OCI pakt knelpunten aan
OCI heeft zichzelf opgezadeld met een wel heel forse schuld. Het aandeel kent met 26,8 bovendien een forse k/w. In afwachting van nadere fusieberichten herhalen wij daarom ons verkoopadvies.
De omzet van OCI is over het eerste half jaar behoorlijk gedaald, maar de productieproblemen van begin dit jaar lijken nagenoeg voorbij.
OCI kwam begin 2013 naar de beurs als een bouw-, chemie- en kunstmestbedrijf. In maart 2015 splitste het bouwbedrijf zich af en in augustus 2015 werd bekend dat OCI gaat fuseren met het grotere Amerikaanse CF Industries. OCI krijgt een 25 procentsbelang en ontvangt ruim $1,2 mrd in aandelen en geld. De productiefaciliteiten in Algerije, Egypte en Nederland blijven onafhankelijk. Net als bij de afsplitsing van het bouwbedrijf ontvangen de aandeelhouders een belangrijk deel van de verkregen aandelen. OCI heeft sinds 2013 nog geen dividend uit eigen middelen uitgekeerd. De nadruk ligt op investeren, vooral in Amerikaans productielocaties. Dit heeft mede geleid tot grote schulden.
Halfjaarcijfers
De grote problemen van het eerste kwartaal lijken over: een Amerikaanse fabriek is weer opgestart en in Egypte begint de gastoevoer voor locaties op gang te komen. Dit was al zichtbaar in de kosten gerelateerd aan de omzet. De omzet daalde nog (met 11% naar $1,1 mrd), maar vertoonde wel herstel in het tweede kwartaal. Het operationeel resultaat (ebitda) steeg met 3%, naar $372 mln. Met een nettoschuld van $4,1 mrd hanteert het bedrijf voor onze begrippen een te grote hefboom. Bij een geschatte jaarebitda van ruim $800 mln is die 5. De k/w is daarbij 26,8. De combinatie van deze twee geeft ons aanleiding om het verkoopadvies te handhaven.