Ceo Argenx | ‘Logisch dat we op het scherm van Big Pharma staan’
Het enorme succesverhaal van argenx bereikte in juli alweer een nieuw hoogtepunt. De resultaten van de fase II-studie met kroonjuweel Efgartigimod in de neurologische ziekte CIDP. Efgartigimod bevestigde opnieuw het goede veiligheidsprofiel en daarnaast is er het gebruiksgemak, dankzij de nieuwe onderhuidse toedieningsvorm (commerciële naam in de Verenigde Staten Vyvgart Hytrulo).
Argenx maakt een commerciële bliksemstart met Vyvgart (commerciële naam van Efgartigimod) in de VS sinds de goedkeuring in december 2021. Want in het tweede jaar van verkoop al op weg naar de status van ‘block buster’. Hoe zeldzaam is dit?
‘We hebben dit gedaan door in nauwelijks achttien maanden te lanceren in de VS, Europa, Japan, Israël en China. Een unieke prestatie. Bovendien hebben we zeer vroeg in de levenscyclus van Efgartigimod het intraveneuze product geflankeerd met de onderhuidse toedieningsvorm, die recent werd goedgekeurd in de VS. We bewijzen daarmee de patiënt centraal te stellen. We werken al volop aan een volgende generatie producten met een nog beter gebruiksgemak die zelf-toediening hopelijk overal mogelijk zal maken. De onderhuidse toedieningsvorm kan op termijn uitgroeien tot een eerstelijnsbehandeling van CIDP. We willen mensen die lijden aan zware auto-immuunziekten hun leven teruggeven.’
In het voorjaar stond een artikel op Bloomberg dat argenx over de tong ging bij alle grote farmabedrijven. Bent u bang te worden overgenomen?
‘Argenx zit tjokvol opties en is voldoende gefinancierd. Logisch dat we op het scherm van Big Pharma staan. Ik ben niet de eigenaar van dit bedrijf, maar we blijven continu in dialoog gaan met de vijftien grootste investeerders. We leggen hen daarbij het traject voor dat we de komende vijf jaar willen bewandelen. Op die manier kunnen ze zich een idee vormen van het verschil tussen de beurswaarde vandaag en hoe dat er binnen vijf jaar kan uitzien. Mocht er een bod komen, dan kan op die basis de afweging worden gemaakt.”
Argenx beschikt vandaag over een aanzienlijke voorsprong. Maar er loert concurrentie om de hoek. Heeft u daar schrik van?
‘We geloven dat Efgartigimod tot nader order best-in-class is en bovendien bouwden we al een aanzienlijke voorsprong uit door als eerste op de markt te komen. Concurrentie betekent dat de boodschap breder wordt uitgedragen en dat maakt de taart groter. Het is trouwens positief in een niche waarin de klasse nieuwe medicijnen oude behandelingsgewoonten moeten doorbreken. De echte uitdaging zit in het aanpakken van de behandelingsaanpak van de artsen en de nieuwe medicijnen in een vroeger stadium van de ziekte in te zetten.’
Argenx is meer dan Efgartigimod alleen. Kan u ons even meenemen doorheen de resterende pijplijn?
‘Onze ruime pijplijn is cruciaal. De eerste gunstige klinische data met C2-remmer ARGX-117 voor de spierziekte MMN zijn misschien wel het belangrijkste nieuws van dit jaar. Onze grote aandeelhouders vragen niet meer naar de volgende indicatie van Efgartigimod, maar zijn volop geconcentreerd op de volgende moleculen die eraan komen. Als we ook op langere termijn een succesvol zelfstandig biotechbedrijf willen zijn moet onze pijplijn rijkelijk gestoffeerd blijven. We hebben op dat vlak een bijzonder sterk track-record. Van de tien moleculen die argenx tot nog toe ontwikkelde, hebben er al acht positieve data laten zien in klinische studies. Dat succes heeft ertoe geleid dat we aan de basis liggen van vijf spin-offs. In het begin zijn we regelmatig samenwerkingen aangegaan voor moleculen die we niet zelf zouden ontwikkelen. Nu is een nieuwe fase aangebroken waarin we alleen nog kijken naar moleculen die kunnen passen in onze vier commerciële franchises en die argenx bijgevolg zelf op de markt kan brengen. Zo kunnen we de meeste waarde creëren. De komende maanden wordt de volgende kandidaat-molecule aangekondigd. ‘We zijn heel streng. De biologie van de ziekte moet goed zitten, maar willen ook overtuigd zijn dat onze molecule best-in-class zal zijn en het potentieel heeft werkzaam te zijn in meerdere ziektebeelden.’
Recent hebben jullie een samenwerking met het Deens-Nederlandse Genmab aangekondigd. In welke filosofie past dit en wat mogen we daarvan verwachten?
‘Ik ken topman Van de Winkel van Genmab al sinds de beginjaren van argenx. Genmab werkt net zoals argenx vanuit een sterke wetenschappelijke basis. We waren al enkele jaren aan het kijken hoe we konden samenwerken. We denken nu een behandelingsdoelwit te hebben gevonden die het bundelen van onze respectievelijke technologieën nuttig maakt. Het doelwit speelt zowel in hun specialiteit kanker als in onze immunologie. We zullen de kosten, en de eventuele latere opbrengsten gelijk verdelen. Intussen werken er 1200 mensen voor argenx. Dat is een enorme evolutie, maar is eigenlijk nog heel beperkt rekening houdend met al datgene waarmee we bezig zijn. Zorgvuldig schalen op een zo efficiënt mogelijke manier is de boodschap.’