Valutahandel | Vier valutaparen onder de teugels van Koning Dollar
De valutamarkten zijn dit jaar flink in beweging en onder andere de US Dollar ligt er sterk bij. De dollarindex (DXY) steeg dit jaar al met meer dan 17% en stond in meer dan twintig jaar niet meer zo hoog. De index zet de Amerikaanse munt af tegen een korf valuta’s van zes handelspartners waarbij de euro het sterkst is vertegenwoordigd (57%), gevolgd door de Japanse yen (14%) en het Britse pond (12%). Ook de Canadese dollar, de Zwitserse frank en de Zweedse kroon maken er deel van uit.
Bekijk ook: het dossier valutahandel en wisselkoersen voor alle tips, artikelen en know-how
Een eerste belangrijke verklaring voor de sterke prestatie van de dollar ligt bij het renteverschil met andere valuta’s. De Amerikaanse centrale bank veranderde eind vorig jaar het geweer van schouder wat de aantrekkende inflatie betreft. Toen liet de Federal Reserve weten dat er een minder soepel monetair beleid zat aan te komen. De eerste renteverhoging liet nog op zich wachten tot in maart, maar daarna ging het hard. De voorbije zes maanden verhoogde de Fed de beleidsrente met maar liefst 300 basispunten (3%).
Valutahandelaren zien hierin een groot contrast met de Europese Centrale Bank (ECB), die pas in juli voor het eerst de rente verhoogde. De beleidsrente in de EU ligt intussen op 1,25%, wat nog steeds 2% lager is dan in de Verenigde Staten. Het verschil met Japan is nog groter. Het Verenigd Koninkrijk gaat dan weer gebukt onder politieke chaos, met een nieuw dieptepunt van het Britse pond als gevolg.
Valutahandel als vluchthaven
Toch is het renteverschil niet de enige verklaring voor de zware bewegingen binnen de valutahandel. Zo kreunt de Europese economie onder de hoge energieprijzen die Europa in verhouding veel meer treffen dan de Verenigde Staten. De groeivooruitzichten voor de Amerikaanse economie ogen dan ook een stuk beter dan de Europese. Een ander en vaak onderbelicht aspect is de dollarschaarste. Nu er een einde is gekomen aan de jarenlange politiek van kwantitatieve versoepeling met obligatieaankopen, neemt de balans van de Federal Reserve niet langer toe. Sinds een paar maanden krimpt de balans zelfs, omdat aflopende leningen niet langer worden herbelegd. Daardoor daalt binnen de Verenigde Staten het aanbod aan dollars.
Door de lagere economische activiteit wereldwijd zijn er ook buiten de VS minder dollars in omloop. Tegelijk blijft de vraag hoog omdat grondstoffen in veel gevallen in de Amerikaanse valuta worden afgerekend terwijl ook veel schulden (o.a. in de groeilanden) in dollars worden uitgedrukt. Als wereldreservemunt profiteert de ‘greenback’ van een hoge liquiditeit, wat van de munt een vluchthaven maakt om te schuilen bij onrust op de financiële markten.
Groeilanden houden stand
Valutahandelaren zien opmerkelijk genoeg dat de valuta’s van verschillende groeilanden het een stuk beter doen dan de eurozone, Japan en het Verenigd Koninkrijk. Traditioneel richtte een duurdere dollar veel economische schade aan in de groeilanden. De rentelasten op de hoge dollarschuld worden zwaarder om te dragen en meestal komt er bij een oplopend renteverschil ook een kapitaalvlucht op gang, wat de lokale valuta verzwakt. Deze keer houden de groeilanden goed stand tegen het dollargeweld. Onder meer de Braziliaanse real en de Mexicaanse peso zijn zelfs in waarde gestegen tegenover de Amerikaanse munt. Dit komt doordat verschillende centrale banken nog verder staan dan de VS wat het optrekken van de rente betreft.
Inflatie- en groeiprobleem
Het vervelendste gevolg van de dure dollar is dat de Verenigde Staten stagflatie exporteert. Duurdere import van alles wat in dollars wordt afgerekend (in de eerste plaats grondstoffen), draagt extra bij aan de inflatie. Renteverhogingen zetten de groei onder druk, wat indirect ook de waarde van de munt drukt.
Centrale bankiers buiten de dollarzone kunnen er voor kiezen om de eigen munt te beschermen door de rente te laten oplopen en het renteverschil met de Verenigde Staten zo klein mogelijk te houden. Het risico op een ‘overshoot’ is dan niet denkbeeldig want het opbod aan renteverhogingen kan de economie onnodig hard afremmen. Onder meer de groeilanden en tot zekere hoogte ook de ECB en de Bank of England zitten in dit kamp. Anderzijds zijn er landen die de rente liever niet te hoog willen laten oplopen en bijgevolg hun munt opofferen. Dit is wat Japan en China momenteel doen.
Met een verlies van 13,7% sinds de start van 2022 is de renminbi zelfs op weg naar het grootste jaarverlies ooit tegenover de dollar. Dat komt China op dit moment niet eens zo slecht uit want de Chinese economie is in grote mate op export gebaseerd en een goedkope munt geeft extra zuurstof. Voor de concurrenten van China op de exportmarkt is het minder goed nieuws. Die worden verplicht om hun munt ook te laten verzwakken omdat anders hun concurrentiepositie verslechtert. Keerzijde van een zwakke munt is een hoge inflatie, maar daar heeft China voorlopig nog geen last van. De index van de consumentenprijzen (cpi) klom in september met 2,8%, wat veel lager is dan in de Verenigde Staten en Europa.
Meer van hetzelfde
Voor langer dan een half jaar vooruit voorspellingen doen voor de valutahandel is weinig zinvol, want daarvoor wijzigen de randomstandigheden te snel. Het is niet voor het eerst dat centrale bankiers een bocht van 180 graden maken en onaangekondigd hun beleid omgooien. Denk aan de inflatie die eerst als een tijdelijk fenomeen werd weggezet maar dan toch ineens de voornaamste prioriteit werd.
Beleggers lezen ook: Wat te doen met het valutarisico
Pakweg de komende zes maanden zullen de factoren die de dollar ondersteunen niet verdwijnen. Dit is bijvoorbeeld zo wat het renteverschil betreft. De Federal Reserve is nog lang niet klaar met renteverhogingen. Op basis van de CME FedWatch Tool verwacht 95% dat de Fed de rente op 2 november met 75 basispunten zal optrekken. Tijdens de laatste monetaire vergadering van 14 december zou daar nog eens 75 basispunten bij komen. Dat zou de rente eind dit jaar op 4,5 tot 4,75% brengen.
Men kan argumenteren dat de markten daar al rekening mee houden, maar dan nog is de kans op een negatieve verrassing heel klein. Andere centrale banken hollen achter de feiten aan en kunnen moeilijk nog harder gaan dan de Federal Reserve al doet. De speelruimte van de ECB is heel beperkt door de hoge schulden in bepaalde lidstaten en de impact van de energiecrisis op de economie. Het Verenigd Koninkrijk is er nog niet uit welke politiek het zal voeren en in Japan is er al helemaal geen sprake van renteverhogingen.
Ook de andere argumenten zoals de hoge energieprijzen, de globale dollarschaarste en de status als veilige haven van de dollar houden stand.
Valutahandel | Vier interessante paartjes
CHF/EUR (long) en CHF/USD (long)
De Zwitserse frank (CHF) is een relatief veilige keuze voor valutahandelaren en dit heeft verschillende redenen. Zwitserland scoort goed op het vlak van handelstekort en begroting. De Zwitserse centrale bank (SNB) stuurt in de huidige inflatoire omgeving aan op een sterke munt om de prijsstijgingen onder controle te houden. Zo moet de beleidsrente niet al te veel worden verhoogd, wat dan weer gunstig is voor de Zwitserse economie. Deze strategie werkt voorlopig goed want de inflatie is met 3,5% vrij bescheiden in vergelijking met andere westerse landen.
De SNB hanteerde sinds 2011 een negatieve rente. In juni werd de beleidsrente een eerste keer verhoogd van -0,75% naar -0,25% en sinds 22 september is de rente met 0,5% weer positief. De SNB beschikt over bijna $1 bln aan valutareserves. Dat is een erg hoge 120% van het Zwitserse bruto binnenlands product. Opmerkelijk is dat bijna een kwart van de reserves uit aandelen bestaat. Daarom wordt de SNB ook wel eens als een van de grootste hedge funds ter wereld omschreven. Ik verwacht dat de frank de komende tijd zowel tegenover de dollar als de euro een veilige haven blijft om overschotten te parkeren.
USD/BRL (short)
Een volgende tip is een long-positie op de Braziliaanse real (BRL). De Braziliaanse centrale bank is al vroeg gestart met het optrekken van de beleidsrente. Die is de voorbije twaalf maanden gestegen van 5,25% naar 13,75%. Dat is ook de reden waarom de BRL een van de weinige munten is die dit jaar zijn gestegen tegenover de dollar. Maar er zit nog meer in het vat en dit heeft te maken met de verwachting dat de inflatie aanhoudend hoog blijft de komende jaren.
Brazilië is een grondstoffenland en speelt een belangrijke rol bij de productie van verschillende metalen (koper, ijzererts, goud), olie en gas en landbouwgrondstoffen (maïs, soja, suiker, koffie). Als gevolg van de politieke onzekerheid is de volatiliteit van de BRL vrij hoog. De komende jaren zal de waarde van reële activa door de hoge inflatie verder toenemen en valutahandelaren zien daar de BRL van profiteren.
USD/JPY (short)
De Japanse yen was lange tijd een veilige haven onder de valuta’s maar dat is in 2022 helemaal gekeerd. De Japanse centrale bank heeft er voor gekozen om de tienjaarsrente muurvast te zetten op 0,25% door overheidsobligaties te blijven kopen terwijl de andere centrale banken daar al mee gestopt zijn. Het gevolg is dat het renteverschil met de rest van de wereld steeds verder is opgelopen.
Het paar USD/JPY rondde de kaap van 150, waarmee de Japanse munt naar het laagste peil sinds 1990 terugviel. Dit lijkt stilaan een breekpunt te zijn voor minister van Financiën Suzuki. Een zwakke yen is positief voor de export, maar het land importeert er wel inflatie mee. Tegelijk kan van een rentestijging geen sprake zijn zolang gouverneur Kuroda aan de macht is, maar zijn ambtstermijn loopt af in de lente van 2023.
Ik meen dat het stilaan tijd is voor een tegenbeweging waarbij de yen wat kan herstellen. Steunaankopen zijn meestal weinig efficiënt, maar Japan beschikt wel over omvangrijke reserves. De Bank of Japan intervenieerde in september voor het eerst sinds 1998 op de valutamarkt door voor ongeveer $20 mrd aan yens aan te kopen, maar het effect was al na tien dagen uitgewerkt.
De Japanse centrale bank beschikt over $135 mrd aan deposito’s in dollars bij buitenlandse centrale banken. Daarnaast staan er voor meer dan $1 bln aan voornamelijk Amerikaanse overheidsobligaties op de balans waarvan indien nodig een deel te gelde kan worden gemaakt.
Openen en sluiten
De vier nieuwe valutatips gelden voor een periode van zes maanden. Tegelijk met het openen van deze posities, sluiten we de posities die bij ons voor de valutahandel nog open stonden, te weten USD/ZAR short (38,8%), GBP/USD long (-12,3), USD/JPY long (-30,6%) en EUR/NOK long (-8,1%).
Hoe hoger de hefboom van deze producten, hoe hoger de potentiële winst maar ook hoe hoger het risico. De Britse ETF-uitgever WisdomTree heeft verschillende valutatrackers in het gamma, zowel met als zonder hefboom. Een valutapositie is niet per definitie speculatief. ETF’s of hefboomproducten kunnen ook defensief als portefeuillebescherming worden gebruikt. Wie bijvoorbeeld veel uitstaande posities in dollars heeft, kan dit valutarisico indekken door een long positie op de EUR/USD.