk hoger. Het duurst zijn beleggers uit bij Saxobank met €204 (4,1%). Deze partij hanteert het hoogste minimumtarief per order (€12) en brengt de hoogste servicekosten voor deze portefeuille in rekening (€60).
Nederlandse Portefeuille
De tweede portefeuille die we doorrekenen is een Nederlandse portefeuille die qua samenstelling gelijk is aan onze Portefeuille NL. De waarde op 1 oktober 2020 was €19.853, verdeeld over vijftien Nederlandse aandelen en een cash bedrag van €1702,74. In totaal vonden er vijftien dividenduitkeringen plaats voor een totaalbedrag van €407,00.
Vorig jaar was Flatex de goedkoopste, gevolgd door DeGiro en Lynx. Rekenen we alles door voor dit jaar, dan is wederom één partij de goedkoopste: nieuwkomer Mexem. De totale kosten bedragen €27,01, oftewel 0,14% van de portefeuillewaarde. Op de tweede plaats volgt DeGiro met €35,45 (0,18%). Daarna komt Flatex, dat haar tarieven op aandelen dit jaar verhoogde van €0 per transactie naar een vast tarief per transactie van €3,90. De totale kosten kwamen daardoor dit jaar uit op €58,50 (0,29%). Op plek vier vinden we de broker Lynx met €90 (0,45%) gevolgd door de grootbanken, waar de totale kosten redelijk dicht bij elkaar in de buurt liggen: ABN Amro met €120,38 (0,60%), ING met €128,45 (0,65%) en Rabobank met €133,42 (0,67%). Het duurst zijn beleggers wederom uit bij Saxobank met €240 (1,21%).
Wat opvalt is dat DeGiro, Flatex, Lynx en Mexem geen dividendkosten, servicekosten en overige kosten in rekening brengen voor de Portefeuille NL. Rabobank is de enige speler die kosten in rekening brengt voor dividenduitkeringen.
De derde portefeuille die we hebben doorgerekend is een internationale aandelenportefeuille ter waarde van €50.000. Deze bestaat uit vijftien Amerikaanse, vier Duitse, vier Franse en twee Nederlandse aandelen. Op jaarbasis leidt dit tot 25 transacties van €2000. Voor de Amerikaanse aandelen zijn wij uitgegaan van dertig dividendbetalingen van €15 en voor de Duitse, Franse en Nederlandse aandelen van elk vier dividendbetalingen van €30.
Bij Amerikaanse aandelen is het bij sommige brokers ook gebruikelijk om een bedrag per aandeel te betalen. Voor die gevallen hebben we, net als in de tiende editie van het Brokeronderzoek, 25 Amerikaanse aandelen per transactie gehanteerd. Nieuwkomer Mexem komt voor de tweede maal als beste uit de bus. De totale kosten komen uit op €50,01, oftewel 0,10% van de waarde van de portefeuille.
Op de tweede plek staat DeGiro met €61,48 (0,12%). Daarna komt Flatex met €97,50 (0,20%) gevolgd door Lynx met €124,02 (0,25%). Na deze brokers volgt ING als eerste grootbank (€260 of 0,52%), gevolgd door ABN Amro met €268, of 0,54%. Dan volgen twee partijen waarvan de kosten dicht bij elkaar liggen, Binck met €302 (0,60%) en Rabobank met €303,55 (0,61%). Het duurst zijn beleggers wederom uit bij Saxobank met €437 (0,87%).
Een broker voor elk type belegger
Afhankelijk van het type belegger dat u bent, verschillen de kosten per broker. Als u veel handelt, zullen de totale kosten per transactie belangrijk zijn. Handelt u (erg) weinig, dan worden transactiekosten minder belangrijk en weegt juist de hoogte van de service fee zwaarder mee.
Daarnaast is er nog een andere belangrijke factor die van invloed kan zijn op uw totale kosten, die door het gebrek aan transparantie en data niet is meegenomen in ons kostenonderzoek: smart-order-routing. Dit is software waarmee een broker op verschillende beurzen, waaronder de hoofdbeurs, op zoek kan gaan naar de best mogelijke prijs om voor haar klanten een order uit te voeren. Hierdoor kan het in de praktijk voorkomen dat met name bij orders met grotere aantallen, en bij aandelen waar minder handel in plaats vindt, klanten waarbij de broker gebruikmaakt van dergelijke software een betere uitvoering krijgen en daarmee voordeliger uit zijn.
Om de werking van smart-order-routing te verduidelijken nemen we een voorbeeld. Stel, u wilt 100 aandelen Flow Traders kopen. Op de hoofdbeurs is de stelling €27,78 bieden en €27,82 laten. Op een alternatieve beurs kunnen de aandelen eveneens worden aangekocht en daar is de stelling op exact hetzelfde moment van de dag €27,79 bieden en €27,80 laten. Dit betekent in de praktijk dat een bestens-order van 100 aandelen Flow Traders bij een partij die toegang heeft tot de alternatieve beurs wordt uitgevoerd tegen €27,80 in plaats van €27,82. Vermenigvuldigen we het verschil maal 100 dan is de belegger hierdoor €2 goedkoper uit. Zulke indirecte kosten kunnen voor een actieve belegger aardig oplopen. Het is dan ook interessant om te weten welke brokers smart-order-routers inzetten, en op welke aandelen.
Van de brokers in ons onderzoek maken DeGiro, ING, Lynx, Mexem, Rabobank en Saxobank gebruik van dergelijke software voor Nederlandse aandelen. ABN Amro, Binck en Flatex doen dit niet. ABN Amro en Binck sturen de orders naar de hoofdbeurs, Flatex enkel naar de alternatieve beurs TradeGate.
Overstappen van broker?
Overstappen kan in de praktijk voor veel beleggers lonen, maar een aantal kanttekeningen is op zijn plaats. Ten eerste zijn kosten slechts één aspect. Service, gebruiksgemak, handelsmogelijkheden, betrouwbaarheid en de stabiliteit van het handelsplatform zijn voor een grote groep beleggers ook van belang en indien noodzakelijk zijn ze bereid daarvoor extra te betalen. Veel lezers van Beleggers Belangen uiten bijvoorbeeld met regelmaat hun onvrede als een bepaald aandeel niet verkrijgbaar is bij hun broker. Ten tweede rekenen verschillende brokers hoge kosten voor een overstap. In zo’n geval is het zeker de moeite waard om in plaats van de stukken over te boeken, een tweede rekening te openen of om over de kosten te onderhandelen.
Kortingen
Volledigheidshalve vermelden we, net als voorgaande jaren, dat beleggers bij een aantal brokers kunnen onderhandelen over de transactiekosten als zij kunnen aantonen zeer actief te handelen op de beurs en/of over een groot beheerd vermogen te beschikken. Hierdoor kunnen in de praktijk de vaste kosten per transactie en het percentage van de waarde van de transactie soms wat omlaag. Dit geldt zowel voor de kosten van aandelen en ETF’s als de kosten per transactie voor opties en futures, die we dit jaar niet hebben vergeleken in ons Brokeronderzoek.