Bank of America | De winnaars en verliezers energieprijzen
Deze stijgingen kennen zowel verliezers als winnaars. Allereerst de verliezers. Zowel de huishoudens als de industriële grootverbruikers gaan er dit jaar flink op achteruit. Voor een Europees huishouden verwacht BofAML voor eind 2022 een energierekening van gemiddeld €1850, een stijging van €650 ten opzichte van 2020. Ook de Europese industrie gaat de hogere energieprijzen voelen.
De bank schat dat industriële verbruikers over 2021 al 15% meer voor gas en 20% meer voor elektriciteit moeten afrekenen. Over dit jaar moet de Europese industrie rekening houden met prijsstijgingen van 70% voor elektriciteit en maar liefst 100% voor gas.
De grote winnaars zijn de aandelen van onder andere nutsbedrijven en de olie- en gassector. Aanhoudend hoge stroomprijzen zijn uiteraard gunstig voor – koopwaardige – nutsbedrijven als Engie, RWE en Iberdrola. Maar dat geldt vooral voor de jaren 2023 e 2024, als de nutsbedrijven de hogere prijzen via nieuwe derivatencontracten kunnen vastzetten, stelt BofAML.
Op de korte termijn moet bovendien rekening gehouden worden met eventueel overheidsingrijpen op de energiemarkt, zoals onlangs in Spanje, en met onverwachte verliezen op derivaten die nutsbedrijven gebruiken om schommelingen in energieprijzen af te dekken.
Gas- en olie
Onder de gas- en olieaandelen lijken de winnaars vooralsnog Equinor, TotalEnergies, Royal Dutch Shell en Gazprom te zijn. Voor deze aandelen met relatief grote gasactiviteiten hanteert BofA ML een koopadvies. Mede door slinkende gasvoorraden voorziet Bank of America in 2022 vooralsnog geen daling naar het prijsniveau van begin 2021.