Updates

Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen

Geopolitieke risico’s op de markten

advertorial
Drone-aanvallen op olievelden in Saoedi-Arabië. Oplopende spanningen in Kasjmir. Turkije valt Syrische grensgebieden binnen. Wat betekenen deze regionale conflicten voor wereldwijde markten, en hoe moeten beleggers die streven naar groei op lange termijn ermee omgaan? Hier geven we u een kort overzicht van hoe markten zijn omgegaan met belangrijke geopolitieke gebeurtenissen en de factoren die daaraan ten grondslag liggen.

Markten zijn gewend aan regionale conflicten. Helaas zijn dergelijke conflicten vrijwel permanent tijdens zowel bull- als bearmarkten. De oorlog van de VS in Korea aan het begin van de jaren ’50 en de Cubacrisis in 1962—de 13 dagen dat dreiging van een kernoorlog tussen de VS en de Sovjet-Unie reëel was—vonden allemaal plaats in bullmarkten. De bullmarkt van de jaren ’90 omvatte de eerste Golfoorlog en de oorlog in Bosnië, burgeroorlogen in Georgië en Afghanistan en de eerste Tsjetsjeense Oorlog. De bullmarkt van 2003-2007 ging gepaard met aanhoudende gevechten in Irak en Afghanistan, het conflict tussen Israël en Hezbollah en andere conflicten. De huidige bullmarkt heeft de Arabische Lente, gevechten in het oosten van Oekraïne en de campagne tegen de Islamitische Staat in Syrië en Irak doorstaan. Andere conflicten, waaronder de Falklands-oorlog, het begin van de oorlog in Afghanistan, de oorlog tussen Iran en Irak en de tweede Tsjetsjeense Oorlog, begonnen tijdens bearmarkten.

Oplopende spanningen en regionale conflicten veroorzaken vaak kortetermijnvolatiliteit op aandelenmarkten, maar onze analyse van gebeurtenissen uit het verleden laat zien dat ze niet verantwoordelijk zijn voor bearmarkten. Wij geloven dat de onzekerheid die voorafgaat aan regionale conflicten het aandelenrendement nadelig kan beïnvloeden. Maar zodra de gevechten eenmaal beginnen, herstelt het rendement zich vaak weer. Dat is echter niet omdat we denken dat gewapende conflicten positief zijn voor de markten. We denken eerder dat het komt doordat de daadwerkelijke uitbraak van een conflict een eind maakt aan de vraag of het al dan niet tot een gewapende strijd komt. Beleggers kunnen de situatie vervolgens rationeel beoordelen, zien dat deze slechts van invloed is op een klein deel van de wereldeconomie, en daarna de geringe impact op de bedrijfswinsten becijferen. We beseffen dat dit vrij kil klinkt, maar soms zitten markten nu eenmaal zo in elkaar, en om geopolitieke risico’s juist in te kunnen schatten is het belangrijk om deze tendens te accepteren.

Deze tendens treedt aan het licht in de periode rondom het begin van de Koreaanse Oorlog, zoals blijkt uit Figuur 1.

Figuur 1: Spanningen rondom de Koreaanse Oorlog veroorzaakten geen bearmarkt.

Bron: FactSet, per 14/10/2019. Rendement van de S&P 500 Price Index in USD, 31/12/194831/12/1953. Wisselkoersschommelingen tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.

Amerikaanse aandelenmarkten waren ook volatiel in de aanloop naar de Golfoorlog in januari 1991. Wereldwijde aandelen waren toen herstellende van een bearmarkt, die duurde van 4 januari tot 28 september 1990.[i] Bearmarkten eindigen doorgaans met een snel herstel en al in een vroeg stadium was dat herstel kennelijk geen uitzondering. In december 1990 riep de toenemende onzekerheid over de mogelijke inmenging van Amerika in de oorlog tussen Irak en Koeweit het herstel echter tijdelijk een halt toe. Maar zelfs een regionaal conflict waarbij ‘s werelds grootste economie betrokken was, stond hervatting van het herstel niet in de weg nadat de gevechten uitbraken en er een eind aan de onzekerheid kwam.

Figuur 2: Onzekerheid rondom Golfoorlog deed markten niet ontsporen

Bron: Rendement van de S&P 500 Price Index (USD), 29/12/1989-29/12/1994. Wisselkoersschommelingen tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.

Je zou kunnen stellen dat de Golfoorlog en de Koreaanse Oorlog de markten niet hebben verstoord omdat ze niet in of in de buurt van grote economische centra speelden. Maar conflicten die dichter bij commerciële centra plaatsvonden hebben evenmin een einde gemaakt aan bullmarkten. Neem de oorlog in Bosnië, die jarenlang duurde en plaatsvond op Europese bodem, met vreselijke verwoestingen en groot verlies van mensenlevens. De aanloop naar de oorlog, officieel van februari 1992 tot december 1995, drukte op de Europese markten. Maar deze herstelden zich kort nadat de gevechten uitbraken. De stijging werd in 1992 onderbroken door de valutacrisis in Europa en de daaruit voortvloeiende regionale recessie. Maar deze economische problemen waren te wijten aan de uiteindelijk vergeefse pogingen van landen om het Europese wisselkoersmechanisme te beschermen. Aandelen gingen later dat jaar weer omhoog en bleven stijgen terwijl de tragische gebeurtenissen in het voormalige Joegoslavië aanhielden—waaronder het bloedbad in Srebrenica in 1995.

Figuur 3: Markten hielden stand tijdens de oorlog in Bosnië

Bron: FactSet, per 08/10/2019. Rendement van de MSCI Europe Price Index in lokale valuta’s, 31/12/199031/12/1995. Schommelingen in de wisselkoers tussen lokale valuta’s en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.

Sinds dat er vanaf eind 1925 betrouwbare data over aandelenmarkten is, is de Tweede Wereldoorlog in Europa het enige geopolitieke conflict dat het eind van een bullmarkt inluidde.

Figuur 4: Tweede Wereldoorlog en aandelenrendement

Bron: FactSet, per 15/10/2019. Rendement van de S&P 500 Price Index (USD), 31/12/193731/12/1945. Wisselkoersschommelingen tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.

Begin 1938 krabbelden Amerikaanse aandelen op van een bearmarkt die in maart 1937 inzette door fouten in het monetair beleid en de Amerikaanse economie herstelde zich langzaam van een recessie. Maar aan het herstel kwam in oktober 1938 een eind met de Duitse invasie en annexatie van het Sudetenland, waarmee Hitlers Europese expansiedrift in een klap bij iedereen bekend was. De markten kregen vervolgens te maken met de snel toenemende kans op een enorm conflict in heel Europa, waarbij veel mensenlevens, eigendommen en economische output verloren zouden gaan. De volledige omvang werd pas duidelijk toen Frankrijk in mei/juni 1940 capituleerde. Naarmate de oorlog om zich heen greep op het Europese vasteland, in Groot-Brittannië, Japan, Rusland en Amerika, kwamen aandelen in een jarenlange neerwaartse spiraal terecht. Maar zelfs toen begon er in 1942, drie jaar voor het eind van de oorlog, toch een nieuwe bullmarkt.

Hoewel gegevens over de periode van de Eerste Wereldoorlog minder betrouwbaar zijn, bevat het boek The Ascent of War van historicus Niall Ferguson sterke argumenten dat de Eerste Wereldoorlog soortgelijke gevolgen had.[ii] Gegevens over de Amerikaanse aandelenmarkt uit die tijd, waarbij weliswaar vraagtekens kunnen worden geplaatst, laten ook zien dat aandelen van Amerikaanse spoorwegmaatschappijen en andere bedrijven tijdens de Eerste Wereldoorlog in waarde daalden.[iii] Volgens ons brengt alleen een grootschalige oorlog, waarbij grootmachten het wereldwijd tegen elkaar opnemen, kapitaalmarkten dusdanig zware verliezen toe dat een bearmarkt het gevolg is.

Wanneer er regionale spanningen ontstaan, doen beleggers er dus goed aan zich af te vragen of het tot een wereldwijd conflict uit kan groeien. Tenzij de gevechten zelf naar veel grote spelers van de wereldeconomie overslaan en handel en productie in belangrijke mate ontwrichten zal een conflict, zelfs wanneer hierbij grootmachten betrokken zijn, waarschijnlijk niet de kracht hebben om aandelen langdurig onderuit te halen.

Fisher Investments Nederland is de handelsnaam die wordt gebruikt door de vestiging van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in Nederland (“Fisher Investments Nederland”). Fisher Investments Nederland is geregistreerd in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel met het ondernemingsnummer 75045486. Als de Nederlandse tak van Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, staat Fisher Investments Nederland onder het toezicht van de Commission de Surveillance du Secteur Financier (“CSSF”) en is geregistreerd bij de Nederlandse Autoriteit Financiële markten. Fisher Investments Luxembourg, Sàrl is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in Luxemburg (onder het nummer: B228486) die ook handelt onder de naam Fisher Investments Europe (“Fisher Investments Europe”). Fisher Investments Europe is gereguleerd door de CSSF. Het geregistreerde adres van Fisher Investments Europe is: K2 Building, Troisième étage, Forte 1, 2a rue Albert Borschette, L-1246 Luxembourg.

Fisher Investments Europe besteedt sommige aspecten van het dagelijkse beleggingsadvies, portefeuillebeheer en portefeuillehandelingen uit aan gelieerde ondernemingen. Meer specifiek zal de voorbereiding van rapporten met betrekking tot de geschiktheid van de beleggingen gedeeltelijk uitgevoerd worden door Fisher Investments Europe Limited, handelend onder de naam Fisher Investments UK (“Fisher Investments UK”), en zal de dagelijkse besluitvorming over de portefeuillestrategie uitgevoerd worden door Fisher Asset Management, LLC, handelend onder de naam Fisher Investments (“Fisher Investments”). Portefeuillehandelingen kunnen worden verricht door Fisher Investments Europe, Fisher Investments UK of andere gelieerde ondernemingen.

Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.

[i] Bron: FactSet, per 14/10/2019. Rendement van de MSCI World Price Index (USD), 04/01/1990–28/09/1990. Wisselkoersschommelingen tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.

[ii] Bron: Ferguson, Niall (2008). The Ascent of Money. New York, NY, The Penguin Press.

[iii] Bron: FactSet, per 15/10/2019. Gebaseerd op koersrendement in USD van Dow Jones Industrial Average in 1913 en 1914. Wisselkoersschommelingen tussen de dollar en de euro kunnen leiden tot hogere of lagere beleggingsrendementen.