China exporteert zijn eigen probleem
Eind november steeg de Franse tienjaarsrente door onrust over de begroting voor 2025 heel even boven zijn Griekse evenknie uit. Deze ongebruikelijke situatie op de obligatiemarkt kreeg veel aandacht. Het was immers een teken van hoe ver Griekenland is gekomen, maar vooral hoe diep Frankrijk is gezonken.
Rond diezelfde tijd vond er elders op de obligatiemarkt nog een opmerkelijke ommekeer plaats. Deze kreeg iets minder aandacht maar is zeker net zo interessant. Voor het eerst duikelde de dertigjarige Chinese rente onder de dertigjaarsrente in Japan (zie grafiek). De Chinese tienjaarsrente ligt nog wel zo’n 0,7 procentpunt boven de Japanse, maar ook de Chinese tienjaarsrente daalt al 4,5 jaar, van 3,35% naar 1,75%.
Lees ook De vijf beste obligaties voor 2025
Waarschuwingen
Al meerdere keren dit jaar heeft de Chinese centrale bank (PBoC) formeel en informeel gewaarschuwd voor oververhitting op de obligatiemarkt. Ook medio december gaf de PBoC nog maar eens een waarschuwing voor ‘agressieve obligatiehandel’ en de risico’s van overgewaardeerde obligaties. Beleggers lijken zich echter weinig aan te trekken van deze waarschuwingen.
Bloomberg News berichtte recent over een fondsbeheerder van Abrdn die vast houdt aan zijn positie in Chinese tienjaarsleningen omdat hij de rente naar de 1% ziet dalen (koers en rente/effectief rendement bewegen tegengesteld). De al maar dalende lange rente in China is niet het gevolg van speculatieve vraag maar vindt zijn oorsprong in de aanhoudende en welbekende problemen van de Chinese economie die kampt met de naweeën van een krediet- en vastgoedbubbel. Zowel de kredietvraag van bedrijven als van gezinnen vertoont volgens economen van Société Générale nog weinig herstel. Het consumentenvertrouwen is dan ook laag, de consumentenprijzen dalen en de producentenprijzen zijn zelfs negatief.
Overcapaciteit
Europese producenten van luxe goederen en auto’s hebben de problemen op de binnenlandse Chinese markt al ondervonden. Maar China exporteert deze problematiek helaas ook. Volgens UBS is er sprake van ‘chronische overcapaciteit in veel industriesectoren’ die tot dalende producentenprijzen en dalende exportprijzen leidt.
En daarmee komt de Chinese overcapaciteit en deflatie ook naar de rest van de wereld. Bank of America constateerde recent bijvoorbeeld dat de Chinese staalexport een recordhoogte heeft bereikt omdat de binnenlandse vraag door onder meer de slechte woningmarkt erg zwak blijft.
Azië
Vooral Aziatische landen – en dan Vietnam in het bijzonder – zijn de bestemming van het Chinese staaloverschot, hetgeen de prijzen drukt. Maar ook Europa ontsnapt niet aan de Chinese staalexport. De Europese staalindustrie heeft al problemen genoeg met een lage economische groei in Europa en hoge energiekosten.
Volgens Bank of America ligt de Europese staalproductie dichtbij het historisch dieptepunt en is de bezettingsgraad gedaald tot 63%. Dat is bijna op het niveau van het coronajaar 2020. De Europese staalprijs ligt al zo laag dat de Europese staalsector nog maar weinig ruimte heeft om met de goedkope import te concurreren zonder meer beschermende maatregelen van de Europese Unie, concludeert Bank of America. De start van de tweede termijn van president Trump zal om begrijpelijke redenen beleggers vooral bezighouden, maar China’s worsteling met de afwikkeling van de vastgoed- en kredietbubbel verdient net zo veel aandacht.