Updates

Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aalberts

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Adyen

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Nestlé

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Amazon

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

ASMI

Advies
houden
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Corbion

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Universal Music Group

Advies
houden
Aandelen Nederland

ING

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Alphabet

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Arcadis

Advies
kopen

Waarom het herbeleggingsrisico van belang is voor obligatiebeleggers

advertorial

We analyseren met regelmaat de artikelen die in de financiële pers verschijnen en zien daarbij vaak dat aandelen als risicovol worden bestempeld en vastrentende waarden als “veilig”—een trend waar we moedeloos van worden. Hoewel schuldpapier dat is uitgegeven door stabiele landen als het Verenigd Koninkrijk, de VS, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Japan en andere landen mogelijk op korte termijn een minder volatiel koersverloop vertoont dan aandelen, denken we niet dat het daarom volledig veilig is, dat wil zeggen 100% risicovrij. Alle effecten brengen risico’s met zich mee. Zelfs contanten lopen het risico na verloop van tijd in waarde te dalen als gevolg van de inflatie. Hoewel vastrentende waarden voor veel beleggers een zinvol onderdeel vormen van hun portefeuille, vooral als ze regelmatig contanten van hun effectenrekening moeten opnemen of een korte beleggingshorizon hebben (d.w.z. de tijdsduur waarin hun geld moet worden belegd om hun doel te bereiken), zijn er toch risico’s aan verbonden. We vinden het belangrijk dat beleggers zich bewust zijn van deze risico’s en deze begrijpen. In dit commentaar gaan we dieper in op een van die risico’s, namelijk het herbeleggingsrisico.

Het herbeleggingsrisico verwijst naar het risico dat u misschien geen vervangend effect met een gelijkwaardig rendement kunt vinden op het moment dat een vastrentend effect dat u in bezit heeft, komt te vervallen (de datum waarop de emittent de hoofdsom moet terugbetalen). Rentevoeten gaan regelmatig op en neer, soms met forse schommelingen. Als u gewend bent om elk jaar 5% of meer van uw vastrentende effecten op te nemen en u er niet in slaagt om op de vervaldatum een ander effect te vinden dat hetzelfde rendement (of meer) oplevert, kan het lastig worden om aan uw opnamebehoeften te voldoen of voldoende rendement te genereren om, afhankelijk van uw persoonlijke behoeften en doelstellingen, uw doel te bereiken.

Obligatiebeleggers hebben dit de laatste jaren waarschijnlijk aan den lijve ondervonden. Tien jaar geleden, in september 2008, lag de rente op 10-jarige Nederlandse staatsobligaties op ongeveer 4,3%.[i]Stel dat u die obligaties 10 jaar hebt aangehouden en daarna opnieuw wilt beleggen in 10-jarige Nederlandse staatsobligaties. U krijgt dan nog slechts 0,6% per jaar.[ii]Prachtig voor de begroting van de Nederlandse overheid! Jammer voor uw eigen begroting. Om hetzelfde rendement als voorheen te behalen, zou u moeten beleggen in effecten met een hoger wanbetalingsrisico, of met een grotere kans dat u op een gegeven moment uw geld niet terugkrijgt, aangezien effecten met een hoger risico over het algemeen een hogere rente bieden. Het enige ontwikkelde land waarvan de rente op dit moment enigszins in de buurt komt, is Griekenland. De rente op 10-jarige Griekse staatsobligaties bedraagt momenteel 4,1%.[iii]Voor degenen die de schuldencrisis van de eurozone en alle verrassende wendingen die daarmee gepaard gingen, zijn vergeten: Griekenland heeft sinds 2010 drie bail-outs en twee wanbetalingen achter de rug. Het land beëindigde recentelijk (in augustus) zijn derde bail-out en staat nog steeds onder strikt toezicht van het IMF en functionarissen van de eurozone.

Hoewel dit misschien een extreem voorbeeld is, denken we dat het veel duidelijk maakt. Aangezien in de meeste ontwikkelde landen de rente op staatsobligaties ongekend laag is, denken we dat het op dit moment erg moeilijk is om effecten met een hogere rente te vervangen. Over het algemeen en gemiddeld gezien zouden beleggers zich moeten wagen aan obligaties uit opkomende markten—minder ontwikkelde landen met ook minder volgroeide kapitaalmarkten en mogelijk zwakkere economische instellingen en overheden. Schuldbewijzen van dergelijke landen, waaronder India, Brazilië, Mexico, Thailand en andere, zijn in de regel volatieler dan staatsobligaties uit Europa, Noord-Amerika en de ontwikkelde landen in Azië. Ze gaan ook gepaard met forse valutarisico’s, aangezien de valuta’s van opkomende markten enorme schommelingen kunnen vertonen. Schuldpapier uit opkomende markten is wellicht niet de beste oplossing voor beleggers die vastrentende waarden aanhouden in de hoop daarmee de kortetermijnvolatiliteit van hun portefeuille te kunnen verlagen.

Hoewel het niet zo is dat vastrentende waarden een tweederangsbelegging worden vanwege het herbeleggingsrisico, denken we wel dat dit risico een cruciaal element voor beleggers naar voren brengt: de noodzaak om bij het ontwikkelen van een beleggingsstrategie die kasstromen moet genereren, verder te kijken dan rente en dividenduitkeringen. Wij moedigen beleggers vaak aan om vooral te letten op het totaalrendement, d.w.z. de koersontwikkeling plus het dividend en de rente. Als we naar totaalrendement streven, zijn rentebetalingen van ondergeschikt belang omdat een lagere rente soms gecompenseerd wordt met koerswinst. We geven toe dat beleggers die contanten moeten opnemen uit hun portefeuille soms gedwongen worden om effecten te verkopen als de rentebetalingen te laag zijn om aan hun behoeften te voldoen, soms tegen hun zin. We hebben vaak genoeg gezien dat mensen van nature niet graag aandelen verkopen om in de kosten van hun levensonderhoud te voorzien. Wij zijn echter van mening dat u een portefeuille hebt om aan uw behoeften te voldoen en dat de manier waarop dit gebeurt niet per se relevant is. Wat naar onze mening het allerbelangrijkste is, is dat de algemene assetallocatie—of de combinatie van aandelen, vastrentende waarden en andere effecten—erop gericht is de kans dat de belegger zijn persoonlijke doelen bereikt te optimaliseren, ongeacht of hij al dan niet af en toe aandelen moet verkopen om bepaalde uitgaven te dekken.

 

Fisher Investments Nederland is het Nederlandse bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited. Fisher Investments Nederland is ingeschreven bij de Nederlandse Kamer van Koophandel onder nummer 57731446. Als Nederlands bijkantoor van Fisher Investments Europe Limited staat Fisher Investments Nederland onder toezicht van de Britse toezichthouder FCA en, op basis van kennisgeving, van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Fisher Investments Europe Limited is geautoriseerd en gereguleerd door de Britse toezichthouder Financial Conduct Authority (FCA-nummer 191609). Het is geregistreerd in Engeland (ondernemingsnummer 3850593). Fisher Investments Europe Limited heeft als maatschappelijke zetel: 2nd Floor, 6-10 Whitfield Street, London, W1T 2RE, Verenigd Koninkrijk.

 

Fisher Investments Europe Limited besteedt het portefeuillebeheer uit aan zijn moedermaatschappij, Fisher Asset Management, LLC, dat opereert onder de naam Fisher Investments, gevestigd is in de VS en onder toezicht van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission staat. Beleggen op de beurs brengt het risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie of betrouwbare indicatie van toekomstig rendement. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.

 

[i] Bron: FactSet, per 14/9/2018.

[ii] Ibid.

[iii] Ibid.