Turkije de winnaar van ’22 | Wordt China die van ’23?
Turkije trekt deze week de aandacht door het vuurtje met buurland Griekenland weer op te stoken. President Recep Tayyip Erdoğan zinspeelde erop dat zijn land mogelijk raketten inzet als de ruzie over eilanden zoals Kos en Rhodos hoger oplaait. Over twee weken komt het land op een heel andere manier in de schijnwerpers te staan. Als de ranglijsten over beursjaar 2022 worden samengesteld, is Turkije namelijk een opvallende winnaar.
Op maandag zette de BIST 100 Index een nieuw koersrecord neer van 5222,55. Dat brengt de koerswinst sinds eind 2021 op maar liefst 180%. Dat fabelachtige percentage moet echter wel in het juiste perspectief geplaatst worden. De Turkse lira is in deze periode namelijk met ruim 24% onderuit gegaan ten opzichte van de euro. Opvallenderwijs is zowel de glijvlucht van de lira als de rally van de beurs in Istanbul gelinkt aan de torenhoge inflatie. Die kwam in november uit op maar liefst 84,4%.
Die hoge inflatie is voor een deel van de Turkse bevolking een reden om meer geld in aandelen te stoppen. Want aandelen behouden dit jaar veel beter hun waarde dan de lira. Het laat zich nu al uittekenen dat de rally van de BIST 100 in tranen eindigt. Maar dat Turkije straks helemaal bovenaan de lijst van best presterende aandelenmarkten van 2022 staat, onderstreept vooral dat inflatie het sleutelwoord is op financiële markten.
Denkfout
Het is menseigen om bij het vooruitblikken een buitenproportioneel groot gewicht te hangen aan ontwikkelingen die nu volop in de aandacht staan. Dat wordt in de gedragseconomie ook wel ‘recency bias’ genoemd. In de aanloop naar 2022 kreeg corona bijvoorbeeld veel aandacht in allerlei analyses, hoewel er indertijd al duidelijke aanwijzingen waren dat de pandemie over het hoogtepunt heen was. Vanuit die gedachte lijkt het een valkuil om inflatie als het belangrijkste beleggingsthema voor 2023 te bestempelen.
De laatste maanden is inflatie namelijk in bijna alle landen al op zijn retour. In de eurozone lag het percentage van 10,0% in november al iets lager dan de 10,6% van oktober, terwijl de Amerikaanse inflatie sinds juni is gedaald van ruim 9% tot 7,7%. Zelfs in Turkije lag het zeer hoge percentage van november net iets lager dan de 85,5% van de voorgaande maand. Er komen de laatste tijd echter steeds meer aanwijzingen dat de belangrijkste thema’s van 2021 en 2022 – corona en inflatie – ook een stevig stempel gaan drukken op beursjaar 2023.
Langzaam uit de lockdown
Afgelopen maandag werd bekend dat China een app deactiveert die op basis van bewegingen vaststelde of iemand onlangs in een gebied met corona-infecties is geweest. Een paar dagen eerder had het land een omslag in het lockdown-beleid aangekondigd. In de toekomst worden alleen nog gebouwen of (etages van) appartementencomplexen in quarantaine geplaatst. Eerder waren dat nog hele wijken of zelfs steden.
De iShares MSCI China ETF
Voor beleggers zijn er twee zaken om in de gaten te houden bij de heropening van de Chinese economie. In de eerste plaats is een hogere economische groei heel nuttig bij het aanpakken van economische problemen, zoals de bubbel op de vastgoedmarkt. Het kan dus geen kwaad om de weging van het land in de portefeuille op te trekken tot minimaal de 3,3% die China momenteel meeweegt in de MSCI AC World Index. Zelfs na de recente opleving van aandelenmarkten in het land, heeft bijvoorbeeld de iShares MSCI China ETF (ISIN: IE00BJ5JPG56) duidelijk opwaarts potentieel voor de lange termijn.
De grote vraag is echter wat het op gang komen van de Chinese economie betekent voor de inflatie. Onlangs analyseerde zakenbank Morgan Stanley dat de grotere goederenstroom vanuit het land helpt om de inflatie omlaag te duwen. Aan de andere kant beargumenteren onder meer Citi en Goldman Sachs juist dat een hogere grondstof- en energievraag vanuit China en toenemende lokale consumptie juist de inflatie op wereldniveau een impuls zal geven. Dat laatste scenario is het meest waarschijnlijk, met het oog op de nog altijd grote krapte op de oliemarkt en de wijze waarop andere landen het stokje qua productie van goedkope goederen van China hebben overgenomen.